29 november, 2005

En Pia Beck erbij

Ik zong het een keer uit volle borst - "O Anja Meulenbelt/op jou ben ik toch zo gesteld/ik las je boekje en ik dacht/op jou heb ik toch steeds gewacht."
Ik werd tot de orde geroepen door een Zeer Vrouwvriendelijke mannelijke collega die vond dat ik door dit te zingen de vrouwenbeweging belachelijk probeerde te maken.
Te veel eer. Het bestaat echt. Potpourri van Vrouwenkoor De Sirenen. Niet te vinden in cyberspace - bij dezen dan. Een uitgave van Van Gennep. Het onnozele kreupelrijm dat over helemaal niets gaat schiet mij te binnen met de blik op het vorige stukje. Maar ik moest er al aan denken toen ik het verhaal over de gesubsidieerde aanval op de SGP las.

Mijn moeder wil er niet meer van weten, en misschien weet zij het niet eens meer - "mijn" decennia zijn bij haar weggezakt of aan het wegslijten. Maar zij was regelmatig bezoekster van het Vrouwenhuis, na omstreeks 1975.
Ergens op een trap in dit huis zag zij Anja Meulenbelt lezen in het prachtboek De schaamte voorbij. Mijn moeder had mijn commentaar gelukkig niet nodig om dit boek een verschrikking te vinden. De lezeres vroeg mijn moeder wat zij van het boek dacht. Op de negatieve reactie zei Anja Meulenbelt dat zij het wel een goed boek vond.
Maar ja, Anja Meulenbelt bleek achteraf Marjan Sax te zijn. Het zou anders te mooi zijn geweest. Zelfde krullenbos. Toen.
En kijk eens wat er van Meulenbelt geworden is - de filosemitische ondertoon van haar bekentenisroman heeft zijn bestemming gevonden.

Toch een vreemde gewaarwording je moeder te horen aankomen met een verhaal over een studiegenote.

Geen opmerkingen: