12 oktober, 2021

Megan Rice overleden

Zondag 10 oktober is Megan Rice, vredesactiviste voor onder andere de Catholic Worker, overleden. Zij overleed in Rosemont, Pennsylvania, in het huis van de Society of the Holy Child Jesus - de orde die haar had uitgezonden naar het actiecentrum in Las Vegas, waar ik haar heb leren kennen.
In 2012 toonde zij met twee andere actievoerders aan hoe gemakkelijk het inbreken in een loods met kernraketten was, een opslagplaats in Oak Ridge, Tennessee. Zij verwierf er alsnog internationale bekendheid mee.
Zij is 91 geworden.

De treffers in  deze reeks gaan over haar of noemen haar. Eigenlijk heb ik er niet aan toe te voegen.

Zij ruste in vrede en de hemel zal haar niet verloren willen zien gaan.

05 oktober, 2021

Heimwee naar Joop den Uyl

Er zijn boeken die wat mij betreft wachten op het ogenblik dat ze passen, en dat is niet altijd de verschijningsdatum. Dat gold voor mij voor de Vliegeraar van Khaled Hosseini en ook dezer dagen voor Joop den Uyl 1919-1987 van Anet Bleich. Het was nu de tijd om het ter hand te nemen en nu ik het uit heb blijkt het nog meer de tijd: de corrupte nonvaleurs van Rutte II vallen als overrijpe appelen van de allang verdorde boom – of ze echt vallen uit hun ambt is maar helemaal de vraag, want het is staande praktijk om met een verhaaltje over niet herinneren er vanaf te komen. Nu hebben we weer de kleine maar aartscorrupte krabbelaar Wopke H. – wie had het verwacht.

De biografie van Den Uyl is tevens dissertatie en wetende wie de promotor is moet haar de vraag gesteld zijn of ze de beschrevene een aardig mens vond. Er komt veel begrip en genegenheid in naar voren en die moet welhaast ontwikkeld zijn post factum: de schrijfster vond het tijdens het kabinet-Den Uyl hemelbestormend om lid te zijn van de Communistische Partij Nederland, om toen dit schip duidelijk aan het zinken was alsnog te kiezen voor de sociaal-democratie. Ik ben niet zo van standpunt veranderd als deze mijn studiegenote maar wel in de beoordeling van de man en “zijn” kabinet. De toekomst was aan links, dat was onontkoombaar en twee dingen goed begrijpen: het is niet waar gebleken en we kunnen met Nederland nog wel dieper in het (ultra-)rechtse moeras zinken dan nu al. Pas achteraf kan ik zien hoe de PvdA op zijn grootst tevens de ruimte liet voor de linkerzijde, parlementair maar misschien wel vooral buitenparlementair. Bij de verkiezingen van 1977 haalde de PvdA 53 zetels, PPR, PSP en CPN werden gereduceerd tot de status van zelfs naar de huidige normen kleine partijtjes. Om in feite later te sterven in GroenLinks. 1977 was het keerpunt en tevens het einde van het meest linkse kabinet dat Nederland ooit gehad heeft.

Den Uyl geloofde in de parlementaire democratie en hij is tot zijn schokkend vroegtijdige dood niet van dit geloof afgevallen. (Hij is ook altijd wel een beetje gereformeerd gebleven, wat hem niet valt kwalijk te nemen). Niet alleen Den Uyl, maar toch vooral hij, belichaamde het vertrouwen in die parlementaire democratie die we nu voor onze ogen zien verkommeren. Misschien, hopelijk zelfs heb ik het mis, schreef de anarchist, maar er is geen reden tot optimisme erover. Ja, de gesel der mildheid zoals cineast Theo van Gogh het noemde, slaat toe: ik mis Den Uyl en waar hij voor stond – ik mis zelfs de Den Uylwoestijn of Den Uylduinen, de Amsterdamse Westhavens die toch nog een dozenschuifgebied zijn geworden in plaats van een onbedoeld natuurgebied. Heimwee naar de enige echte onvervalste Joop den Uyl.

10 september, 2021

Wat doe ík hier eigenlijk?

 


Het is de titel van een reisboek waarvan de schrijver zich dit niet bepaald ten onrechte afvraagt: waarom ben ik hier? De Authentieke Ervaring die men dient te hebben als reiziger in plaats van toerist bestaat nu eenmaal niet. Waar men niet woont zal men niet aanvoelen wat het is er te wonen, opgegroeid te zijn, een vak uit te oefenen, een aantal mensen te kennen, misschien van jongs af aan. En nu is Goch een voorvaderlijk stedeke, net over de schreve met het Brabantse wurmpje op de kaart dat bij de Nederlandse provincie Limburg hoort.

Het zijn ook de lotgevallen van de historie die het tot een Brandenburgs, en zo vervolgens Pruisisch en tenslotte (West-)Duits stadje hebben gemaakt. Het had anders kunnen lopen. Maar in concreto is het resultaat van de geschiedenis – een docent geschiedenis omschreef het vak kortweg als “kennis van het concrete” – dat het Nederrijnse gebied, het Land van Kleef, het hertogdom van ooit, wel als deel van de Nederlanden en niet van Nederland kan gelden. Dit verschil is voor zich patriot wanenden in Nederland onbegrijpelijk. Tot de voorlaatste eeuwwisseling was Nederlands in kerk en ambtenarij de gangbare taal en het Kleverlands zou men als behorende tot de in Nederland gesproken dialecten kunnen rekenen. Die – al sinds de Pruisische overheersing omstreden – Nederlandse aanwezigheid verklaart waarschijnlijk het gemak waarmee de voorzaat wiens namen ik draag van Goch naar Schiedam verhuisde, in de Franse tijd. Hoe dan ook waren grenzen toen nog niet wat ze eigenlijk pas in de twintigste eeuw zijn geworden. Dat het Land van Kleef, en meer bepaald Goch, op een soort irredentistische wijze naar aansluiting bij “Nederland” heeft zitten wachten zou alleen in ontspoorde Nederlandse breinen kunnen opkomen. Het Staatse leger heeft de stad tijdens de Tachtigjarige Oorlog bezet gehouden en is genocidaal te keer gegaan tegen de katholieke bevolking. Het Pruisische bestuur was op godsdienstig terrein veel toleranter.

Immigratie naar de kusten van de Noordzee was al sinds de zestiende eeuw gaande, vaak voor seizoensarbeid, hannekemaaiers, en voor wat men nu ambulante handel noemt, marskramers en kiepkerels, en velen streken op den duur neer in de Republiek. De Bataafse Republiek stelde het burgerrecht in en dat gold ook voor immigranten, joods of katholiek. En in die dagen ging mijn voorzaat naar Schiedam om als zakkendrager voor de jeneverindustrie te gaan werken. Of dit ambacht – jazeker, er was een gilde – ook in Goch werd uitgeoefend zou ik niet weten. De rivier de Niers lijkt mij niet geschikt voor handelsvaart.
 
 

Sinds kort heeft de zakkendrager (“kaaiwerker”) een monument aan de Waal in Nijmegen. Het beeld is zwaar gesponsord zoals u kunt zien, want kunst moet wel betaalbaar zijn. En zeker als verwezen wordt naar zware arbeid die als vanzelfsprekend strijd met zich meebrengt. Dat moeten we niet hebben.
Maar ik ben in Goch om wat eraan voorafging op te snuiven: heeft mijn naam sporen achtergelaten, wat deed een wees daar op het eind van de achttiende eeuw? Er staat geen historicus op mij te wachten bij de stadsbibliotheek, die ik aan mij voorbij heb laten gaan, trouwens – zoveel tijd heb ik niet uitgetrokken. Het was een eerste kennismaking.

Industrialisering vond pas plaats in de negentiende eeuw, dus boerenknecht of keuterboer lijkt mij geen slechte gok. Maar tot mijn verrassing vind ik wel een mogelijke verwijzing naar mijn naam op een kaart uit 1650, de Eijgenraeijstraet (hiermee zorg ik voor de treffer op die naam op het net).
 
Dit klinkt agrarisch en stedelijk tegelijk, het blok waar straat nr.21 deel van uitmaakt heeft een hof.
De straat is in het huidige stratenplan niet terug te vinden. De stad is beschadigd door oorlog, meest van al de laatste. De Steenpoort mocht blijven staan, de Canadese generaal die hem gespaard heeft heeft een eigen straatnaam in Goch gekregen. De Maria Magdalenakerk is in 1993 deels ingestort, vandaar de nieuwe klokketoren. Het moet de kerk zijn waar mijn voorzaat en diens (voor-)ouders ter kerke gingen en waar hij gedoopt is, en waar de familie in de hof begraven is. Van dat kerkhof is niets meer over.
 
  

Toch moeten de begraafplaatsen een sleutel zijn, als er sporen te vinden zijn. De oude begraafplaats is opgegeven, er staat onder andere een monument voor burgemeester Van den Bosch (met dodenmasker), wiens belangrijkste wapenfeit in het leven, is mij verteld, is dat hij de eerste automobilist van de stad was. Ik zeg niets…
Voor speuren op de nieuwe begraafplaats was geen tijd, althans, toen we er aankwamen was de avond nabij. Een verdrietig makende lijst van gevallenen in de Eerste Wereldoorlog staat bij de toegangspoort. Allemaal “Nederlandse” achternamen, één Devries, wat in Goch naar ik begrijp een “joodse” achternaam is. De grens een paar kilometer oostwaarts en ze waren niet gesneuveld voor – ja, waarvoor? De kronkelwegen van de geschiedenis.

En de levenden? Is dat lief kijkende ons groetende meisje, “Love” op haar trui, misschien ook (verre) familie? Ik heb één verzekeringsagent ontwaard met een naam die uit mijn Gochse voorgeslacht stamt. Geen bekende naam bij de dodenlijst op de begraafplaats.
En geestverwanten? Soms heb ik het gevoel dat Felix Ortt had, toen hij zich tijdelijk verbande naar Nijmegen, “verlos mij van mijn geestverwanten”. Wat voor anarchisten hanteren tevens hamer en sikkel? Ze zijn wel actief op de muren in Goch.
 
 

Maar er is nog wel wat uit te zoeken, en ook al is er weinig over van de stad van vroeger, in de zomerzon is bijna alles mooi en aardig. Zeker de zwerm huiszwaluwen die aan de daklijst van een bepaald huis hun domicilie hebben, hun zomerhuis.

09 september, 2021

Doorgaan omdat het moet: van Chili tot voorbij Afghanistan

 


Is het de leeftijd? Bij de demonstratie van 28 augustus “Elke Afghaan heeft recht op een bestaan” schoten de tranen in mijn ogen. Natuurlijk klopt de leuze en tegelijk weten we dat de nacht van het obscurantisme en de vrouwenhaat over dat ongelukkige land is gevallen en er is eigenlijk niets wat “wij” er aan kunnen doen. Zo strijdbaar en tegelijk zo machteloos.
Ik zag mijzelf als in een visioen met het autonome radicale blok in de demonstratie de zaterdag na de staatsgreep in Chili, het was een mooie nazomerdag. Het was 1973, Nederland had een kabinet-Den Uyl (waarover spoedig meer) en de stemming in ons blok was eerder uitgelaten dan somber. We zagen eenvoudigweg het heden niet als historie. Misschien ben je daar ook jong voor.

“De parlementaire weg naar het socialisme eindigt op een met bloed bevlekte sofa.” De leuze bleek te lang voor een spandoek. Het verhaal in de dagen van de staatsgreep was dat Allende zelfmoord had gepleegd, zich door het hoofd had geschoten liever dan zich overgeven aan de putschisten die hem toch vermoord zouden hebben. De zelfmoord heette een rechtse leugen, natuurlijk was hij vermoord. De zelfmoord was dat hij het volk niet bewapend had en vertrouwd had op het leger. In zekere zin is dit alles waar: hij heeft wel zelf een einde aan zijn leven gemaakt – de schoten zijn zelfs opgenomen bij zijn laatste radiotoespraak – maar die beslissing komt neer op moord, en de keuze voor een door de VS in het algemeen en de CIA in het bijzonder gesteund leger kwam dan weer neer op zelfmoord.
Bijna vijftig jaar later is Chili er aan toe het militair fascisme van zich af te schudden. Wat Afghanistan nu te wachten staat – is binnenlands verzet, en dan bedoel ik niet het legertje dat zich in een vallei verschanst heeft, in staat zich van de barbaren te ontdoen? Je zou het willen. De Chilenen heeft het bijna twintig jaar gekost de terreur niet meer te vrezen en openlijk in opstand te komen. Het fascistoïde neoliberalisme bestrijden was nog moeilijker.

                                                                        *

En in dezelfde dagen nam ik weer het doornemen en (trachten te) ordenen van mijn archief ter hand. Licht aangetast door het vocht van de zolderkamer die ik in 2011 moest ontruimen, mijn laatste vertrek in mijn ouderlijk huis: Repressie Revue nr. 3 – het gedrukte exemplaar. Het blad dat in dezelfde serieuze en toch ook luchthartige stemming werd gemaakt die ook hing rond de demonstratie van 15 september 1973. Het is waar en het kan niet waar zijn. Ik wilde de rubriek met overzicht van repressieve zoniet fascistische toestanden Kroniek noemen, mederedacteur vond dat met verwijzing naar de ondergrondse pers in de Sovjet-Unie niet gepast. De inhoud zou wellicht gedigitaliseerd moeten worden, scannen heeft nooit zoveel zin. De leefbaarh1/2d weet u wel. Het zou een monnikenwerk worden, geen idee of ik er zin in heb.

Maar dat het allemaal gedocumenteerd is, dat twee studenten politieke wetenschap(pen) van begin twintig dit den volke presenteerden, ik zie het met verwondering aan. Tegelijk kan ik zeggen, plus ça change, dat een online krant als Krapuul een soort Repressie Revue van nu is. Maar met het zwaartepunt enerzijds op Nederland en de blik dan wel weer ook buiten Europa. Dat het nodig is, is nog het treurigste misschien. Maar rusten, berusten is de dood, is zich neerleggen bij de doodscultus die rechts in de breedste zin des woords is. De fascisten in Spanje hadden als motto ¡Viva la muerte!

Nog niet zo lang geleden schoot mij als grootste binnenlands verlies van die dagen te binnen, dat het niet mogelijk is geweest isolatiecellen als in de nog te bouwen Bijlmerbajes tegen te houden. Intussen is de Bijlmerbajes zelf alweer weg. Men kan maar beter niet stilstaan bij strijdpunten die men niet gewonnen heeft.

24 juli, 2021

Dorothy Day: Leven alsof de waarheid werkelijk waar is

Over Dorothy Day is veel geschreven in de VS, veel bronnen aangaande haar leven zijn uitgegeven als boek en er zijn nogal wat biografische schetsen te vinden. Zij mag een bijzondere verschijning in het politieke landschap van de VS heten, maar in het Nederlands is of was nog niet veel over haar verschenen.
Bescheiden kerel die ik ben verwijs ik naar De paus beveelt christen-anarchiste ter navolging aan en mijn inleiding in wat toen het enige Catholic Workerhuis van Nederland was, Christen-anarchisme, paradox of paradigma?
Het idee van de Huizen van Gastvrijheid die onder auspiciën van Day op veel plaatsen in de VS zijn opgericht kwam van de Frans/Canadese/VS-denker Peter Maurin, die zijn inspiratie vond bij de vroege christenen – tot en met de Ierse zendelingen die West-Europa het christendom hebben gebracht. Maurin was de denker, die tot zijn eind aan toe zijn gedachten uitsprak in toespraken, Day was de schrijfster die ook meer in de praktijk handelde.

Huizen van Gastvrijheid zijn in de praktijk opvangplaatsen voor wie geen huis heeft, in Nederland voor illegaal verblijvenden – het huisvesten van wie in nood is is een van de handelingen waartoe in de Bergrede vermaand wordt. Een Werk van Barmhartigheid wordt het dan ook genoemd. Iets dergelijks geldt voor de soep- & broodlijnen die in of vanuit de huizen worden georganiseerd voor de armen.
Voor Peter Maurin was essentieel in zijn christen-anarchisme dat men terug naar het land ging en zelf landbouw (en veeteelt) bedreef.

Het is een anarchisme dat niet toewerkt naar de Grote Kladderadatsj, want met het huisvesten en voeden van armen kan men aan de gang blijven, en ook met het oprichten van eigen boerenbedrijven. Men kan ook zeggen: dit is de revolutie, niet het doel telt, maar de weg. Maurin had niets op met stakingen, “strikes don’t strike me”, en noemde de mede door hem opgerichte Catholic Worker geen beweging, “movements don’t move me”. Dorothy Day is daar makkelijker in en doet ook mee met picketlines bij stakingen, zeker ook bij die van de United Farm Workers onder leiding van geestverwant César Chávez. Bij Maurin stond de geestelijke omwenteling voorop. Voor een verzameling vertaalde teksten verwijs ik weer naar eigen werk hier of elders


.

Christen-anarchisme verschilt (ook) op dat punt van het seculiere anarchisme: het stelt zijn doel in een toekomst die ver, ver weg lijkt, hier is de einder duidelijk het doel. En overigens: het Koninkrijk Gods is binnen in u, zoals aartsvader Tolstoy citeert.
Een biografie van Dorothy Day is er nu in het Nederlands, van de hand van Jim Forest, die eerder een korte biografie van Thomas Merton heeft geschreven, evenals Day een “bekeerling” van licht protestantisme naar nogal zwaar katholicisme, en geïnspireerd door de Catholic Worker.
Van mensen die het konden weten vernam ik dat de zondigheid die Merton had op te biechten en kwijt te spelen zoiets was als wat ik maar promiscuïteit zal noemen. Moest dat echt verzwegen worden?

Jammer dat Forest nogal duidelijk getuigt niets te weten van het anarchisme, dus al evenmin van het christen-anarchisme. Jawwel, als het over anarchisme gaat moet altijd een uitleg komen van de etymologie van het begrip en een summiere aanduiding van het streven. Welnu, anarchisten willen volgens Forest geen koning. Nu weet ik wel dat de VS geplaagd worden door gebrek aan republikeinen met een kleine r en democraten met een kleine d, maar zoveel onkunde had ik toch niet verwacht. Over het anarchisme van Day vermeldt hij later dat ze liever zei dat ze personalist was. Dat voorkwam verwarring. Dat kan ik mij voorstellen, maar daarmee was zij nog geen niet-anarchiste. Het streven van de Catholic Worker wordt omschreven als werken aan de nieuwe maatschappij in de schoot van de oude. Die is typerend van Kropotkin afkomstig, vergelijk het met de even kropotkiniaanse tweehandentheorie van Roel van Duijn: met de ene hand de oude orde afbreken, met de andere de nieuwe opbouwen. Ook Berdjajev en Tolstoy als inspiratiebronnen zijn toch echt anarchisten. Dit kan misschien niet gezegd worden van Dostojewski, wiens Gebroeders Karamazov voor Day wellicht de grootste inspiratiebron was – buiten de bijbel en heiligenlevens.

Catholic Workers zijn vanaf de begintijd van de atoombewapening activisten tegen de oorlog en de oorlogsvoorbereiding geweest. In de jaren vijftig was voor Day en anderen de verplichte oefening te schuilen voor een ingebeelde atoomaanval het actiepunt bij uitstek – het heeft haar in de gevangenis doen belanden. Strijd tegen de dienstplicht, opkomen voor burgerrechten, de landarbeidersstakingen, en intussen reiznen binnen en buiten de VS en het aan de gang houden van huizen en de redactie van het maandblad Catholic Worker – tot zij het niet meer kan.

Het dient gezegd: voorzover ik inzicht heb in leven en werken van Dorothy Day is het geheel met vlotte pen en zonder weglating van misschien pijnlijke bijzonderheden geschreven. Sommige gebeurtenissen waren voor mij persoonlijk nogal confronterend door de manier waarop ze ter sprake kwamen zonder de besmuiktheid die Forests biografie van Merton kenmerkt: haar abortus, de scheiding van haar geliefde die zeker niet meeging in haar katholicisme en tenslotte het lichamelijk verval in haar laatste jaren. Ja, zij heeft verdriet en spijt van die scheiding – het maakt haar menselijker dan ik uit andere beschrijvingen heb kunnen opmaken.

Aan het streven haar tot heilige te verklaren had gerust minder aandacht besteed mogen worden. Daar is zij protestant in gebleven en terecht: iedereen is geroepen tot heiligheid, “zo makkelijk wil ik niet weggezet worden” is het bekende citaat van haar er over al heeft zij het naar Forest weet maar een keer gezegd.

Dit geldt ook voor wat ik als titel heb gebruikt voor dit stuk, wat leerling/volgeling Daniel Berrigan zei ter gelegenheid van haar overlijden op 83-jarige leeftijd in 1980. Mooi raadselachtig, duister, diep!

  • Jim Forest, Alles is genade – een biografie van Dorothy Day. Vertaling van All is grace, door Anna Moorman. Eindhoven: Damon, 2020. 395p., €29.90.

 

15 juli, 2021

Iedereen is anarchist


Het inleidende boekje van Peter Storm roept bij mij de vraag op: hoe en waarom besluit je “voor het anarchisme te kiezen”. Peter schrijft dat hij van het trotskisme is overgestapt naar het anarchisme, hij heeft op dat punt illustere voorbeelden: Murray Bookchin, Daniel Guérin, ook André Gorz beschouw ik als behorende tot die categorie. Maar kan het wel een enkele politieke, weloverwogen stap zijn? Is het dan een persoonlijke keuze? Dat laatste kan in de praktijk ontkend worden aan de hand van het voorbeeld van Andalusische boeren en landarbeiders, en Lucien van der Walt in Black Flame betoogt dat het anarchisme een radicale arbeidersbeweging is of niet is. Daartegenover staat de opvatting van het anarchisme als eschatologische, mystieke stroming, dezer dagen beklemtoond door Simon Critchley. Niks eschatologisch, zegt Jerome Mintz dan weer, het gaat om lotsverbetering.
Het interessante en misschien wel het aardige van het anarchisme is dat die zielen ach, tegelijk in de borst van de anarchie leven.

Ik heb al een partij namen die u misschien niets zeggen voor u uitgestort en ook dat hoort bij het anarchisme. Men ontkomt niet aan boeken en wat er in neergelegd is, waarmee ik weer bij Peter Storm terug ben – die natuurlijk ook allerlei namen laat vallen en geen van de bovenstaande…

*

Een korte gedachtenwisseling met onze zeergewaardeerde auteur bracht mij tot nadere introspectie: wat bracht mij tot de “keuze” voor “het anarchisme”, die overigens van begin af aan marxiaans gekleurd is geweest (ik zou net zo lief “marxistisch” schrijven maar dit woord wordt dezer dagen dan weer grootschalig misbruikt). Er zijn twee niveaus waarop men “kiest” voor anarchisme. Het eerste is eigenlijk eigen aan iedereen. Tenzij men masochistisch ingesteld is, en tot op welke hoogte zou men dat zijn, wil niemand gekoeioneerd worden door machtigen, of uitgebuit worden voor de rijkdom van die machtigen. En bijna iedereen doet als vanzelfsprekend aan wederzijds hulpbetoon en verwacht dat bepaalde dingen (namens het) collectief worden geregeld. Iedereen is tot op zekere hoogte al communist of anarchist (ooit waren de woorden synoniem, de Russische bolsjewieken hebben de verwarring gesticht).

Een ziekenhuis dat winst moet maken zal de meeste mensen tegen de borst stuiten. Openbaar vervoer is een gemeenschappelijke voorziening. De brandweer is er niet voor de winst. Men zou het ook denken van scholen en universiteiten, van bibliotheken, de neoliberale drogredenering dat winststreven en concurrentie tot “efficiëntie” leiden gelooft geen mens, ook de neoliberale ideologen zelf niet. “De staat” hoort een gemeenschappelijk belang te behartigen, die gedachtengang kan men communistisch noemen. Dan weer niet anarchistisch, omdat het afwijzen van de staat er inherent aan is. En aan de staat als repressief orgaan kan men niet voorbijgaan.

Weerzin tegen de staat die gejammer over de belastingen te boven gaat is in georganiseerd verband vormgegeven in de weigering als lijfeigene tot moordenaar te worden afgericht, de dienstplicht. In Nederland een vast punt voor anarchisten, van de Christelijke Broedergemeente (bekend als Zwijndrechtse Nieuwlichters) tot en met Onkruit. En toen was het afgelopen. De dienstplicht werd in de ijskast geschoven en daarmee een beproefd actiepunt voor anarchisten, of: voor het anarchisme. In mijn persoonlijke geschiedenis was de keuring – wat voor soort artsen leent zich daar eigenlijk toe? – voldoende vernedering om een tijdlang jongens bij de poort op te wachten met de oproep deinst te weigeren, wat na de vernederende ervaring van de keuring vrijwel altijd in goede aarde viel (maar toch maar zelden werd opgevolgd: teveel gedoe…).

Afwijzing van gedwongen dienstbaarheid en vanzelfsprekende communistische gezindheid (Graeber en Schinkel wijzen er op) zijn dus de niveaus waarop zo goed als iedereen anarchist is.
Er moet altijd even uitgelegd worden dat met dat anarchisme geen chaos trappen of bommen gooien bedoeld wordt. Zoals Arthur Lehning ooit gezegd heeft (ik geef het weer uit mijn hoofd): als bommen gooien anarchistisch is, is Nixon de grootste anarchist ter wereld.

Kortheidshalve zeg ik op dit punt maar even: wordt vervolgd.

Genoemde auteurs:

  • Murray Bookchin, The ecology of freedom (bijvoorbeeld)
  • Daniel Guérin, bloemlezing Ni Dieu ni maître, eigen teksten: Pour le communisme libertaire
  • André Gorz, Adieux au prolétariat: Au-delà du socialisme
  • Jerome Mintz, The anarchists of Casas Viejas
  • Uitgelichte afbeelding: Door Rob Bogaerts / Anefo – http://proxy.handle.net/10648/acc64a44-d0b4-102d-bcf8-003048976d84, CC0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=65691093

 

Nieuw boekje over het anarchisme – ook voor jou!


Eindelijk verschenen! ‘Het anarchisme – ideeën, concepten, praktijken’, een kleine inleiding in de anarchistische gedachtewereld. Peter Storm – ja, ik dus – schreef de tekst. Joke Kaviaar droeg enkele tekeningen bij. Douwe van der Werf verzorgde de vormgeving. Een heel aantal vrienden en kameraden hebben op allerlei manieren meegeholpen, van aanmoediging, via het opsporen van typo’s tot en met het doen van verstandige suggesties ter verbetering. Het is de tweede uitgave van Ravotr Edities/Ravotr Editions, mijn kleine uitgeefproject. De complete tekst staat intussen ook op de website: https://peterstormt.nl/ravotr-uitgaven/het-anarchisme-ideeen-concepten-praktijken/

Het ding staat inmiddels dus online, maar is niet voor niets gedrukt! Het boekje is beschikbaar tegen een donatie. De kostprijs voor mij is 2,25 euro per exemplaar. Als mensen die het missen kunnen, iets meer dan dat doneren, bijvoorbeeld drie euro, dan kan ik mensen met erg weinig geld het boekje ook onder de kostprijs meegeven, eventueel ook gratis als mensen niks kunnen missen. Wie er meer dan drie euro voor over heeft, hoeft zich natuurlijk niet in te houden. Opbrengst van al die donaties gaat naar een eventuele herdruk, naar andere uitgaven van Ravotr Edities/ Ravotr Editions, of naar een ander anarchistisch project in de zelfde geest. Extra inkomsten uit het boekje zoek ik dus zelf nadrukkelijk niet.

Ik hoop binnenkort kleine presentaties van het boekje te kunnen verzorgen, her en der in Nederland en België. Bij die presentaties zal het boekje dan uiteraard beschikbaar zijn, tegen de hierboven genoemde donatie. Ik zal dan een praatje houden en iets vertellen rond doel, inhoud en totstandkoming van het boekje, en ga er dan ook graag over in gesprek met aanwezigen. Ook op die manier hoop ik wat aan de bekendheid, toegankelijkheid en verbreiding van het anarchisme bij te dragen.

Wil je zo’n presentatie bij jou in de buurt? Neem gerust contact met me op via ravotrinfo (at) protonmail.com Voor de presentatie zelf hoef ik niets, ik ben veel te blij met de gelegenheid om zoiets te doen! Wel vraag ik om reiskosten, anders zou het hele project me zoveel gaan kosten dat het meteen het laatste project van dit type wordt.

Vooralsnog ga ik het boekje niet via mailbestelling verkopen en verzenden. Daar heb ik de tijd niet voor, en om reden van privacy maak ik mijn rekening ook niet beschikbaar voor zoiets. Wel hoop ik het boekje via diverse verkooppunten beschikbaar te maken. Ben jij werkzaam bij zo’n verkooppunt, een boekhandel, een distro? Wil je graag het boekje beschikbaar maken voor jullie publiek? Neem er gerust contact met me over op. Ook zal ik er voor zorgen dat ik er bij politieke activiteiten een handvol exemplaren bij me heb. Spreek me gerust aan als je me kent, of mail me. Ook zonder verzending is er wellicht toch iets te regelen.

Ik hoop van mensen te horen!

 

14 maart, 2021

Het einde van een tijdschrift

"Onze editie 208 was de allerlaatste. M.i.v. 2021 is de uitgave van De AS gestaakt. Abonneren is dus helaas niet meer mogelijk. Losse nummers kunnen voorlopig nog wel worden nabesteld. Dat zal echter niet lang meer kunnen, want later dit jaar zal ook deze website waarschijnlijk worden opgeheven. Oudere edities worden ook tweedehands aangeboden via ons antiquariaat. De digitale versies zullen t.z.t. worden overgeheveld naar onze website Anarchief. Zo blijft ons digitaal archief in ieder geval behouden."
Nee, lieve mensen, deze site is niet in stilte overleden, al kan dat natuurlijk altijd nog gebeuren. Ik worstel met het o zo fijne, afstotelijke "intuïtieve" interface waarmee artikelen geplaatst zouden moeten worden. Nu ook op Krapuul, ook al is de bron-opmaak daar Wordpress, en heb ik nog steeds vastgehouden aan blogger, het oude paar schoenen dat nog fantastisch - zat, voordat de opmaak verrinneweerd was. Maar ik zal mijn best doen. Naar mijn weten heb ik al mijn stukken voor De AS hier geborgen. De ziel was er al uit met het overlijden van Wim de Lobel en Hans Ramaer, de oprichters. En met het vertrek van Anita de Waal en schrijver dezes was ook het anker naar enige relevante actualiteit verdwenen. Spaar uw tranen.