27 februari, 2023

Completen bij de dag

Wie woont onder de hoede van de allerhoogste God,
wie overnacht in de schaduw van God almachtig,
hij zegt tot de Heer: mijn toevlucht, mijn vesting,
mijn God, op U stel ik heel mijn vertrouwen.

Hij maakt u los uit de netten van de vogelaar,
Hij houdt van u af de pest van het kwaad,
Hij zal u dekken met zijn vleugels,
onder zijn wieken vindt gij uw veiligheid.

Bij nacht en ontij hebt gij niets te duchten,
vrees ook overdag geen aanval in de rug
en niet de pest die rondwaart in het donker,
Geen koorts die midden op de dag u wil verwoesten.

Al vallen er duizend aan uw zijde,
al storten er tienduizend neer voor uw ogen,
u zal het niet raken, uw God is getrouw,
Hij is een schild, een muur om u heen.

Gij hoeft uw ogen maar op te slaan
om te zien hoe de zonde wordt gewroken.
Dan zegt gij: de Allerhoogste is mijn toevlucht,
en gij zijt kind aan huis bij Hem.

Geen rampen zullen u overkomen,
geen plagen in de buurt van uw tent.
Hij heeft zijn engelen uitgezonden
Om u te behoeden op als uw wegen.

Zij zullen u op de handen dragen
en aan geen steen zult gij u stoten.
Gij plant uw voet op de kop van de leeuw,
de slang zult gij vertrappen, de draak zult gij doden.

‘Klampt hij zich vast aan Mij, Ik zal hem redden,
Ik maak hem groot, omdat hij mijn naam belijdt.
Roept hij, Ik antwoord. In angst en nood: Ik met hem,
Ik maak hem vrij en bekleed hem met heerlijkheid.

Leven zal hij, tot in lengte van dagen.
Hij zal mijn redding aanschouwen.  

- Psalm 91 in de post-conciliaire bewerking van Huub Oosterhuis en Michel van der Plas. Een van de afsluitende psalmen van de dag in het klooster waarmee mijn gade en ik verbonden zijn. De Moriya-gemeenschap die in het tamelijk ontvolkte gebouw was ingetrokken is in 2019 ontbonden. Er is nu een organisatie voor religieuze kunst ingetrokken.

Intentionele gemeenschappen lijken vooralsnog niet zo duurzaam.

- Afbeelding: Door Funkyxian - Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=62269831

25 februari, 2023

Roel van Duijn als ziener

 


Het moet een merkwaardige gewaarwording zijn, als iemand je toestemming vraagt om een biografie aan je te wijden. Je leeft nog, bent als pensionista volop actief als schrijver en je tachtigste verjaardag is in zicht. Je geeft toestemming. Een zekere ijdelheid kan je niet vreemd zijn, hoe verrast je ook moet zijn door de vraag.

Roel van Duijn tachtig? Is mijn tienertijd ook al voorbij?

De biografie noemt hem al in de titel ziener, Van Duijns paniek zoals geuit in geschrifte onder de titel Paniekzaaiers gaat vooraf aan de publicatie van Grenzen aan de groei, dat bij uitstek in Nederland een hit is geworden. De ondertitel van de biografie is een opsomming in de tijd, min of meer: Provo, Kabouter, Schaker, Politicus, Bioboer, Liefdesconsulent, Historicus en Opiniemaker. De biografie is chronologisch opgebouwd, niet thematisch, al is het de vraag hoeveel anders het verhaal zou zijn uitgevallen.

Dat Van Duijn, zeker ook vanuit buitenlands perspectief – de schrijver is Belg -, de belangrijkste anarchist van Nederland van de tweede helft van de afgelopen eeuw is, lijkt mij onbetwistbaar – ik zou geen andere naam die daarvoor in aanmerking komt bedenken, al moet meteen gezegd worden dat het geen wedstrijd is. Het begon bij Roel (ik doe familiair, want heb hem meermalen ontmoet) met Ban-de-bomdemonstraties, via Provo, kennismaken met het biologisch-dynamische boerenbedrijf, Kabouter.

(Hier moet ik even inlassen dat de boer bij Loverendale, die niet wilde dat kabouters verstoord werden door machines, volgens Roel – in antwoord op mijn vraag hierover – met die kabouters zichzelf bedoelde. Eerlijk gezegd vind ik dat een onbevredigend antwoord).

Het Kabouterdom werd in Amsterdam en ook elders een succes, maar als strovuur: gelanceerd begin 1970, het vuur was er al grotendeels uit in 1971. De Paniekzaaier volgde, het praten met bomen, lid worden van de PPR en daarvoor opnieuw raadslid worden en zelfs wethouder, tot chagrijn van de andere leden van B&W en coalitiegenoten. Hierna wordt hij zelf ecologische boer maar de politiek blijft roepen. De PPR is betrokken bij het lanceren van een Groene beweging. Van Duijn treedt uit de inmiddels gevestigde partij en wordt gekozen tot raadslid in Amsterdam voor De Groenen. Ik ga niet de oscillatie van de groene partijpolitiek volgen, in het verhaal van de biografie worden de jaren steeds korter naarmate het heden in zicht komt. Van Duijn eindigt zijn politieke loopbaan als deelraadslid voor GroenLinks. Inmiddels is de gang van Provo tot NAVO daaraan verbonden: hij stemt in met de bombardementen op Servië en ziet al spoedig het gevaar van Poetin en de eerste invasie in Oekraïne van 2014. Anarchistisch? Er is sprake van geweest na 2014 dat hij auteur zoniet redacteur zou worden van De AS, maar hij had bezwaren tegen columnist Bas van der Plas, die zich uitgesproken pro-Poetin uitte, hetgeen tot zijn spijt werd aanvaard door de fungerende redactie.

Na de politiek kwam de liefdesverdrietconsulent, en ja, ik geef toe dat ik het een en ander heb gehad aan zijn vragenlijst en bijbehorend advies. Het litteken blijft.

Roel is zelf nogal ervaringsdeskundige, al is hij nooit lang zonder verkering, blijkt uit de biografie. Laat ik hier verder niet op ingaan, mij lijkt het politieke verhaal het belangrijkst (maar wellicht stemt de hoofdpersoon hier niet mee in, al geeft hij toe geliefde en kinderen nog wel eens verwaarloosd te hebben voor zijn werkzaamheden).

Het boek moest verschijnen ter gelegenheid van Roels tachtigste verjaardag, of het daarom zoveel slordigheden bevat – duidelijk geen eindredactie – zou ik niet kunnen zeggen.
Het zij de hoofdpersoon toegewenst dat het nog lang moge duren voordat de afgeronde biografie aan de orde is. Proost met een vruchtensapje!

– Marc Wildemeersch, Roel van Duijn, een ziener in Nederland. Soesterberg: Aspekt, 2023. 457p., €29,95


18 februari, 2023

Anarchisme is geen zaak van gooien en smijten, of: na de daad de gedachte

 


Formuleren waarom dit stuk mij ergert voelt als een klus waarvan ik meende dat die al een halve eeuw overbodig was. Of zeker sinds het begin van deze eeuw. Afgeven op “het marxisme” dat niet het beste voorheeft met de werkende klasse, “het anarchisme” daarentegen wel. Voor “het marxisme” moet je de canon kennen en waarderen. En dan vallen de namen Marx en Engels en “het marxisme” wordt verder gecompleteerd met Lenin. Maar daar heb je het al. Lang niet alle marxisten beschouwen Lenin als deel van een “marxistische canon”. Enfin, voor “het anarchisme” hoef je Bakoenin, Kropotkin of Proudhon niet gelezen te hebben, hoor. Daarin geef ik de schrijver gelijk. Je kunt ook Marx lezen en er “anarchistische” conclusies aan verbinden – of zelfs Lenin, als je je beperkt tot Staat en revolutie

Hoewel Marx en Engels hun toevlucht vonden in Engeland is de georganiseerde arbeidersbeweging in Engeland/Groot-Brittannië nooit “marxistisch” geweest. Beide schrijvers lieten zich juist inspireren door de arbeidersbeweging in Engeland, die samenhing met de staat van kapitalistische ontwikkeling – waarin Groot-Brittannië lang vooropgelopen heeft. Dus ja Virginia, je hoeft geen marxist te zijn. Ik zal niet eens zeggen dat “het helpt”.

Eerst is er de daad, daarna de gedachte. Een belangwekkend marxistisch tijdschrift in Nederland heette zo: Daad en gedachte. Nederland heeft zijn eigen marxistische school (gehad), met Anton Pannekoek, Herman Gorter, Henriëtte Roland Holst en ten laatste Cajo Brendel, de man achter genoemd tijdschrift. In het kort: de arbeiders (in de ruimste zin van het woord, denk niet speciaal aan de lopendebankwerkers) voeren een actie en bezinnen zich na afloop op de betekenis en de zin ervan. Na de daad komt de gedachte. Een mooie die ik mij herinner uit de nadagen van Daad en gedachte was de bezetting van een bedrijf onder de leuze “Wij eisen stakingsrecht” – terwijl zij het eisen nemen ze het al, was de droge conclusie. Achteraf nadenken kan beslist geen kwaad. En er is een legioen schrijvers uit vele eeuwen die behulpzaam kunnen zijn bij het overdenken.

Hier ben ik al aangekomen bij het punt van ergernis over de stelling dat je niet gelezen hoeft te hebben om anarchist te zijn, zoals Newton in het nota ben door Kropotkin opgerichte Freedom schrijft. De illustratie wekt extra ergernis, al is niet duidelijk of die gekozen is door de schrijver of door de (beeld-)redactie van Freedom. Witte jonge mannen met duidelijke middle-class uitstraling gooien stenen naar – vermoedelijk politie verderop in de straat. Context ontbreekt. We moeten maar beseffen dat ze anarchist zijn, vooral vanwege de overwegend zwarte kleding. Je bent tegen uniformen en dat draag je uit door tamelijk geüniformeerd gekleed te gaan.
Je hebt Malatesta niet gelezen, je gooit gewoon lekker stenen.

Ik moet denken aan Pasolini die studenten die stenen gooien naar de politie als klassenstrijd aanduidde. En hij wist wel wie de proletariërs zijn in dat geval.
Houd toch op met het ophemelen van anti-intellectualisme.