31 maart, 2013

Betrapt... - Magische trui - Het was slechts een begin - portfolio 18

1. Betrapt...

Zojuist had ik het weer op straat, vaak komt het niet voor, daardoor trof het mij. Ik zag een paar onder hotpants uitkomende benen op mij aflopen, verblijdde mij in de aanblik, keek omhoog en zag - de rest van de persoon, met baby in zak op buik. Ze keek mij bestraffend aan.

Met alle goede bedoelingen als meedeiner op de Tweede Golf overkomt het mij vaker. Een akelige collega die er aan meegewerkt heeft dat ik ontslagen werd fietste naar mij toe in de vorm van een paar benen, toen keek ik op - zij lachte triomfantelijk.
Een andere ex-collega wier chef zij geweest was reageerde boos toen ik het vertelde. "Je kijkt maar naar de mijne, die zijn tenminste mooi."

2. Magische trui

Zij liet haar hand in de ruime mouw glijden en streelde de huid van mijn arm. "Ik vind het zo leuk van jou dat jij nog zo de idealen van de jaren zeventig uitstraalt." Voor ik het wist waren we in een heftige kus verwikkeld. Vanachter en om de bar stak een luid geloei op. Pas later vernam ik dat het café in de Spartacusgids voor de stad weliswaar als "gemengd" stond aangegeven, maar heterostelvorming werd hoorbaar niet gewaardeerd. Ik heb nog steeds geen spijt.

Idealen van de jaren zeventig? Ik zal u sterker vertellen, geliefde van dat weekeinde. Mijn moeder heeft de trui waaronder je mij benaderde gebreid in het magische jaar 1968. Haar magie is overbodig geworden, helaas.

3. Het was slechts een begin

Het is zo'n elementaire dreun dat je je niet kunt voorstellen dat hij niet allang bestond. Toch dateert hij pas van 1962, de groep The Routers, waarin Scott Engel die later nog heel gevoelig zou gaan zingen.
Let's go, de cheerleaders op de hoes suggereren dat het voor een speelveld is - misschien wel voor wat ze in de VS voor voetbal verslijten. Maar op de Franse velden werd het, via coverversies, ook gescandeerd. En zo kwam het op straat terecht in mei 1968, Ce n'est qu'un début, continuons le combat.
"Dit is het begin, wij gaan door met de strijd," werd dit in Nederland.

En met het ritme in gedachte wil ik vragen: dat begin, komt daar nog iets achter?



En met deze mooie en verbazend toepasselijke titel eindigt het legen van de ruimen van mijn 120woordenstukjes tot nu toe.
We zien wel wat de toekomst brengen moge...

Teruggevonden zangeres - Portfolio 17

Ooit ben ik begonnen met Occitaans leren, een taal waarvan ik toen ik er voor het eerst de naam van hoorde zelfs geen idee had waar zij gesproken werd. Wat ik van mijn lessen kan zeggen is dat troubadour een corrupte spelling is van trobador, "vinder" is de gangbare etymologie.

Ik zie dat het thema van de week is en vind het bijna spookachtig. Ik ontdek net een video van Jacmelina, vrouwelijke trobador die ik heb zien optreden in Montpelhier in 1979. Achteloos publiek praatte door haar ijle zang heen, zij moest opgeven. Ik zie haar terug, voel mij bijna verliefd.
Wat jaren later raakte zij gewond bij een auto-ongeluk, kreeg bloedtransfusies, een alweer vergeten Frans schandaal: gestorven aan aids.

Een dystopie - Dystopie Nederland - Portfolio 16

1. Een dystopie

Stel je een samenleving voor waarin driejarigen alvast worden beoordeeld op hun kansen op wat men "arbeidsmarkt" noemt.
Stel je een samenleving voor waarin een niet meer goed voort kunnende tachtiger die ziek te bed ligt als geval "waarbij we de behandeling staken" wordt gezien.
Stel je een samenleving voor waarin men studeert voor een hoog inkomen in plaats van om kennis te verwerven op zekere terreinen en liefst de grenzen van die kennis te verruimen.
Stel je een samenleving voor waarin men geneeskunde studeert omdat het goed voor je portemonnee is, vooral specialismen.
Stel je een samenleving voor waarin bejaarden, zieken, werklozen en armlastigen op ieder ogenblik een bonk op de deur moeten honoreren.
Dat is al een dystopie.

2. Dystopie Nederland

Het was in het jaar waarin Wim de Bie solo verder zou gaan op televisie. Hij was bij het Studium Generale over Utopieën aan de UvA. De nationale denker van niks die in Nederland op handen gedragen wordt kwam nog even uitleggen waarom utopieën zo gevaarlijk zijn. Gebruikelijke riedel over de Sowjet-Unie, het grootste land ter wereld, bepaald geen utopie.
Bij het vragenrondje vroeg ik waarom er geen aandacht was besteed aan de utopie van de Markteconomie, waarop de media dagelijks hameren dat zij zo goed voor ons is.
Ayn Rand, dacht de nationale denker van niks hardop. Goed idee. Aldus geschiedde. Tweederangs denker over tweederangs auteur met tweedehandsideeën.
Saskia, die het voor de utopie mocht opnemen, is niet meer.

Met een lange zwarte sluier - Portfolio 15

Brett is de naam.
Denk van mij wat je wilt, maar als jonge flierefluiter van 23 had ik allerlei affaires, onder andere met een vrouw die twee keer zo oud was als ik. Ik had nog met haar geslapen toen ik haar op 10 september, ruim vijftien jaar geleden, weer opzocht. Het was makkelijk -
...daar lag zij. Haar handen waren afgehakt, zij had een ongelooflijke hoeveelheid steekwonden.
Ik heb de alarmcentrale gebeld maar mij niet bekendgemaakt. Maar anoniem bellen kan allang niet meer. En mijn DNA is "op" haar gevonden, nogal wiedes als je het pas nog met elkaar gedaan hebt.

Een motief zoeken was niet nodig, vonden officier en rechter. Als u dit leest ben ik zelf doodgespoten. Vaarwel.

Mijn vriend Harry Meijer - Portfolio 14

Eens had ik een geliefde
De schoonste aller vrouwen
Ze overtrof allen die ik ooit gekend had geheel

Ik had een vriend
Forse kerel, genaamd Harry Meijer
Harry had een auto met een wijd open dak

Naar de wensen der vrouwen viel zij voor Harry
Ik wilde dood maar het touw was te zwak
Mijn verkering voorbij en daarmee mijn leven
Zonder auto met wijd open dak...

'k Zon op wraak en loerde op Meijer
Maar bedacht toen: waar dient het ook toe
zij wil een open dak en een glimmende auto
Laat het haar hebben en Harry er bij

Ach, de loop van het leven
En de wensen van vrouwen
't Zal nog jaren duren
Voordat ik ze begrijp


Alle waar - Als het enkele paar schoenen op de foto - De ketenen opgelost in azijn - Portfolio 13

1. Alle waar

Het was nog onder Ceauşescu, toen een Vriend van het Westen want hij lag dwars tegen Moskou. Het was vast niet de armste streek van Roemenië; maar de verhalen over armoede kon je niet ontlopen. Gegeneerd - en om meer dan een reden - zeg ik dat de prijzen naar de armoede waren. Voor een prikkie een fles ţuică, pruimenbrandewijn die mij heeft leren drinken.

In dezelfde winkel kocht ik een fles waarop een etiket waarvan het enige dat ik begreep het woord "wijn" was (vin). Witte Roemeense wijn voor een spotkoopje.
Bij een speciale gelegenheid begon ik er over: "ik heb Roemeense wijn, ik maak hem nu open".

Met een breed gebaar schonk ik het eerste glas azijn uit...

2. Als het enkele paar schoenen op de foto

Het was mijn eerste zelfstandige vakantie en meteen nog in een ver vreemd land. Dat de onhebbelijkheid had begaan twee dagen voor mijn vertrek Tsjechoslowakije binnen te vallen. Moest ik afzeggen? Het heeft mij de kans gegeven Brezjnjew zelf in razende vaart langs mij te zien rijden op het Rode Plein. "Ik zie geen bewaking", zei de gids verbaasd. Daarvoor had Leonid te veel haast.

In een van de parken van de stad picknickten we en ik zag recht tegenover mij een sokkel met wat duiven er op, maar geen beeld. Achteraf vind ik het wijsneuzig en provocatief, maar ik vond het leuk om de gids naïef te vragen waar dit een standbeeld van was.
"Van de stompzinnigheid," antwoordde hij.

3. De ketenen opgelost in azijn

"Azijn" associeer ik waarschijnlijk blijvend met het Manifest van de Communistische Partij, volgens het titelblad geschreven door Marx en Engels samen. Neen, het komt niet doordat het een zurige inhoud heeft zoals u waarschijnlijk denkt.
Het werd als mogelijk keuzeboek over "politieke stromingen" genoemd voor mijn studie en op grond daarvan las ik het. Hoe vreemd het ook moge klinken, of misschien klinkt het dat nu weer niet meer, ik moest vernemen dat mensen niet zomaar voor hun plezier hun leven vergooiden aan werk dat zij vervloekten. Daar zat van alles aan vast.

Mijn moeder was terwijl ik het las aan het schoonmaken in de keuken. Een glazen azijnfles viel en brak in stukken. De lucht blijft tot vandaag hangen.

Drievoudig kampeerdebuut - Mijn onbekende massale nageslacht - Portfolio 12

1. Drievoudig kampeerdebuut

Mijn allereerste kampeernacht mag ik gerust onvergetelijk noemen. Ik was met vriendin en twee flatgenoten op fietstocht naar de Gentse Feesten. Ik weet eigenlijk niet eens of we daar iets van meegekregen hebben.
De anderen vonden mij maar een zeurpiet dat ik op een camping wilde staan en niet ergens "wild". Mijn grote tegenzin tegen gebrek aan water gaf de doorslag.

Hoe wij zo stil gedaan hebben naast "die anderen" weet ik niet meer goed, maar we hebben in die vierpersoonstent de liefde bedreven. En toen ik daarna alleen op mijn rug lag voelde ik er hard tegenaanbonken. "Haha je bent niets gewend" was de reactie.
Bij het oprollen van de tent kwam onder mijn plek een verse molshoop vandaan.

2. Mijn onbekende massale nageslacht

De camping maakte duidelijk dat de naam des Heeren in acht genomen moest worden en dat er zaterdag afgerekend moest worden bij vertrek op zondag. Het was zeven uur, de tijd voor de ringspootsteekmug. En daar waren ze, bij het opzetten van de tent.

Zij kreeg dispensatie omdat ze haar boven mij prefereerden en zij hotpants en een topje aanhad. Ik zette de tent alleen op waarbij mijn t-shirt onkoketbedoeld bij het bukken regelmatig omhoogkroop. Daar sloegen ze toe.

Toen stond de tent en was de aanval voorbij en zij kwam tevoorschijn.
's Avonds voor het slapengaan telde zij op een klein stukje rug al honderdvijftig beten.
Eigenlijk mag het een wonder heten dat ik niet gevloekt heb die avond.

De terugkeer van Mathilde - De metamorfose van Pyramus en Thisbe - Muze, verhaal mij - Portfolio 11

1. De terugkeer van Mathilde

De prinses liep verveeld de tuin van het paleis in. Bij een van de vijvers zat klaaglijk een kikvors te kwaken.
"Ach kikkertje, waarom klaag je zo jammerlijk?" vroeg de prinses.
"Ik mis mijn Mathilde," vertelde de kikker. Het verhaal speelt uiteraard in de tijd waarin mensen en dieren elkaar nog verstonden.
De prinses werd overvallen door gemengde gevoelens. Zij heette zowaar Mathilde, zou wel een leuke prins willen ontmoeten maar dit was nog niet voorgekomen in haar leven. En haar huwelijk zou door anderen geregeld worden, wist zij.
Toen overwon haar nieuwsgierigheid haar aarzeling. Zij tilde het lelieblad op de vijver omhoog en gaf de nietsvermoedende kikker een liefhebbende kus.
Als bij toverslag veranderde de prinses in een ooievaar.

2. De metamorfose van Pyramus en Thisbe

Het was het eerste stuk in echt Latijn dat ik klassikaal gelezen heb, Pyramus en Thisbe, uit Ovidius' Metamorphoses. Een draak van een verhaal over een misverstand rond twee gelieven die bijeen niet kunnen komen, afspreken buiten de stad bij een grot, zelfmoord plegend omdat de ander door een leeuw verscheurd is omdat er een kledingstuk los bij de grot lag.

Maar wat als Pyramus (of Thisbe) zich alvast had uitgekleed, en zijn/haar lief verbeidde in die grot, en - zij het weinig subtiel maar veelzeggend genoeg - wilde symboliseren hoezeer hij/zij zich verheugde op het komend minnespel?
Geen twee doden, mooie afloop - en misschien wel helemaal geen verhaal, zeker geen draak. Pyramus en Thisbe gemetamorfoseerd tot gelukkig stel.

3. Muze, verhaal mij

Vier uur. Winter. De schemering valt, na het doffe daglicht van een grijze ijzige hemel. Ik zit aan mijn tafel. Zij staat bij het raam bij de muur.

Zo beschrijft Henriëtte Roland Holst een door Romain Rolland weergegeven ogenblik van eenheidsgevoel - men noemt het ook wel een mystieke ervaring.
Of wat is een mystieke ervaring? Als de Witte Godin op bezoek komt, is dat een mystieke ervaring?
Meestal komt zij zonder fysieke gestalte, zij fluistert in, richt gedachten, geeft raad, zorgt dat je als in een koortsaanval in een paar minuten die 120 woorden schrijft.
Maar een enkele keer verschijnt zij in den lijve.
En staat bij het raam. Maar Rolland heeft het over zijn tafel. Ook een "zij".

Splendour in the grass - Portfolio 10

Mijn zus en haar vriend waren zich elders in het hoge gras aan het vermeien en zo bleef ik op deze fietstocht alleen achter met beider klasgenote, zij bijna twintig, ik net veertien.
Zij vond het reuze spannend dat ik Latijn en Grieks leerde op school. "Weet je hoe je Ik houd van je zegt in het Latijn?" "Amo te" gokte ik zonder veel overtuiging.
"Heb je dat wel eens tegen iemand gezegd?" drong zij aan. Ze lag en haar rok kroop daarbij flink omhoog. Hier was iets gaande maar ik wist niet wat. "Nee," zei ik naar waarheid. Dat vond zij raar.

De onvergetelijke middag in het lentegras waarbij ik het verschil tussen klein hoefblad en paardebloem leerde kennen.

Semper mutabile - Het schaamhaar voorbij - Serieus genomen - Portfolio 9

1. Semper mutabile

"Ik zag haar lopen gisteren, in een panterjurk. Dat is toch ongelooflijk ordinair." Vruchteloos probeerde zij een meisje uit mijn verleden slecht af te schilderen. Waarom zij dat zo graag wilde begreep ik eigenlijk niet en ik weet nog steeds niet of ik het jaren later wel begrijp.

De volgende keer dat ik haar ontmoette droeg zij nota bene zelf een jurk met pantermotief. Ik herinnerde haar aan haar woorden over de gesmade ander. "Als ik het draag is het sexy," was haar antwoord. Ze was duidelijk teleurgesteld dat ik mij haar woorden nog herinnerde.

Laat ik mij dat nou ook voorgesteld hebben van "die ander". En bij verder nadenken kan ik mij afvragen of sexy en ordinair hetzelfde zijn.

2. Het schaamhaar voorbij

Als ik de site van het plaatselijke sufferdje opsla - hoe tegenstrijdig deze opening - zie ik nakende mannen met gymschoenenen en sokken aan achter een bal aanlopen. Het belangrijkste dat mij opvalt -

in de roerige jaren zeventig bedachten mijn kameraad/vriend H. en ik een onmiskenbaar Gat in de Markt, een behoefte die wij als maatschappijkritische geesten wel even bedachten voor de helden achter de Markteconomie (die toen nog niet zo heette).

De Sirshave (TM), voor u mijnheer - om die ontsierende haren in uw kruis krachtig te lijf te gaan.

Konden wij bevroeden dat ongeveer een derde van een eeuw later deze op hol geslagen fantasie realiteit zou zijn? Babyhuidjes waar ooit het bewijs van volwassenheid zou groeien?

3. Serieus genomen

Waarom het mij te binnen schoot hoef ik zelf niet eens te weten, maar plotseling kwam het langs.
Ik was als argeloze jongeling zo onvoorzichtig aan mijn moeder te vertellen dat een meisje tegen mij gezegd had dat ze mij lief vond. Dat bleek helemaal mis. "Als ze dat zegt is het wel duidelijk dat ze je niet serieus neemt." Een wijsheid die mij uiteraard niet vrolijker stemde.
Bij volgende gelegenheden kon ik toch echt zelf constateren dat de opmerking wel degelijk gericht was tegen iemand die serieus genomen werd.

Ik kan het niet meer vragen: "Hoe moet het dan, mam?"
Zij, kreunend: O Tarzandré... Ik: Ga maar vast liggen schat, dan ga ik nu nog even een luipaard wurgen?

Zomaar een held - De kurk - Het weekeinde waarin het niet op kon - Portfolio 8

1. Zomaar een held

Stadhouderskade/Leidsebosje, Amsterdam, kwart voor zes. Het knipperlicht geeft aan dat er een tram aankomt en dat men moet wachten met oversteken. Maar wat is dat? Een man staat stokstijf stil op de baan van de tram die komt aanstormen. In het donker kan de bestuurder de man pas op het laatst zien. Roepen helpt niet, de man lijkt verward en hoort tram noch schreeuwen.

Een man die tot een zeer net uitziend gezelschap hoort rent naar voren, springt op de man en duwt hem van de baan. De tram houdt voor het punt waar de verwarde man stond stil.

Zomaar een heldenverhaal uit het dagelijks leven, maar ook hartverwarmend. De springende man heet - naar zijn gezelschap zegt - Evert-Jan.

2. De kurk

Wanneer houdt dit op? Als ik een wijnfles opentrek - het komt steeds minder vaak voor, want de kurk lijkt in onbruik te raken, wat mij vanwege Alentejo zeer spijt, terzake! - klinkt altijd het woord van mijn moeder in mijn hoofd. "Je moet zorgen dat je dat goed kunt want als je verkering hebt wordt er van je verwacht dat je dat bij haar ouders op je neemt."

Mijn moeder is er al een jaar niet meer. Ik heb al zeventwintig jaar verkering met Dezelfde Innig Geliefde en trek zelden een fles open bij haar ouders. Dan blijft de vraag: houdt dit op als zij er ook niet meer zijn? Of toch als ik er zelf niet meer ben?

3. Het weekeinde waarin het niet op kon

Bij de eerste blik was het raak, en de vonk was wederzijds. Zij ging naast mij zitten en begon mij aan te halen, steeds heftiger. "Goh, houden jullie van elkaar?" vroeg het meisje met wie ik eigenlijk in gesprek was. "Jaha," zei ik iets te overtuigd. Toen moest de nieuwelinge even daarheen waar de natuur haar riep.

Mijn gesprekspartner wierp zich in mijn armen, "ik ben bang dat ik verliefd ben." Ik kon alleen maar lachen. "Ik weet het wel zeker," zei ik, inhoudelijk niet geheel logisch. En zij ging weg, de nacht aan mij en de nieuwelinge overlatende.

Gelukkig had die een baantje waarbij zij de volgende ochtend vroeg op moest.
Want om tien uur zou mijn vriendin overkomen.

Verwarring - Avondontmoeting - Mooi met de kerst - Portfolio 7

1. Verwarring

Minstreel Arnoud liep langs veld en beemd, zich zorgen makend over Lidewijde, die hij de zijne waande. Keek zij laatst niet erg innig naar zijn collega Frans?
Zoals het dichters betaamt verstond Arnoud de taal der dieren. Wat zeiden die kraaien daar? "Arnoud moet er een einde aan maken, die vrouw is onhandelbaar. Ze eindigt bij Frans."

De minstreel aarzelde niet. Hij zocht een steen op de weg, bond die aan het koord van zijn luit en sprong in de vaart om niet meer boven te komen.
"Wat was dat nou?" zei de ene kraai. "Maar goed, daar zul je het hebben."

Boer Arnoud liep over de gouw met aan een koord een tegenspartelende koe, op weg naar slager Frans.

2. Avondontmoeting

Van het pension naar de pub in het vlekje is een wandeling van een minuut of tien. Het pension ligt in de verlatenheid op de heuvel, als je naar de weg loopt passeer je aan weerszijden een kleine begraafplaats.

Ik was met een vrouw en twee mannen op weg naar de pub, toen we een oude gebogen man tegenkwamen die heuvelop liep. "Goedenavond mevrouw, heren," zei de man, en hij lichtte zijn versleten zwarte hoedje op. Wij groetten terug en bedachten - waar gaat hij eigenlijk heen, de weg houdt op bij het pension en daar kennen we hem niet van.

We keken om. Nergens een spoor van een man in een cape met een zwart hoedje op te zien.

3. Mooi met de kerst

De advertenties in de krant beloofden van alles, dit waren heel bijzondere dagen. Het schokkendst was wel die ene die de mannelijke lezer inpeperde dat de vrouwen deze dagen mooier dan ooit waren. Nee toch? Was het echt?
En ik woog af met wie ik de kerstdagen zou doorbrengen. Mijn moeder en zusje. Mijn oma. Wellicht een of twee tantes met bijbehorende nichtjes. Of een oudtante met haar dochter, die tante genoemd werd maar eigenlijk achternicht was. En daar dan de dochter weer van, een achter-achternicht. Maar nog steeds erg dichtbij, gevoelsmatig. Soms wat verder weg, maar "vrouw", mooier dan ooit?

Het feest van de geboorte van de Zoon van God was weg, mooie vrouwen hebben de plaats nooit overgenomen.

Een koor uit de andere wereld - Witte port in het bos - Engelenslachting - Portfolio 6

1. Een koor uit de andere wereld

"Als we nou eens bij die scène in het bos, waar de mannelijke hoofdpersoon aarzelend kijkt naar de twee meisjes in zijn gezelschap, twee levensgrote tuinkabouters neerzetten." Hij dacht na."Een met een hengel en een met een gieter. Manshoog. In het bos. Merkwaardiger kan het toch niet, zou je zeggen."
De twee tuinkabouters zouden dan ook de rol van het koor in Grieks drama moeten vervullen. Commentaar leveren op de onzekere Piet en de mooie metgezellinnen met wie hij zich geen raad wist.

Het koor werd geïnstalleerd. De opmerkelijkste regie-aanwijzing werd "De gieter gaat af": de tuinkabouter liep weg.

Nu na al die jaren dringt tot mij door dat de man die ze bedacht heeft zelf wellicht een elementaal was.

2. Witte port in het bos

Piet loopt met twee meisjes door het bos. Hij heeft een vlinderachtig gevoel ten aanzien van elk van hen, en zij kijken hem steeds verwachtingsvol aan als hij iets zegt, wat overigens niet vaak gebeurt. Zij zoeken zich moeizaam een weg, lijken verdwaald. Zij komen bij een open plek, en gaan op afstand van elkaar op het mos zitten. Betsy heeft een fles witte port bij zich, zij laat die rondgaan.

In de zon doezelen de meisjes weg, Piet kijkt het tafereel treurig aan. Kijkt om zich heen - speelt de port hem parten? Zijn dat bomen of tuinkabouters, daar aan de overkant?
Tuinkabouters? Hij barst in snikken uit, heeft misschien nooit zoveel tranen gestort - maar dat is overdreven.

3. Engelenslachting

Als engeltje heb ik het niet zwaar. Mijn taak is tegen grassprietje Jonas te zeggen: groei! Marietje, de buurspriet in de pol, heeft Annie als engeltje. We hebben het gezellig, hier in het gazon, als deel van de pol. Wij moedigen aan, maar de zon, de regen, de grond, de wormen en allerlei andere krachten zorgen er voor dat mijn woorden niet voor niets gezegd worden.

"Jaap, het is echt geen gezicht, dat gras in de voortuin," zei Elke, niet voor het eerst, maar nu wel heel dwingend, tegen haar man. "Er wordt al over geroddeld."
Jaap wist wat er verder ging komen. Zuchtend hees hij zich overeind, pakte de grasmaaier, plugde in en zette de loeiende machine in beweging.

Rinkelen - Het herstelde hart - Portfolio 5

1. Rinkelen

Ze stond, had net de stomp van de joint gedoofd. Met een onnavolgbaar en bijna onwaarneembaar zetje bracht hij haar aan het wankelen en liet haar handig in zijn armen landen. Zij was eerst even overdonderd als ik, als toeschouwer, keek hem even aan, omhelsde hem en nestelde zich tegen hem aan.
Een Japans vechtsporttruukje geloof ik, had hem het meisje opgeleverd dat voor mij bestemd leek. Zij gingen in elkaar op, ik keek even of ik nog een plaat zou opzetten, en zo ja, welke.
Zij keek vriendelijk naar mij en wenkte: "Kom bij ons zitten."
"Ons"! En ik gehoorzaamde ook nog.
Hebben zij op die eindeloze tocht naar "hun" plaats in die kussens mijn gebroken hart horen rinkelen?

2. Het herstelde hart

Ruim een week later belde Gerdi mij op en alsof het zo hoorde praatten wij een tijdje gezellig met elkaar. "Zullen we iets afspreken?" zei zij. Een eetcafé dat ik wel kende was goed voor over een paar dagen.

Ik smolt bij haar aanblik maar hield mij groot, we spraken honderduit en Jos, die haar tegen zich aan had laten zwikken, werd niet eens genoemd. Al moest het wel uitgelopen zijn op - niet aan denken.

Wij hadden de afspraak voor de volgende keer al gemaakt toen het ogenblik zich aandiende: we hadden beiden onze fiets al los. Zij omhelsde mij, kuste mij innig: "Ik vind jou zo leuk." "Ik jou ook".

Een lang en gelukkig leven lag voor ons.

Langs bij de oude - Een dag in november - De zon tegemoet - Portfolio 4

1. Langs bij de oude

Het pad wordt steeds smaller, het bos steeds donkerder. Ergens in dit bos woont Vader Ljew Borisewitsj Medwedew, een beroemd starets die raad weet met alle vragen die een zondig mens kunnen kwellen.
Wat ritselt daar? Hemel, het is een reusachtige beer, nog geen tien passen van mij af. Ik blijf stokstijf staan, de beer heeft mij gezien. Hij kijkt mij aan - is hij mij welgezind? Na twee minuten kijken lijkt hij verveeld en loopt hij langzaam het bos in.

Na een tijdje wachten heb ik de moed verder te lopen, kom op een open plek - daar is de houtvester. "Weet u waar Ljew Borisewitsj is?" "Die heb je net gezien, ongelukkige, en je weigerde hem te herkennen."

2. Een dag in november

Ik had het op mij genomen een heuse Roman te schrijven die maand, Nanowrimo, het motto dat je deed beseffen dat velen met jou met de geest en de tekst worstelden. Misschien een brievenroman.

Ik begon aan een brief aan een gevangene, die opgebeurd moest worden. Ik vertelde hem van wat ik kon opblazen tot een vrijage met een meisje in een - "green short dress"? of moest ik schrijven "short green dress"? Twee verschillende mededelingen.

Mijn afwegingen werden onderbroken door een telefoontje van Lief. Zij had drie kwartier moeten wachten voor zij bij haar werk kon komen. Er werd geschoten bij de ingang door een man die naar zij zei Theo van Gogh had doodgestoken.

De roman kwam af.

3. De zon tegemoet

De eendagsvlieg streek neer naast het boek dat ik las aan tafel, onder de lamp.
"Aangenaam, mijn naam is Arie," zei het dier. "Ik ben een nazaat van Anna, waarschijnlijk de beroemdste eendagsvlieg die jullie mensen kennen."
"Wat kom je hier doen, Arie?" vroeg ik.
"Wat nababbelen. Ik heb mijn taak volbracht, heb de liefde bedreven met Greta, die legt eieren op het water en verdrinkt. Ik ben hier net ontkomen aan een vleermuis."
"Een beweging van mijn hand en je bent er niet meer, besef je dat wel?" zei ik.
"Dat doe je niet, zo ben je niet." Hij leek mij te kennen.
"Wat is dat voor lekker warms daar?" vroeg hij. Hij vloog naar de lamp en stierf.

Ik trap het blikje voort op straat - Portfolio 3

De muziek zwelt aan, gitaarsolo en de hoofdvocalist schreeuwt het bijna uit. Ik kan je warme gezicht dicht bij mijn lippen voelen en je fluistert zacht "ik houd van je".

Hoe vaak heb ik het gehoord bij die walmende oliepit op zolder? Dat er iets meer aan vastzat drong tot mij door toen ik het boek "Rode jaren" las. De schrijver had het over zijn "hinde in hotpants". Een hinde, hij wel. En ook nog in hotpants.

Ik draai voor het laatst de sleutel om van de zolderkamer en laat het oliekacheltje achter.

Het is toch nog goedgekomen.
Raar echter dat je pas veel later beseft hoe keeldichtknijpend eenzaam je kunt zijn als student bij een oliekacheltje op een zolderkamer.

Dialectiek in honderd woorden - Portfolio 2

Groot-Brittannië was heel voorlijk en had een uitgebreid leidingnet voor gasverlichting. Een enorme investering. Toen de elektriciteit voor huiselijk gebruik zich aandiende, en andere landen voor deze veiliger energiebron netten aanlegden, hield Groot-Brittannië strak vast aan de gasverlichting. Dat net was niet voor niets aangelegd.

Een voorsprong verkeert gemakkelijk in een achterstand. Zo loop je voorop met gaslicht, en dan loop je daverend achter als iedereen al elektrisch licht heeft.
Jan Romein noemde dit de dialectiek van de vooruitgang. Hij vond ook dat, als je iets begrepen had, je dit in maximaal honderd woorden moest kunnen uitleggen.

Ik ben binnen de honderd gebleven. Als ik het begrepen heb, hoop ik ook dat ik het begrijpelijk aan de lezer(es) heb uitgelegd.

Sufferd - Leuk leven - De kans schoon - Portfolio 1

Ik schrijf niet vaak op 120Woorden, de Muze komt eenvoudigweg niet vaak genoeg langs. Ik kan haar niet dwingen. (Aarzelt even - is het echt zo? vertelt u het maar!)
Ik vind dit geen geslaagde grap en zie er in ieder geval aanleiding in mijn stukjes als portfolio hier te plaatsen, zeker is zeker (anderen doen het meteen bij plaatsing).
De meeste gaan in groepjes van drie, enkele los, dus dat worden wel wat posten vandaag.

1. Sufferd

"Dus jullie leren echt Grieks op school?" De Helleense academica zat een eindje verder op het strand aan de Aegeïsche Zee en mijn moeder, en daarmee ik, was met haar in gesprek geraakt.
"Wat lezen jullie dan?"
Eerst natuurlijk die vervelende oorlogsschrijvers. Latijn: Caesar. Grieks: Xenophon. Homerus wachtte. Verder wist ik nog niet wat er voor de toekomst op het programma stond, eigenlijk. Eh... Herodotus, meende ik te weten.
"In het GRIEKS?" vroeg de vrouw stomverbaasd.
Sufferd die ik ben, heb ik een Romein genoemd.
"Eh... nee natuurlijk niet," zei ik rood aanlopend, hopende dat aan dit onvergetelijke gesprek nu spoedig een einde zou komen.
En ik begaf mij naar het water waar een volgende ronde zeeëgels mij verbeidde.

2. Leuk leven

"Vind jij het leven nog wel een beetje leuk?" Zij vroeg het eigenlijk ieder keer, en wat moest ik er op terugzeggen? "Nee, en als ik degene die mij dit geflikt heeft in mijn handen krijg dan is die nog niet jarig." Misschien zou zij dan gelachen hebben. Waarschijnlijk zou ik het twee keer hebben moeten zeggen, want zij was erg doof en gesprekken verliepen moeizaam.
Kun je een scheiding maken tussen "ik" en "het leven", waar die "ik" dan een mening over heeft? Ook deze tegenwerping heb ik niet gegeven. Met stemverheffing redeneren in iemands oor beperkt het gesprek.

Op de avond van de val van Moebarak verliet het leven haar, mij achterlatend met de vraag over de leukheid.

3. De kans schoon

Het was een openbare school en ik weet achteraf niet of het catechisatie mocht heten. In ieder geval werd het gegeven door een sjoemelende griezel, die de dood als een zwarte ruiter liet rondrijden. Hij verkondigde ook dat als de Joden maar eenmaal Christus hadden aangenomen het afgelopen was met de hele wereld. Bizarre verhalen die ik niet kende van zondagsschool of uit de kerk zelf voorzover ik daar iets begreep.

Deze geestelijke lessen op de - nogmaals - openbare school liet de griezel voorafgaan door gebed. Dat zal ook anders zijn geweest dan ik gewend was. De dochter van de baas van het café op de hoek zat achter mij. Zij gaf mij een harde schop onder het bidden.

Tony Blair, de slechte alledaagsheid van het kapitaal

Het kapitalisme is niet onrechtvaardig omdat machthebbers die uitblinken in middelmatigheid zichzelf belonen met miljoenen, salaris en bonus genoemd.
Het kapitalisme is niet onrechtvaardig omdat in onbekende burelen ver van huis besloten wordt dat uw spaartegoeden gestolen kunnen worden om de bank waaraan u uw geld heeft toevertrouwd "gered" moet worden.
Het kapitalisme is niet "99%" die lijdt onder "1%".

Misschien is het altijd wel zo geweest: gemopper en gekanker op "hun daarboven" zonder zicht op hoe het geheel in elkaar zit en werkt, of niet (meer) werkt. De rijken worden rijker en de armen worden armer - ja goed hoor.

Het wordt je ook niet gemakkelijk gemaakt om buiten wat tenslotte allemaal incidenten zijn om te kijken.
Tony Blair, die al tijdens zijn eerste jaar als premier weerzinwekkende trekken kreeg als mediagetraind praatjesmaker weet goed te vangen voor alles wat hij aangericht heeft. Met name dezer dagen tot in Birma toe. Jawel, de man wordt rijk aan het afslachten van Irakezen of Rohingya en wie hem verder in de weg staat. Maar het is niet een of ander defect van Tony Blair - "hadden we maar betere leiders".
Maar hoe weerzinwekkend Tony Blair ook is en altijd geweest is, het kapitalisme wordt er niet beter op als er een integere premier zou zijn geweest, daar of hier. Die tijden zijn geweest. Is het wel corruptie oftewel "bederf", zo'n Blair? Bederf waarvan?

Dat er behalve Willem Schinkel in Nederland geen "publieke intellectueel" (in de vroege jaren zeventig heette het "organisch intellectueel" is) die fundamentele kritiek kan formuleren in de Openbaarheid is een schande - het verraad is groter en dieper dan in de tijden van het fascisme. Of het structureel is - wie zal het zeggen.

Opstandingskoorts

Een Paastraditie waarvan ik het begin hier nog wel kan nagaan: dat was bij mijn kortstondige loopbaan bij het al even kortstondige News4all. Dit is de dag die de Eeuwige gemaakt heeft...

Madainn Th'air Eirigh - de melodie heet "Gaelic" (hoort eigenlijk bij een kerstlied, het eerste woord doet Romaans aan wat de naaste familie is van het Keltisch). Maar het is een vertaling naar het Schots-Gaelic uit het Engels...

En dat het licht ten aanzien van Judy Collins voor mij doorbrak is ook nog tamelijk vers, dat was bij de ontdekking van het origineel van I think it's gonna rain today. Daarvoor had ik reserves ten aanzien van haar die ik nu ook niet meer begrijp. Zo gaat het.


Het nummer van Cat Stevens hoorde ik voor het eerst bewust bij een van de weinige uitzendingen van de eerste vrouwelijke livedeejay buitengaats, op de Noordzee althans, Jane Valentine op RNI-kortegolf, een zondag in 1971 - niet met Pasen.


Bij haar enkele programma's had Jane Valentine een herkenningsmelodie

Fever, Mongo Santamaria

Niet in Nevada, niet in Bonheiden - een kale Pasen in een kaal voorjaar.
Deze kaarsen in een Engelse kerk horen niet bij Pasen - maar ik vernam zojuist dat in de roomse kerk in Groot-Brittannië de wijze Bunassan wordt gezongen met een tekst This day God gives me.

Zo zij het.



30 maart, 2013

Luid juichende bomen...


Op een vroege aprildag wat jaren geleden, toen de zon ook echt verwarmde, kon ik in de duinen de bladknoppen van bomen horen openspringen. Een wonderlijk geluid, een fenomeen waar ik nog steeds met plezier aan terugdenk. Heb het maar een keer meegemaakt, het zal niet zo vaak voorkomen, zo massaal en zo luidruchtig.
Planten maken geluid, ja - kunnen ze ook met elkaar of met andere levende wezens communiceren? Op het vermoedelijk ontkennende antwoord heb ik op gezag van Peter Singer, de schrijver van Animal liberation mijn keuze voor het vegetarisme gebaseerd. Als planten wel de hiervoor benodigde intelligentie bezitten staan vegetariër en veganist weer met lege handen met geen beter argument dan "inlevingsvermogen".
De online krant van de Partij voor de Dieren brengt het ter sprake, hier een van de genoemde onderzoeken.

De afgebeelde struik heeft mij twee jaar geleden in Nevada een daverende aanval van hooikoorts bezorgd overigens. Sans rancune.

29 maart, 2013

Anarchistische gedachten voor de Pasen

Geregeerd worden is in de gaten gehouden worden, geïnspecteerd, bespioneerd, bestuurd, onder wetten gesteld , gereglementeerd, ingeperkt, geïndoctrineerd, gecontroleerd, geschat, beoordeeld, gestraft, gecommandeerd door wezens die noch het recht, noch de kennis, noch de deugd hebben... Geregeerd worden is bij iedere handeling, bij iedere transactie, bij iedere beweging, genoteerd, geregistreerd, geteld, geprijsd, gezegeld, opgemeten, aangeslagen, belast, gepatenteerd, afgedankt, gemachtigd, van kanttekeningen voorzien, vermaand, gehinderd, afgekeurd, hersteld, gecorrigeerd worden. Het is onder het voorwendsel van het openbaar nut en in naam van het algemeen belang gebrandschat, afgericht, op rantsoen gesteld, uitgebuit, gemonopoliseerd, afgeperst, onder druk gezet, bij de neus genomen, bestolen worden. Verder, bij het minste verzet, bij de eerst uitgesproken klacht tegengehouden, verbeterd, door het slijk gehaald, gekweld, nagezeten, door elkaar geschud, afgerost, vermurwd, aan de wurgpaal gezet, gevangengezet, gefusilleerd, gemitrailleerd, beoordeeld, veroordeeld, gedeporteerd, geslachtofferd, verkocht, verraden worden en op de koop toe bedrogen, gefopt, beledigd, onteerd worden. Ziehier de regering, ziehier haar rechtvaardigheid, ziehier haar moraal!
Pierre-Joseph Proudhon

*
Wetgevers maken wetten over de riolering van een stad zonder enig idee te hebben van hygiëne. Ze maken wetten over de bewapening van het leger zonder zelfs maar een geweer te kunnen hanteren. Ze maken wetten over lesgeven en onderwijs zonder ooit zelf les te hebben moeten geven of zonder zelfs maar hun eigen kinderen een behoorlijke opleiding bezorgd te hebben.
Peter Kropotkin

28 maart, 2013

Jezus van Nazareth, cynische magiër


John Dominic Crossan (re-)construeert in Jesus - a revolutionary biography een historische Jezus - een Levantijnse Joodse magiër en boerse prediker. Vooral het plattelandse lijkt hem belangrijk (in het Nederlands zeg je dit nu eenmaal zo, Galilea is nogal heuvel- of bergachtig). Een contextualisering die hij hier verder toelicht.

Opmerkelijk is dat hij de evangelieverhalen vindt getuigen van een dan al beginnende machtsstrijd onder de volgelingen, iets wat nogal duidelijk is in het Johannesevangelie, maar ook elders naar voren komt. Niettemin spreekt hij tot slot toch ook het leedwezen uit over de annexatie door het keizerrijk. Iedere tijd zijn eigen "historische" Jezus en ook zijn eigen gemythologiseerde Christus. Waarmee eigenlijk ook al de vraag beantwoord is: waarom zich bekommeren om een (historische) Jezus?

Een connectie die mij niet eerder opgevallen is - omdat deze niet onder het voorchristelijk christendom valt wellicht - is de parallellie tussen de Cynische School, meer bepaald Epictetus, en de boerse Jezus. De eerste leerde tegen maatschappelijke onderdrukking, cultureel materialisme en keizerlijke overheersing. Hij stelt hiertegenover het Koninkrijk van Zeus. Hij verkondigt de vrijwillige armoede. Thema's die bekend klinken en Crossan doen besluiten: "Misschien is Jezus het beeld van boers Joods cynisme". Cynisme dient natuurlijk steeds als de filosofische school gezien te worden en mag allesbehalve verward worden met de thans populaire betekenis van dit woord.

Voor een tijd waarin voor zich christelijk noemende kringen de historiciteit van Jezus en al nauwelijks de contouren hiervan niet ter discussie staan een verrassend boek. Het komt later verder ter sprake.

27 maart, 2013

De zoveelste slag om het Kopereiland

Cyprus is door het Britse Rijk geannexeerd vanwege de strategische ligging - het (restant van) het Ottomaanse Rijk kon vanaf daar handig onder schot gehouden worden. Als de Britse machthebbers gedroomd hadden van een Griekenland dat nog vrij zou zijn hadden zij het eiland overgedragen. Over de Turkse bevolking op het eiland zou men geen illusies meer gehad hoeven hebben: deze zou net als de Kretenzische moslims/Turken bij een van de etnische zuiveringen van de twintigste eeuw buitengesmeten zijn. Niet mooi of nobel, maar misschien altijd nog beter dan hoe het wel gegaan is.

In 1974 vond de ingreep plaats die Cyprus moest onderbrengen bij de NAVO. Een door het Griekse militaire regiem gesteunde staatsgreep, gevolgd door een invasie door het Turkse leger, en inderdaad: etnische zuivering, alsnog. Het Britse leger, voorzien van twee extraterritoriale bases op het eiland, en verplicht de soevereiniteit van het land te verdedigen, heeft zich afzijdig gehouden. De "zuivering" is niet op godsdienstige gronden gebaseerd, zoals de allermodernste praatjesmakers zullen willen beweren: ook in het "Turkse" deel wonen Arabischtalige maronieten van Libanese achtergrond. Hereniging is voortdurend gesaboteerd van twee kanten, de grootste sabotage was wel de opname van de "Griekse" rompstaat in de Europese Unie. Dit is het punt waar we nu zijn - ik heb elders en misschien ook wel hier al vaker over de geschiedenis van modern Cyprus geschreven en - hoe moeilijk het ook is dit nu toe te geven - Christopher Hitchens heeft er een goed boek over geschreven, in zijn goede tijd dus.

Er wordt gemakkelijk gezegd dat er op "Cyprus" - waarmee dus het "Griekse" deel wordt bedoeld - geen economische activiteit van belang is, behalve dan dubieuze bankzaken. Merkwaardig dat deze bankzaken pas dubieus worden als het uitkomt, als de verstrengeling met de opgeblazen (nu in meer dan een zin) banken van Griekenland duidelijk wordt. Cyprus was een grotendeels agrarisch eiland en dat is het nog steeds - als gezegd wordt dat er geen economische bedrijvigheid is wordt bedoeld dat de landbouw niet voor de export is. En verder?

De naam van het eiland heeft ons het woord koper opgeleverd. Is daar nog iets van over? Er is slechts een mijn in gebruik momenteel, maar elders (zowel in het "Turkse" noorden als in het "Griekse" zuiden wordt gezocht naar koper en goud en dat doet men iet uitliefdadigheid. Koper is een strategische grondstof, goud ook. Bij het nieuws over het eiland waar nu een totale omdraaiing van de rollen zoals deze in de twintigste eeuw waren plaatsvindt wordt dit maar niet vermeld. En het aardgas van wat het continentale plat genoemd wordt, waar plotseling Cyprus, Never-Neverland Palestina (Gaza), Israel en Egypte elkaar raken... Allez, daar klappen we niet van.

Er is gezien de geschiedenis van de afgelopen anderhalve eeuw geen reden te vermoeden dat achter de nieuwste machinaties rond Cyprus geen geopolitieke overwegingen van de metropolen schuilgaan. En blijft het verzet beperkt tot die spontane demonstraties van gisteren 26 maart?

26 maart, 2013

Het dwangarbeiderskamp van de Vrije Markteconomie

Het consumentisme vraagt om schizofrenie (als dat de juiste uitdrukking is, het is in ieder geval gepopulariseerde psychologie).
Een "buitenei" is een ei uit een megakippenstal waar een paar uren een klein raampje open staat, heb ik begrepen van Jonathan Safran Foer. Aan een scharrelei komt al helemaal geen scharrelen te pas - er gaan "gewoon" wat minder kippen op de oppervlakte van een LP-hoes en dat mag dan scharrelen heten.
Maar ja, scharrelei en buitenei, het klinkt wel goed, er staan zelfs drie sterretjes van de dierenbescherming op. Het geweten wordt gesust met een soort opiaat dat louter aan de etikettering ontleend is.
Dan maar geen ei?

Kant-en-klare kleding, en er is bijna geen andere, zeker niet als het betaalbaar moet zijn, wordt al anderhalve eeuw op zijn minst gemaakt in wat met het Engelse woord sweatshops wordt aangeduid. Ja, dat klinkt naar zweet en daar associeer je dat leuke jurkje van 19,95 nou juist liever niet mee. Staat er op het etiket, dat fliepertje dat vaak zo ongewenst en ongevraagd omhooggaat zodat het te zien is, omgekeerd, als je pech hebt - staat daar op waar het gemaakt is? Wat jaren geleden kwam ik voor het eerst in een WalMartwinkel, een keten die ik alleen van Naomi Klein's No logo kende tot dan. Daar waren de bakken t-shirts voor een prikkie, met een boze arend erop met de stars-and-stripes in zijn snavel: Proud to be an American. Het fliepertje vertelde mij dat het gemaakt was in Haïti. Het kan ook Honduras zijn. Het aangrijpendst, maar waarom ook eigenlijk, vond ik wel: Made in Cambodia. Van het moordkamp van Pol Pot naar het dwangarbeiderskamp van De Vrije Markteconomie. Alles is betrekkelijk.

It looks like déjà vu all over again, en een petitie haalt niets uit en we weten ook dat. Maar je moet toch iets... En ooit zal het toch zomer worden, hoe staat het met de garderobe?

H&Ms conscious collectie? Unconscious kledingarbeiders.
Schone Kleren Campagne en de Europese Clean Clothes Campaigns lanceren een campagne genaamd 'unconscious collapses'. Deze campagne richt zich op H&Ms nieuwe 'Conscious Collectie' en bekritiseert de arbeidsomstandigheden in Aziatische fabrieken. Alleen al in Cambodja zijn er sinds 2011 2900 kledingarbeiders flauwgevallen, een paar honderd van hen werkte bij toeleveranciers van H&M.

H&M is samen met Gap, Levi's en Zara één van de grootste inkopers van de Cambodjaanse kledingindustrie. Door hun lage loon, en daardoor hun tekort aan calorieën zijn veel arbeiders in H&M fabrieken continu ondervoed.

Vorige week waren er loononderhandelingen in Cambodja. Inzet van de lokale vakbonden was een verhoging van 89 dollar, naar 150 dollar per maand. Maar op 21 maart kondigde het ministerie van Sociale Zaken aan dat het nieuwe minimumloon 75 dollar per maand wordt. Volgens de Asia Floor Wage Alliantie heeft een Cambodjaanse arbeider en haar gezin 274 dollar per maand nodig om in basisbehoeften te kunnen voorzien. Dat is bijna 4 keer zoveel als het nieuwe minimum loon.

H&M behaalde in 2012 een omzet van bijna 17 miljard Euro en een winst van meer dan 2 miljard Euro. Het is hun verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de vrouwen die de kleding maken een leefbaar loon verdienen waarmee zij in hun basisbehoeften, zoals voedsel, kunnen voorzien. H&M als leider in de kledingindustrie, kan een verandering in de industrie bewerkstelligen door zich te committeren aan een leefbaar loon.

Help nu mee de druk op te voeren op H&M, door de petitie te ondertekenen.

Wat actiesites uit de VS. De zweetateliers mochten niet gefilmd worden.


25 maart, 2013

Zwerfkatten en Herman Emmink

Merkwaardigerwijze schoot het mij een dezer dagen te binnen: mijn moeder had iets ingezonden voor een programmaonderdeel van het AVRO-zondagmiddagmagazine Radar: degene die zij in het zonnetje wilde zetten was een vrouw om de hoek, die zich het lot van zwerfkatten nogal aantrok in de buurt. De presentator, Herman Emmink, hussebusselde in de stapel - zo noemde hij dat, hussebusselen - en haalde de briefkaart van mijn moeder er uit. Het wierp de vraag op of er veel ingezonden voorstellen waren.

Het gegeven paard was mijn moeder niet groot genoeg, het AVRO-pakket dat de begunstigde kreeg viel haar tegen. Dus belde zij er over op - wonderlijk eigenlijk - en kreeg een onwillige productiemedewerkster aan de lijn die waarschijnlijk om er van af te zijn meer toezegde. Nee, ze had niets met katten.
Dat mij dit te binnen schoot... Wanneer denkt een mens aan Herman Emmink? En Wie van de drie? was toch eigenlijk van Nand Baert - dat de ware gitarist van Caravan opsta...


Wes Montgomery

Dit is oorspronkelijk een Duits nummer, waarom zouden tulpen tenslotte uit Amsterdam komen? Wonderlijk evengoed, in 1957 sprak en zong men Nederlands, een taal die in de Media nauwelijks meer te horen valt.

24 maart, 2013

De wildernis een tuin genoeg


Bij het Nederlandse literatuuronderwijs op school had weinig meer indruk op mij gemaakt dan de Oosterse kwatrijnen van Leopold. Ik keek dan ook blij verrast op toen ik als eerstejaars een Engelse versie van de Rubáiyat bij de bekende boekhandel aan het Spui in de etalage zag. Het moest nog even wachten en het was allang uit beeld toen ik de winkel betrad om het alsnog te bemachtigen. Het eerste nieuwe (in de zin van: niet tweedehands) literaire boek dat ik ooit gekocht heb. De man van de winkel vond dat er betere edities waren, of mooiere, dan die ik kocht, een versie die ook niet in de etalage had gelegen. Dat er diverse uitvoeringen waren van zo'n boek was nog verbazender. De wereld ging open (en is dat gebleven).

De Engelse kwatrijnen van Edward FitzGerald gelden als hoogtepunt van victoriaanse poëzie, maar hoe Perzisch, hoe Omar zijn ze eigenlijk? En dan - Leopold maakte Nederlandse poëzie van FitzGeralds werk, hoe klonk de ware Omar? Is het interessant, achteraf? Naar mijn weten heeft Brakell Buys, die wel bijvoorbeeld Roemi vertaald heeft, zich niet gewaagd aan een "authentieke" Nederlandse Omarvertaling.
Niet bepaald "nieuw", uit het opmerkelijke jaar 1979, ben ik nu een vertaling van zekere Lucas Metsier tegengekomen, over wie ik verder niets kan achterhalen via het net behalve zijn echte naam en zijn beroep. Hij zal het Perzisch machtig zijn geweest, en hij stelt dat de FitzGeraldversie redelijk authentiek is. En verder moeten we Khayyám vooral lezen als product van negentiende- of twintigste-eeuws Europa, eerder dan als de mysterieuze wiskundige en astronoom uit de elfde/twaalfde eeuw van de christelijke jaartelling. Metsier acht Khayyám een existentialist die wereldlijke macht afwijst, hij zou dus een anarchist avant la lettre kunnen zijn. Vandaar dat De Dolle Hond een vertaling heeft uitgegeven wellicht.

En dan, op zoek naar de auteur van deze vertaling kom ik deze site tegen die de Dolle-Honduitgave van F. Pijl (J. Slikboer) de eerste en enige vertaling is in het Nederlands die van de Perzische grondtekst uitgaat - dus niet Metsier. Die eigenlijk Albert Hijmans van den Bergh heet en kort na zijn Robaiyat-uitgave overleden is. Of hij geen Perzische bronnen heeft gebruikt blijft onduidelijk.

Tot mijn spijt moet ik zeggen dat zijn vijfenzeventig kwatrijnen bij lange na niet de poëticale hoogte van Leopold of FitzGerald halen. Een proeve, het "wildernis/paradijs"-kwatrijn.

met jou

In wild gebied, een boomgebaar genegen
om jou en mij, wat vlees en diep te lezen -
en wijn, m'n wittebrood ik ben een sheik!
Je welvend rijk, mijn reizende bewegen...

Tja, de dichter kijkt hier niet wat treurig toe hoe de dame in zijn gezelschap tegen een boom in slaap valt na het drinken van de witte port. De tuin (paradijs is een woord van Perzische herkomst) komt hier in een heel ander daglicht te staan dan bij FitzGerald. Bekoren doet het mij niet.

23 maart, 2013

De warmte van een baan als afwasser


On the dole, Arthur's Mother
Voor alle bolle praatjesmakers die nu de dienst uitmaken in Sterk Sociaal Nederland.


Thatcherites, Billy Bragg


He fades away, June Tabor

Lentebeeld 2013 - meeuw en flamingo


De laatste nog levende kamerplant van mijn moeder is een cactus die geheel vergroeid was met de flamingo - een relatiegeschenk van een tassenfabriek met die naam, mijnheer Hirsch was de vertegenwoordiger.
En nu ontmoetten de kokmeeuw en de flamingo elkaar aan weerszijden van het raam. Ik zal wel nooit een kokmeeuw van zo dichtbij kunnen kieken verder.

22 maart, 2013

Hoera voor de zuivere anarchie!


Helaas, ik heb Chinua Achebe's boek over Biafra niet uitgelezen tijdens zijn leven. Verslag volgt spoedig.
Een grote uitlui, die al een tijdje klaar heeft gestaan waarschijnlijk, van de NY Times.

Nagekomen en ouder: een interview.

21 maart, 2013

The war against the Black Panther Party still on

The other day I "took action" by signing a petition for two prisoners in Angola, Louisiana. The petition did not state that the prisoners may be innocent. They claim to be, and you may believe this or not. They may have a point, as members of the Black Panther party, which was persecuted with genocidal fervour. But the petition was about the instating of a judge's ruling about the release of Albert Woodfox, not about their claim of innocence. Amnesty USA earlier asked to end their solitary confinement, it still does as a matter of fact.

Take Action with Amnesty International to support Albert Woodfox
In addition to Amnesty International's standing call for Albert Woodfox and Herman Walllace to be immediately released from solitary confinement, on March 11, 2013 they launched a new online campaign calling for Attorney General James Caldwell to not appeal the February 2013 overturning of Albert Woodfox's conviction.

Please support Albert by taking action here!


*

You might expect that the signing persons of the petition may at least be spared the disclosure of their email addresses to those concerned with the plantation industry in the USA. In this case, the expectation proves to be wrong. Several people received the following message today:

Thank you for your interest in the ambush, savage attack and brutal murder of Officer Brent Miller at Louisiana State Penitentiary (LSP) on April 17, 1972. Albert Woodfox and Herman Wallace committed this murder, stabbing and slicing Miller over 35 times.

Between the years 1967 and 1969 before coming to LSP the last time for armed robbery and aggravated escape, Albert Woodfox was in the streets of New Orleans and charged with numerous crimes, some of which, he was convicted. Among those numerous charges are at least 6 separate, unresolved aggravated rapes and armed robberies. Some of these victims were female patrons or waitresses who were raped during the late night or early morning robberies of bars in the New Orleans area.

NO court has ever ruled that these inmates are innocent of the murder of Officer Miller. I have been prosecuting murders for the past 35 years as a District Attorney in Louisiana. If these inmates would have been innocent, we would have never had any of these proceedings and I would have personally turned Woodfox loose. The evidence against him is overpowering. There are no flaws in our evidence and this case is very strong. We feel confident that we will again prevail at the Fifth Circuit Court of Appeals. However, if we do not, we are fully prepared and willing to retry this murderer again. Woodfox was indicted by two separate grand juries and unanimously convicted by two separate juries of his peers. Wallace was indicted and unanimously convicted by a jury of his peers.

Contrary to popular lore, Woodfox and Wallace have never been held in solitary confinement while in the Louisiana penal system. They have been held in protective cell units known as CCR. These units were designed to protect inmates as well as correctional officers. They have always been able to communicate freely with other inmates and prison staff as frequently as they want. They have televisions on the tiers which they watch through their cell doors. In their cells they can have radios and headsets, reading and writing materials, stamps, newspapers, magazines and books. They also can shop at the canteen store a couple of times per week where they can purchase grocery and personal hygiene items which they keep in their cells.

These convicted murderers have an hour outside of their cells each day where they can exercise in the hall, talk on the phone, shower, and visit with the other 10 to 14 inmates on the tier. At least three times per week they can go outside on the yard and exercise and enjoy the sun if they want. This is all in addition to the couple of days set aside for visitations each week.

These inmates are frequently visited by spiritual advisors, medical personnel and social workers. They have had frequent and extensive contact with numerous individuals from all over the world, by telephone, mail, and face-to-face personal visits. They even now have email capability. Contrary to numerous reports, this is not solitary confinement.

As you know, these convicted murderers filed a civil lawsuit alleging they have been denied due process and have been mistreated. It is important to know that if they win this civil case they could possibly receive money and a change in their housing assignments. This lawsuit WILL NOT result in their release from prison.

It is also important that you know that Woodfox and Wallace have not resided at LSP for the past several years. Woodfox was transferred to David Wade Correctional Center on November 1, 2010 and Wallace was transferred to Elayn Hunt Correctional Center on March 19, 2009.

Let me be clear, Woodfox and Wallace are GUILTY and have NEVER been held in solitary confinement. They are serving out the life sentences handed down by the unanimous jury verdicts for brutally and savagely murdering Officer Brent Miller.
Sincerely,


James D. “Buddy” Caldwell

Louisiana Attorney General


Make "Buddy" write to you too by signing the petition.

More on this case and the Angola 3.

20 maart, 2013

Dansen op straat


Dancing in the streets is een verhelderend en tegelijk verontrustend boek over hoe (een goot deel van) de mensheid de vrijheid van collectieve vreugde en jolijt afhandig is gemaakt. Door wie en waarom eigenlijk? Het puriteinse protestantisme en de erbij horende contrareformatie hebben in christelijk Europa voor het afschaffen van een hoop feestdagen met de bijbehorende festivals gezorgd, en daarbij melancholie en depressie als begeleidingsverschijnsel van de individualisering opgeleverd. Maar het fronsen over de extase is ouder, hoort bij de klassenscheiding en de vorming van hiërarchie. In "het westen" is de extase een beetje teruggekeerd bij de rock ('n'roll) en sportevenementen maar of dit een herleving betekent?

Op de dag waarop het zo pijnlijk duidelijk is, tien jaar later, dat massamobilisatie in de vorm van demonstraties tenslotte niets uithaalt tegen de machinaties van de heersende klasse - de beweging tegen de aanval op Irak was de grootste in haar soort in de geschiedenis, en de Bushes en Blairs hebben zich er niets van aangetrokken - heb ik mij afgevraagd of feestvieren niet de grootst mogelijke subversie tegen kapitaal en staat is. Ehrenreich waarschuwt tegen de instrumentaliserende gedachte dat het feest dienstbaar kan zijn aan de revolutie. En nu ik het opschrijf begrijp ik het ook wel (weer, misschien): het dient de revolutie niet, het is deze.
Het is niet te plannen.

19 maart, 2013

Stuur de regen omlaag


Majekodumni Fasheke, beter bekend als Majek Fashek, met een verzoek.
Deze artiest wordt genoemd in Biafra - lest we forget! van Richie Adewusie, die een pleidooi houdt voor Nigeriaans patriottisme. Hij heeft wat meer recht van spreken dan anderen, zou ik zeggen. Als zoon van een Yoruba-vader en een Igbo-moeder kwam hij terecht in de herkomststreken van zijn moeder, toen de jacht op Igbo werd geopend, in 1966. Het verhaal vanaf dan tot het einde van de oorlog is er een van vluchten. Het soort honger dat anderen fataal werd is hem voorbijgegaan. Wat hem niet bespaard is gebleven - naast het vluchten - is de confrontatie met hopen (letterlijk) doden en het doodschieten van Biafraanse soldaten voor zijn ogen door het overwinnende "federale" leger. Zijn broer, die de leeftijd van een soldaat had en er ook een geweest was, wordt gespaard omdat hij Yoruba spreekt. Zo'n ervaring mag niemand meemaken, en zeker niet een jongen tussen de zes en de tien. Een verhaal van vluchten, in hoofdzaak. En de hoop dat het goed komt met Nigeria, als men maar wil.
Er is in de ruim twee jaar sinds het verschijnen van het boek nou niet bepaald een wending ten goede geweest.

18 maart, 2013

De constructie van "islam" en "homoseksualiteit"

Als de favoriete boeman van "het westen", Ahmedinejad, zegt dat homoseksualiteit in zijn deel van de wereld niet bestaat is dit reden genoeg voor enorm gehuil dat moet onderstrepen wat voor verschrikkelijke dictator hij is. Ahmedinejad zou er misschien wijzer aan gedaan hebben met te zeggen dat "heteroseksualiteit" ook niet bestaat wat hem betreft. Het gaat om imperialistische exportartikelen die eerst geconstrueerd moesten worden met de opkomst van het kapitaal, aldus Joseph Massad.

Geheel nieuw komt dit inzicht mij niet voor - waar ik wel veeleer van opkijk is zijn vermelding van de constructie van "islam" en "jodendom" (en het bijbehorende staatsvormend zionisme in het laatste geval) als deel van de expansie van Europees imperialisme en het bijbehorend racisme. Deze categorieën, net als het essentialistische binaire systeem homo/hetero, waar dan quasi-stout Bi of Queer aan toegevoegd moet worden - ik krijg zelf het gevoel in de "normale" hoek gedreven te zijn door deze etikettering die van normaliteit uitgaat om deze vervolgens te verwerpen - zijn ontwikkeld met de kapitaalsverhouding.

Iets om te laten bezinken. Een Engelse vertaling van het interview met Massad.

17 maart, 2013

Wachten op de grote sprong voorwaarts


De revolutie-etude van Chopin, gespeeld door Vladimir Horowitz.
Het was hoorbaar het herkenningssignaal van de radiozender van Gdańsk, zoals in de winter nogal eens te horen door Radio Noordzee heen (of andersom...) op 220m.
Revolutie. Polen was de koortsthermometer van Midden- en Oost-Europa, tot in de jaren tachtig, en toen - was het afgelopen. In zodanige mate dat de werkloosheid enorm is, het minimumloon schandalig laag (2,5 euro per uur) en ertegenover staat dat het toetreden tot de Europese Unie een soort veiligheidsklep is tegen plaatselijke ontevredenheid. Polen exporteert met zijn werklozen de kans op opstandigheid in eigen land. Verwacht er geen revolutie...

Maar waar eigenlijk wel in Europa? Cyprus? Bulgarije? Spanje? Ik vrees inmiddels dat wat er ook gebeurt het er niet mooi zal uitzien - die kans is voorbijgegaan. Maar misschien ben ik nu te pessimistisch.

16 maart, 2013

...zien dienders op ons neer...

Wat hoogtepunten uit een deels als psychedelisch bedoelde set van afgelopen nacht...

After tea, Spencer Davis Group


Heksenkring, Elly Nieman en Rikkert Zuiderveld.
Past dit wel bij hun al zo lang gespeelde andere rol?


Koningsniet, In de Gelogeerde Aap. Ware Patriotten.

Ruïnes van gedeporteerde zwarte mensen als toeristisch object


Een ouder bericht over de naar het lijkt uitzichtloze juridische strijd van de gedeporteerden van Chagos (2007)


En een wandeling door een dorpje op Salomon Eiland, waarbij de sporen van zeilende dagjesmensen alsof het zo hoort de verlaten huizen "sieren".

15 maart, 2013

Winternacht


Eva Mouw

O koud is die windjie
en skraal.
En blink in die dof-lig
en kaal,
so wyd as die Heer se genade,
lê die velde in sterlig en skade
En hoog in die rande,
versprei in die brande,
is die grassaad aan roere
soos winkende hande.

O treurig die wysie
op die ooswind se maat,
soos die lied van ‘n meisie
in haar liefde verlaat.
In elk’ grashalm se vou
blink ‘n druppel van dou,
en vinnig verbleek dit
tot ryp in die kou!


Eckard Potgieter

De "gangbare" toonzettingen van dit lyrisch gedicht van Eugène Marais staan niet op Het Kanaal. Ik ken ze niet en zal ze vooralsnog niet leren kennen. Deze zijn mooi genoeg, waarbij wel aangetekend moet worden dat de tweede nou niet direct winterbeelden voortovert...

14 maart, 2013

De gestolen natie


De complete documentaire Stealing a nation van John Pilger over Chagos.
Clency Lebrasse verhaalt onder andere over een schertsverkiezing twee jaar geleden onder Chagossianen in het Verenigd Koninkrijk die volgens Westminster "een leider" heeft opgeleverd. Deze verkiezing is mij als observator in ieder geval ontgaan...

De tijd bewonen


- door Johny Lenaerts -

We leven langer, werken korter, hebben meer vrije tijd en toch hebben we het gevoel dat we opgejaagd worden. Wie de dertig gepasseerd is zal het kunnen beamen: sedert het laatste decennium van de twintigste eeuw is onze relatie tot de tijd geradicaliseerd. De snelheid heeft ons leven in bezit genomen. Het dagelijks leven, en voornamelijk het professionele leven, wordt permanent ‘opgejaagd’ door nieuwe vereisten.
We leven in een cultuur van het onmiddellijke en we moeten steeds harder werken, want we moeten steeds efficiënter worden. Als iemand ons belt (op onze GSM, natuurlijk), moeten we ‘onmiddellijk’ reageren, gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld beleven we ‘in real time’. Dit vormt het onderwerp van een inspirerend boek van de Franse sociologe en psychologe Nicole Aubert, Le culte de l’urgence (2003), dat ik hier beknopt wil weergeven.

De samengedrukte tijd

Snelheid is altijd al een eigenschap van het kapitalisme geweest. Hoe sneller het kapitaal zich weet te vernieuwen, des te meer opbrengst er kan genoteerd worden. Maar de radicalisering die we de laatste tien of twaalf jaren op het gebied van de snelheid meemaken, is nieuw. Lange tijd was snelheid verbonden met de verovering van de ruimte, hetgeen zich op economisch vlak vertaalde in de verovering van nieuwe markten in nieuwe landen. Maar door de ontwikkeling van nieuwe telecommunicatietechnologie en door de ontplooiing van cyberspace heeft de snelheid zich meester gemaakt van de tijd. Dit gaat gepaard met de economische en financiële mondialisering: alles gaat veel sneller en deze ‘versnelling’ wordt des te sterker ervaren naarmate de mondialisering toeneemt. De mondialisering wordt beleefd als een ‘tirannie van de reële tijd over de reële ruimte’.

De belangrijkste verklaring voor deze toename van de snelheid is zowel van economische als van technologische aard. De westerse maatschappijen zijn geleidelijkaan overgegaan van een ordening onder staatscontrole naar een regularisatie die bepaald wordt door de logica van de financiële markten. Het is dus de logica van de markt die, zich baserend op de revolutie in de telecommunicatie en informatica, één van de economische fundamenten vormt van de aardverschuiving die onze cultuur momenteel ondergaat. Er komt een nieuw rijk van een financierseconomie tot stand, een economie die geleid wordt door de dictatuur van de ‘real time’ en van de onmiddellijkheid. Door gebruik te maken van de onmiddellijkheid die door de nieuwe technologieën mogelijk werd, heeft de logica van de markt een veralgemeende versnelling doorgevoerd. Deze nieuwe logica was zeer rechtstreeks van toepassing op de beursgenoteerde bedrijven, maar heeft zich zeer snel uitgebreid naar alle bedrijven en alle functies waarin een directe verhouding met de markt en met de klanten nodig is. Vervolgens heeft zij zich uitgebreid tot alle sectoren van de maatschappij, en stelt ze in alle domeinen de eis van onmiddellijkheid.

Voor de bedrijven heeft deze logica van de onmiddellijkheid de balans laten doorslaan van het veld van de ruimte naar het veld van de tijd: het is door tijd te winnen dat men nieuwe markten verovert. Deze logica wordt ook vertaald in de wijze waarop het bedrijf zich in de toekomst projecteert, en men is getuige van de verbreiding van een ‘kortetermijnideologie’. Zij is ten slotte overgeslagen naar het dagelijks arbeidsritme, dat door dezelfde vereiste van onmiddellijke reactiviteit aangetast werd. In de uiterst concurrentiële wereld waarmee het bedrijf geconfronteerd wordt, is de onmiddellijkheid van de antwoorden een absolute vereiste in de strijd van het overleven. Vandààr een permanente inkorting van de tijd, een voortdurende versnelling van het ritme en een veralgemening van de simultaneïteit.

‘Money is time’

In het bedrijf wordt de tijd méér en méér gemanipuleerd, samengedrukt, geconcentreerd en gekenmerkt door de haast. Ze wordt in de eerste plaats gemanipuleerd in een logica van flexibiliteit die zich op twee manieren manifesteert. Enerzijds tracht het bedrijf de cycli van het product en van de winst te versnellen in verhouding tot de tijd die andere firma’s of netwerken spenderen. Anderzijds beoefent zij het zogenaamde just-in-time-procédé, d.w.z. een flexibel gebruik van het werkmateriaal en van het personeel waarbij men het ene moment méér arbeidstijd nodig heeft en het andere moment minder, met een daaraan beantwoordende loonsvermindering. De tijd wordt meer en meer samengedrukt in de mate dat men steeds meer werk moet verzetten met steeds minder personeel en in een zo kort mogelijke tijdsspanne. De snelheid heeft zich zodanig van de dagelijkse arbeid meester gemaakt dat men zowat overal dezelfde klacht hoort opklinken: ‘We worden verplicht in een permanente haast te werken, om te winnen aan efficiëntie.’

Maar waarom neemt dit fenomeen steeds maar toe? Daar is een belangrijke reden voor: de werking van de financiële markt heeft die van het bedrijfsleven aangetast. De vereisten van de financiële markt heeft zich uitgebreid tot die van het bedrijfsleven. De reusachtige ‘versnellingen’ en ‘contracties’ van de tijd, die opgelegd worden door de accordeonbewegingen van de financiële markten, doen zich ook gevoelen aan de individuen, die verplicht worden zich onophoudelijk te haasten om het ritme van de winstmaximalisatie te kunnen volgen. Het oude adagium van Benjamin Franklin: ‘time is money’ geldt méér dan ooit, maar voortaan is ook het omgekeerde waar: ‘money is time’. Het geld en de winst worden gerealiseerd doordat ze zich identificeren met de beweging zelf van de tijd, door de mate waarin ze de tijd weten meester te blijven en richting te geven. Aldus komt de mondiale tijd van de markt, door steeds maar te versnellen, in conflict met de politieke tijd van de democratie, met de strategische tijd van de bedrijven, en met de psychologische tijd van de individuen.

Voor deze laatsten is de prestatiedruk nog nooit zo hoog geweest. De sfeer op het werk wordt erdoor verpest. Aan de basis ligt een onuitgesproken adagium: ‘als we het niet halen, dan zullen we verdwijnen’ of ‘we moeten sneller, sneller, sneller’. Dit fenomeen doet zich overal voor, daarbij inbegrepen de grote openbare bedrijven, waar het personeel momenteel ‘geresponsabiliseerd’ en individueel geëvalueerd wordt.

De mondiale tijd

Willen we de omvang van deze veralgemeende verhaasting ten volle begrijpen, dan is het nuttig even terug te gaan in de tijd, naar de periode toen er van kapitalisme nog geen sprake was, d.w.z. in het begin van de twaalfde eeuw, toen tijd nog niet verbonden was met enige notie van geld of winst. Een dergelijke benadering stond haaks op de maatschappelijk heersende tijd, die bepaald werd door de Kerk, en die geregeld werd via het luiden van de klok van de parochiekerk of van het klooster dat het moment van het gebed en het ritme van het werk op het veld aangaf, en dat zich daarvoor baseerde op de stand van de zon en de cyclische opeenvolging van dag en nacht. Voor de Kerk was de tijd een goed dat aan God toebehoorde en niet aan de mensen, en het was ook daarom dat zij het lenen van geld tegen intrest verbood, omdat daarbij de intrest gemeten werd in functie van de tijd. Maar deze religieuze tijd, die goed paste bij het werk op het veld, toonde haar grenzen toen er nieuwe eisen opdoken, die van de handelsburgerij die, om hun kosten en noodzakelijke verplaatsingen beter te kunnen berekenen, nood had aan een meer doorlopende en meetbare tijd dan die van het klokkengelui. Aldus ontstaat een geseculariseerde tijd, de tijd van de handelaren, toen de gemeentebesturen, dankzij de uitvinding van het mechanische uurwerk op het einde van de dertiende eeuw, de belforten bouwden en er een klok met de geüniformeerde tijd, verdeeld in uren, installeerden, dat voortaan de tijd van de arbeid en die van de handel reguleerde, en, een weinig later, de tijd van de staat. Vervolgens kwam de tijd van de spoorwegen, die een strikte uurregeling garandeerde, dan die van de prikklok, die de arbeid in de fabrieken aangaf, terwijl de Greenwich Mean Time (GMT), de ‘universele’ tijd die in 1912 ingevoerd werd als antwoord op de vereisten van het internationale leven, de laatste etappe vormde van deze langzame homogenisering van de verschillende tijden van de eerste uniformisering van de planeet.

De tweede etappe van deze uniformisering is die van de mondiale tijd die de geüniformiseerde apparaten van de technokosmos met elkaar verbindt en zich, doorheen de internationale netwerken zoals Internet, opwerpt als het mentale kader dat gemeenschappelijk is aan alle maatschappijen van de planeet. Dit is een volkomen nieuwe tijd, een virtuele tijd, veralgemeend en abstract, een tijd zonder duur, een ‘hyper ruimte-tijd’, een tijd van directe toegankelijkheid, onmiddellijk en algemeen, maar die onze perceptie van de realiteit en onze maatschappelijke betekenis desoriënteert.

‘Geen ontvangst!’

Deze verschuiving van de tijd, of veeleer van de verhouding tot de tijd, heeft zich in feite verregaand uitgebreid tot het persoonlijke en maatschappelijke leven. Op de eerste plaats omdat de logica die de economie schraagt - het zoeken van het maximum aan rendabiliteit, aan nut, aan efficiëntie, en de vereiste van de onmiddellijkheid - zich uitgebreid heeft tot het geheel van de maatschappij en tot het domein van het privéleven. Vervolgens omdat in dit domein de kortstondigheid zijn intrede gedaan heeft. Het veld van de relaties tussen de individuen wordt momenteel onderworpen aan dezelfde vereiste van onmiddellijkheid van de antwoorden op de vragen van de ander, en wanneer men niet verschillende keren per dag zijn mailbox of zijn telefoon raadpleegt, dan vindt men dat onverantwoord of op z’n minst verdacht: ‘Hoezo! Je weet van niets? Maar ik heb je toch deze morgen een e-mail gestuurd!...’

Voor het individu dat zich in ‘real time’ moet bewegen wordt het gebruik van de tijd zowel elastischer, onvoorspelbaarder en kwetsbaarder. Hij wordt bevangen door wat sommigen ‘het syndroom van de zapper’ noemen: de angst voor de verloren tijd, de stress van het laatste moment, het verlangen om op één en hetzelfde ogenblik zowel hier als elders te zijn, de schrik iets belangrijks te missen, het onbevredigend gevoel bij een haastige beslissing, de obsessie om niet verbonden te zijn op het juiste moment met het juiste netwerk, en de verwarring die vluchtige overinformatie veroorzaakt.

Het individu, dat zich in zekere zin opsluit in een logica van onmiddellijkheid, baadt in de illusie de tijd te kunnen overwinnen door hem af te schaffen. Vandààr een gevoelen van ‘existentiële alomtegenwoordigheid’: men wil alle mogelijke verlangens kunnen bevredigen, op alle plaatsen tegelijk, zonder enige belemmering van de tijd en zonder zich te hoeven verplaatsen. Vandààr een onverdraaglijke frustratie wanneer men geen ‘instant satisfaction’ vindt, wanneer door een stom toeval de techniek je niet in staat stelt stante pede de wereld in je hand te houden. Iedereen heeft al eens iemand langs de kant van de weg zien staan, een mobieltje tegen het oor, dat blijkbaar geen antwoord geeft, en waarbij de verontwaardigde eigenaar uitroept: ‘Ahhhhh! Geen ontvangst! Verdomd!’ En men voelt hoe heel zijn woede zich samentrekt: Geen ontvangst! Het lijkt alsof de aarde ophoudt rond de zon te draaien, overdraaglijk! Men staat langs de kant van de weg, beseft u dat goed, en je kan niet de ganse wereld op zijn trottoir bereiken! En daar heb je dan een abonnement van 50 euro voor betaald, en dan heb je nóg geen ontvangst!

De flexibele mens


De huidige tijd is er één van het fast, van de zapping, van de surfing, van de flashes, van de clips en van de spots. De mens van de onmiddellijkheid wil het maximum aan sensaties in een zo kort mogelijke tijdsspanne. Hij heeft ‘geen tijd te verliezen’. Hij moet ‘handelen’ want hij wil ‘bezitten’: handelen om nog méér te bezitten, om nieuwe voorwerpen te verwerven, nieuwe markten te veroveren. Hij voelt zich een veroveraar en geniet van de illusie van de almacht.

Maar de mens van de onmiddellijkheid is een flexibele mens, gebouwd naar het beeld van het flexibele bedrijf, van een beroepsomgeving die flexibel geworden is. Hij spruit voort uit de veranderde arbeidsorganisatie in de productie en distributie, met zijn ruime inzetbaarheid, zijn variabele werktijden, zijn ‘just-in-time’-methodes om zo goed mogelijk aan de vraag van de klant te voldoen. Hij beantwoordt ook aan de nieuwe arbeidsomstandigheden in de industrie, met de invoering van geautomatiseerde systemen die meer soepelheid vereisen dan de getayloriseerde fabriek. Het is dus de flexibele loonarbeider die aan de basis ligt van het ontstaan van de flexibele mens, een mens die een antropologische mutatie ondergaan heeft. Want gans zijn leven is flexibel geworden. Zijn gezinsleven is vaag en broos. Zijn waarden en overtuigingen sprokkelt hij links en recht bij elkaar in de ‘supermarkt’ van het geloof. In de consumptie weet hij niet goed wat bij hem past en hij ‘shopt’ van het ene merk naar het andere. Op het politieke vlak gedraagt hij zich als een consument, zijn stem is dan ook onvoorspelbaar en kan alle richtingen uitgaan, nu eens rechts, dan weer links.

De Amerikaanse socioloog Richard Sennett heeft zich in ‘De flexibele mens. Psychogram van de moderne samenleving’ afgevraagd hoe men in een kortetermijnsamenleving langetermijndoelstellingen kan nastreven. ‘Hoe beslissen wij wat van blijvende waarde is in onszelf in een samenleving die ongeduldig is, die zich alleen op het moment richt? Hoe kan men doeleinden op lange termijn nastreven in een economie die het alleen om de korte termijn gaat? Hoe kan men wederzijdse trouw en betrokkenheid bewaren in instellingen die voortdurend uiteenvallen of opnieuw in elkaar worden gezet?’

Hij verhaalt in zijn boek de geschiedenis van Rico, een jonge Amerikaan die hij als kind gekend heeft en die hij lange tijd later toevallig opnieuw ontmoet op een luchthaven. In de tussentijd is Rico ‘geslaagd in het leven’ en heeft hij een eigen adviesbureau opgericht, nà verschillende werkervaringen in uiteenlopende streken van de Verenigde Staten. Nochtans wordt uit het relaas dat hij van zijn leven geeft duidelijk dat hij er erg ontevreden over is dat hij in zijn persoonlijk leven tekortschiet om vorm te geven aan waarden die hij van essentieel belang vindt - betrouwbaarheid en betrokkenheid in het gezin -, langetermijnwaarden die onontkoombaar aangetast worden en uitgehold worden door het soort leven dat hem opgelegd wordt door de permanente mobiliteit en flexibiliteit dat zijn werk met zich meebrengt. Richard Sennett vraagt zich dan af hoe een menselijk wezen zijn levensgeschiedenis als een doorgaand verhaal kan leren zien in een samenleving die slechts episoden en fragmenten kent: ‘De nieuwe economie leidt tot steeds wisselende ervaringen: men is nu eens hier, dan weer daar, en doet vandaag dit en morgen dat. Het op korte termijn gerichte kapitalisme (...) dreigt het karakter te bederven, vooral die karaktereigenschappen die mensen met elkaar verbinden en ieder zijn identiteit geven.’

Ondanks zijn vastbeslotenheid niet op drift te raken en zijn gehechtheid aan tijdloze waarden als trouw, betrokkenheid, doelgerichtheid en vastberadenheid, die van duurzame aard zijn, en die duidelijk maken wie hij is, is Rico’s wil statisch geworden, en zit hij in de val: hij kan zijn waarden enkel maar verdedigen, hij kan hen niet vorm geven. En Richard Sennett toont aan dat wat ontbreekt tussen de tegenpolen van op drift geraakte ervaringen en statische verdediging, een verhaal is dat zijn gedrag zou kunnen regelen. ‘Verhalen zijn meer dan eenvoudige kronieken van gebeurtenissen. Zij geven ook vorm aan de voorwaartse beweging van de tijd, omdat zij verklaren waarom bepaalde dingen gebeuren, en de gevolgen ervan laten zien. Enrico (Rico’s vader) had een levensverhaal dat een rechte lijn volgde en steeds langer werd, een verhaal dat zin had in een zeer bureaucratische wereld. Rico’s wereld wordt daarentegen gekenmerkt door flexibiliteit en voortdurende veranderingen, en heeft niet veel te bieden, hetzij economisch, hetzij sociaal, als het erom gaat een verhaal op te stellen. Bedrijven worden opgeheven en fuseren, banen ontstaan en verdwijnen weer, als gebeurtenissen zonder verband met elkaar. (...) De manier waarop het nieuwe kapitalisme met tijd omgaat, heeft een conflict tussen karakter en ervaring doen ontstaan, waarbij de ervaring van tijd zonder samenhang het mensen onbegrijpelijk dreigt te maken hun karakter vorm te geven in een doorlopend verhaal.’

De traagheid

De persoonlijke identiteit van de flexibele mens lijkt veel vloeiender, veel kneedbaarder, veel moeilijker in te schrijven in een continuïteit die zin geeft. Zij lijkt ook los te staan van het maatschappelijk leven, zonder andere band dan zichzelf, als onder invloed van een ‘overdaad aan subjectiviteit’, van een ‘overdaad aan investering van zichzelf’, waardoor het individu losgekoppeld wordt van de maatschappij. Zij is ten slotte veel chaotischer. De romanschrijver Salman Rushdie noemt het moderne zelf ‘een wankel gebouw dat wij optrekken uit brokstukken, dogma’s, wonden uit onze jeugd, krantenartikelen, toevallige opmerkingen, oude films, kleine overwinningen, mensen die wij haten, mensen die wij liefhebben’. Hij ziet een levensverhaal als een collage, een geïmproviseerde verzameling van dingen die wij toevallig aantreffen.

Toch is het nodig, zo lijkt mij, een samenhang in het levensverhaal te ontdekken, wil men een stevig ‘ik’ construeren om rechtop te blijven staan in de confrontatie met een vijandige maatschappij. Ik verwijs in dit verband graag naar de moderne roman uit de jaren twintig en dertig waarin niet zo zeer de versplintering van het bewustzijn alswel de herstructurering van het zijn centraal stond. (Ik volg hierin Michel Zéraffa, La révolution romanesque, 1969.) In deze romans ervaren de hoofdfiguren zichzelf als de som van hun leven, maar een veranderende som, die onophoudelijk wijzigt in zijn orde en zijn betekenis. De verandering maakt de persoon, maar deze onvermijdelijke en noodzakelijke verandering verhindert juist het personage zijn ‘ik’ als één geheel op te vatten, want noch het bewustzijn noch vooral de ‘externe’ tijd onderbreken ooit hun loop. Om zich als totaal te ervaren, om zichzelf terug op te bouwen, moet men zich geplaatst weten buiten de tijd. Ik ben gefascineerd door het idee van Virginia Woolf een roman te willen schrijven die helemaal op de stilte gebaseerd moest zijn, waarmee ze uiting wilde geven aan het geluk van haar personages als ze in het chaotische gewoel van het bestaan een eiland van rust creëren waar hun persoon hen als continu, compleet en authentiek overkomt.

In De Traagheid verhaalt Milan Kundera van een autorit op weg naar een Frans kasteel, en een auto die achter hem aan komt rijden en hem ongeduldig wil inhalen - ‘hij aast op dit moment als een roofvogel op een mus’ - doet hem terugdenken aan een verhaal van een andere reis, die meer dan tweehonderd jaar geleden heeft plaatsgevonden, de reis van een adellijke dame en de jonge chevalier die haar vergezelde. ‘Het is de eerste keer dat ze zo dicht bij elkaar zijn en de onuitsprekelijke sensuele sfeer die om hen hangt, ontstaat nu juist door de traagheid van de cadans: gewiegd door de beweging van de koets raken de twee lichamen elkaar, eerst zijn ze het zich niet bewust, daarna wel, en zo komt het verhaal op gang.’

‘Waarom is het genot van de traagheid verdwenen?’ vraag Kundera zich luidop af. ‘Ach, waar zijn ze gebleven, de lanterfantende helden van het populaire lied, de landlopers die van de ene molen naar de andere slenteren en onder de blote hemel slapen? Zijn ze verdwenen tegelijk met de landweggetjes, met de weiden en de open plekken in het bos, met de natuur?’

Onze huidige maatschappij staat voor de opgave een nieuwe relatie tot de tijd te ontwikkelen, de tijd als een woning op te vatten, om ‘de tijd te bewonen’.


(Verder lezen:
- Nicole Aubert, Le culte de l’urgence. La société malade du temps, Flammarion, Paris, 2003
- Richard Sennett, De flexibele mens. Psychogram van de moderne samenleving, Uitgeverij Byblos, Amsterdam, 2000)

[Gered uit het wrak van Yabasta.be, site die in het ongerede of opgeheven is]

13 maart, 2013

"Herstel Mijn kerk"


Een paus uit Zuid-Amerika, en wel uit het op een na witste land van het continent, zal nu juist geen bevrijdingstheoloog zijn, gezien de richting die het Vaticaan in ieder geval sinds 1978 is opgegaan. Dan is de kans op collaboratie met een militair regime zeer groot. Het is weer eens iets anders dan de misbruikschandalen van de afgelopen zoveel jaren, al is misbruik ook volop met die regimes verbonden.

Maar omdat er vanuit Zuid-Amerika nu eenmaal geen derde weg is zegt collaboratie - in welke mate dan ook - niet zo veel over wat er te verwachten is van de nieuwe paus. De unieke keuze voor de naam Franciscus lijkt een uitspraak ten gunste van "de armen" - of het nu ontleend is aan Franciscus van Assisi is of aan de naar hem vernoemde Franciscus Xaverius, belangrijk missionaris namens de Jezuietenorde. Het kan verwijzen naar een streven naar eenvoud en naar vernieuwing. Het is niet het verleden dat zwaar telt maar de toekomst die de nieuwe Franciscus aan het instituut zou kunnen geven. Juist omdat er bij voorbaat al zoveel kritiek mogelijk is zal de nieuwe paus snel iets verrassends moeten laten merken. Ik denk dat er niet veel reden tot optimisme is, maar ik ben dan ook niet rooms; het geeft de afstand misschien wel iets meer te verwachten dan direct betrokkenen, en tegelijk om niet veel vertrouwen in de toekomst van de roomse kerk te hebben. Het kan, kortweg, allemaal alleen maar meevallen.

Simon Barrow van de christen-anarchistisch angehauchte denktank Ekklesia is naar mijn weten ook niet rooms en hij toont wel een onverwacht optimisme ten aanzien van Franciscus I.
Hij ontleent zelfs aan de mij tot nu toe onbekende betekenis van de naam Xaverius (blijkbaar een verbastering van Etxebarri, Nieuw Huis - ongeveer het enige Baskisch dat ik weet) een aanwijzing van mogelijke vernieuwing. Zonder hoop vaart niemand wel.

12 maart, 2013

Overigens ben ik van mening dat de Malvinen Argentijns zijn

Soms denk ik dat ik geresigneerd aan het worden ben over de dagelijkse stortvloed aan nieuws die het voortdurende schandaal van kapitaal en imperialisme documenteert.
En dan komt er een bericht als dit, dat er al niet beter op wordt door de aanblik van de Britse premier, prominent in beeld.
Er is op de Malvinen een referendum georganiseerd, en met Noordkoreaanse cijfers wordt de trouw van de bevolking aan het Verenigd Koninkrijk bevestigd. Verrassend. En ik merk dat ik nog net zo kwaad kan zijn als inmiddels al vele tientallen jaren geleden.

De grenzeloze hypocrisie van het Britse regime - aan de Chagossianen is niets gevraagd, integendeel. Dit soort referenda is alleen georganiseerd in Gibraltar en op de Malvinen. Biafra moest zo snel mogelijk worden afgeslacht ("quick kill"). Ik laat het maar bij die twee voorbeelden, Papua Barat bijvoorbeeld valt buiten de Britse verantwoordelijkheid. En verder - maar neen, ik ga het Britse mandaatgebied Palestina er maar niet bij halen.
Imperialisme en racisme horen onverbrekelijk bij elkaar en het is niet voorbij, het is ruim twee eeuwen lang nooit voorbij geweest.