05 december, 2023

Antisemitisme vermomd als antizionisme: een verhaal dat maar niet weg kan gaan

 Dit is het laatste van mijn stukken voor De AS dat ik nog niet uit de ruimen gehaald had. Er stond een passage in die er niet in terecht had moeten komen. Die laat ik bij deze alsnog-publicatie achterwege. Na 31 jaar is de tekst helaas (nog steeds/weer) actueel.


Het speelt in de tijd toen men nog wel eens ‘antifascist’ als beroep invulde op een formulier, de tijd dus waarin professionele werkloosheid lonend en best wel revolutionair beoordeeld werd.
Men had vernomen dat de Centrumpartij een vergaderzaal had weten te bemachtigen in het Amsterdamse Krasnapolsky, onder valse vlag natuurlijk. Snel was er een demonstratie bijeengeorganiseerd die voor het hotel onmiddellijke beëindiging van de gewraakte bijeenkomst eiste.

Op een gegeven ogenblik verscheen er iemand van de directie bij de ingang die de demonstranten bezwoer dat Krasnapolsky nergens van wist. “Dat liegen jullie, stelletje joden,” wist een demonstrant te melden, geheel in de geest van de manifestatie. Krasnapolsky liet de CP-vergadering inderdaad opbreken en wat zegt een van de CP-ers (was het Janmaat zelf?) als hij spitsroeden loopt langs de antifascistische activisten? Inderdaad: “Stelletje rotjoden”.

In diezelfde tijd was er een geslaagde kraakactie: het pand van Internationale Boekhandel Het Fort van Sjakoo in de Jodenbreestraat kon blijven en in plaats van kantoren zou er prettige nieuwbouw voor de kansarmen in dit stukje Amsterdamse binnenstad komen. We hadden nogal wat felicitaties in ontvangst te nemen in de weken daarop. Een daarvan: “Goed dat jullie van die smerige speculanten hebben gewonnen!” “Ja, gelukkig maar; zo zie je maar dat we van een internationaal concern kunnen winnen.” [Te weten Equity & Law.] “Het is één internationale joodse samenzwering”, weet de brenger van de gelukwens nog mede te delen, de gefeliciteerde in verbijstering achterlatend, want die besefte maar al te goed dat hij in de Jodenbreestraat kon verblijven omdat zij er niet meer waren.

Er zijn aardige trekken aan de zogeheten actiebeweging en er zijn zeer onaardige aan. Over de aardige hoeven we het nu eigenlijk niet te hebben. Aardige kanten en onaardige horen bij elkaar als polair tegengestelden: onlosmakelijk aan elkaar verbonden, onbestaanbaar zonder elkaar.
Als uit de zogenaamde autonome hoek (het dagelijkse spraakgebruik houdt het kortweg op ‘de kraakbeweging’) iets voor deze beweging onwenselijks te melden valt, wie is er dan aanspreekbaar?

“Stop de nederzettingen” verspreidt een affiche met de tekst ‘Stop de Israëlische nederzettingen in Palestina’. In een van de lokalen van De Beweging was ‘Palestina’ op het affiche overgeplakt met het woord ‘Amsterdam’, subtiel uit Het Parool geknipt. Het aardige van dergelijke uitingen is dat het comité niet aanspreekbaar is. Op hoge tonen eist men bewijzen en namen van schuldigen, wanneer men met dergelijke berichten wordt geconfronteerd. De schuldigen zorgen er natuurlijk voor nog
anoniemer te blijven.

Met subsidie van XminY weet ‘Stop de nederzettingen’ een krantje te verspreiden in een oplage van 15.000 exemplaren, vermoedelijk gedrukt op de voormalige persen van De Waarheid (als oud-redacteur van deze krant waardeer ik het dat de drukkerij zich niet vermeld wilde zien). Geen van de artikelen is ondertekend. Nu gaat het om een op zich natuurlijk goede zaak. De bezetting van Arabische gebieden, de nederzettingen, het neerslaan van de opstand, het zijn allemaal laakbare zaken. Het wordt een beetje anders als men ideologische bagage en achtergrond van de activisten doorneemt.

‘Stop de nederzettingen’ plaatst nogal wat vraagtekens bij de gangbare mededeling dat Israël de enige democratie in het Midden-Oosten is. Het is een dergelijk niveau van redeneren dat het mij altijd onmogelijk zal maken het Autonome Denken als ook maar enigszins verwant aan het anarchisme te beschouwen. Maar goed, laten we de redenering even volgen, alsof het onze zaak zou zijn: kan een land democratisch heten dat er bezette gebieden op na houdt en dat de bevolking daarvan niet rechtvaardig behandelt? Het antwoord moet dan zijn: ik ken geen land dat in de afgelopen vijftig jaar gebied van een buurland of het hele buurland bezet heeft en waar een dergelijke actie binnen de bezettende staat ter discussie gesteld mag worden. Nazi-Duitsland, de Sowjet-Unie, China, Marokko, Indonesië, Irak – men noeme maar op. In Israël kan het wel. In Syrië wordt gemakshalve een opstandige stad gedecimeerd en het is er beter voor de gezondheid het portret van de president voor iedereen zichtbaar op te hangen -maar ja, wat heet democratie, nietwaar? De constatering is simpel: XminY en het Autonome Centrum zouden nooit de moeite en het geld er voor over hebben om vijftienduizendvoudig op te roepen tot actie tegen en boycot van Syrië, ook al houdt dit Libanon en een deel van Koerdistan bezet. Selectieve verontwaardiging heet zoiets, en er zit een luchtje aan.

Hoho, hoor ik al zeggen, dat hebben we nu wel gehad, antizionisme is géén antisemitisme. Goed, wat denkt u van de volgende passage uit het krantje, onder het tussenkopje ‘Geïnstitutionaliseerd [sic] racisme’: “De gescheiden behandeling van joodse en Palestijnse bevolkingsgroepen werd gerechtvaardigd door de orthodoxe joodse ideologie, die de joden als het uitverkoren volk van God plaatst boven alle andere volkeren. Een ideologie die zegt: wij zijn superieur, zij zijn inferieur”.1) De uitleg waar deze orthodoxe joodse ideologie terug te vinden is ontbreekt uiteraard. In het oude testament misschien? Of toch maar in de beruchte antisemitische Protocollen van de Wijzen van Zion?

Het socialisme van de onwetenden, zo noemde Isaac Deutscher het antisemitisme in linkse kringen of in de onderste lagen van de samenleving. 2) Een mooie typering maar hij is niet consequent, want hij neemt Marx in bescherming. Karl Marx vereenzelvigt in zijn Zur Judenfrage de jood met woekeren en sjacheren, en dit is het voorland van iedereen in het kapitalisme, niet alleen meer van de jood. De oplossing van het probleem van jood en kapitalisme tegelijk is de opheffing van de jood. Ach nee, natuurlijk moeten we dit niet als een oproep tot fysieke vernietiging opvatten, we moeten maar denken aan een hegeliaanse Aufhebung en met de symbolische jood van Marx heffen we het kapitalisme ook op (trouwens, hij was zelf jood, hoe kon hij dan antisemiet zijn?).
Maar het staat er toch allemaal maar.

Het socialisme van de armen van geest is ook te vinden bij Saint-Simon, bij Proudhon, bij Bakoenin (die al te goed weet dat zijn tegenstrever Marx “er één is”). Als de joden Christus niet gekruisigd hebben dan zijn het toch in ieder geval woekeraars. 4) Als het antisemitisme socialisme van de armen van geest is dan is het socialisme voor de rijken van geest waarschijnlijk een schaars goed. Ook geen verrassende mededeling. Overigens is het al te veel eer te denken dat men in autonome kringen kennis heeft genomen van marxistische of anarchistische klassieken die in de fout gingen of dat men zich op een bepaalde christelijke redenering beroept. Was het maar waar, zou je denken, dan wist je waartegen je te strijden had.

De autonomen maken zich druk over Palestina, zonder overigens duidelijk te maken waar de beoogde grenzen van dit land zouden moeten liggen. Ze willen nog weleens goed op de hoogte zijn van de religieuze achtergrond van deze of gene speculant; en de burgemeester van Amsterdam is nu eenmaal per definitie een zwijn. 5) Nee hoor, dit is fout gezegd, hoor ik al als tegenwerping. “Wij horen daar niet bij.” Het tegendeel moet je maar bewijzen. “Trouwens, wat moeten we met een verzameling losse voorbeelden?”

Tja, wat is discriminatie anders dan een verzameling voorbeelden, zolang zij niet door wetten namens de staat of gebruiken namens ‘de meerderheid’ bevestigd wordt? Kun je de oprispinkjes van autonomen vergelijken met bijvoorbeeld de smakeloze vertoningen in en om de voetbalstadions? Het antwoord is: ja, want uw internationalistisch aandoende pretenties zijn vals. Heb het eerst maar eens over de superioriteitsideologie van de indiaan, of de islamitische Arabier, of over het repressieve karakter van de regering van Soedan of Saoedi-Arabië, dan wordt uw moreel recht van spreken in ieder geval groter. Tot dan staat u onder de verdenking van een laf antisemitisme waarvoor u niet eens echt durft te stáán.

NOTEN:

(1) ‘Stop de nederzettingen’, oktober 1991, p. 8
(2) Isaac Deutscher, De niet-joodse jood, Baarn 1969, p. 99
(3) “Suchen wir das Geheimnis des Juden nicht in seiner Religion, sondern suchen wir das Geheimnis der Religion im wirklichen Juden. Welches ist der weltliche Grund des Judentuns? Das praktische Bedürfnis, der Eigennutz. Welches ist der weltliche Kultus des Juden? Der Schacher. Welcher ist sein weltlicher Gott? Das Geld. Nun wohl! Die Emanzipation vom Schacher und vom Geld, also vom praktischen realen Judentum wäre die Selbstemanzipation unsrer Zeit.” Karl Marx, ‘Zur Judenfrage’, in: Die heilige Familie, Berlin 1953, p. 59-60
(4) De lijst is natuurlijk steeds uit te breiden. Er is ongetwijfeld een excuus voor, maar hoe onaangenaam doet het niet aan dat in Felix Ortts sleutelroman Felicia de zedeloze schurk door de jood Mozes Augurk wordt verbeeld.
(5) In het Amsterdamse kraakblad De Grachtenkrant is tijdenlang in een wekelijkse column burgemeester Van Thijn uitgemaakt voor fascistisch zwijn, zijn politie vergeleken met de SS en wat er verder aan fijngevoelige vergelijkingen mogelijk was. Moet het echt uitgelegd worden dat deze regent op alle mogelijke manieren bestookt mag en moet worden, behalve deze?

- Afbeelding: Door M.Minderhoud – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1307637

17 november, 2023

Following Christ rather than being a christian

 In the days of yore, when real socialism still reigned supreme in what was called the Union of Socialist Soviet Republics, I visited Moscow - simply as a tourist. I cannot remember any more how we came to talk about it, but the word tovaríshch came up (unknowing persons like I said "tohvárish"). The guide taught us how to pronounce it properly. And then - not knowing what to expect - I said: "Since the proletariat is in power here I should call you tovaríshch then."
His reaction was even more critical than I might have expected. He replied: "Oh no, I'm not a tovaríshch. Mr. Brezhnew is a tovaríschch, and other high figures from the Kremlin are."
So the salute of comrades amongst each other had become a title of someone in power behind high walls. The world had been put upside down and the comrades were in control. You'd better obey them.

I had to think of what I was told in Moscow while I was trying to formulate why I do not like to be called a christian, and will hesitate to call myself by that name. Pat Robertson is a christian. Joseph Ratzinger is a christian. George W. Bush is very much a christian. So is Tony Blair. Or John Howard. Or Angela Merkel. Or "my" national Harry Potter Jan-Peter Balkenende.
I do not see how you could honestly say: oh no, they are not really christians. Just like there were and maybe still are communists who would say: Mr. Brezhnew was not a real communist. Socialism still has to be realised some time in the future. Maybe I can agree with that thought, but you cannot rid communism of the dictatorship of the tovaríshchi any more. Neither can you get rid of the stains attached to calling yourself a christian in 2006. It is a company I by definiton do not want to keep.

"Christian" is not about being someone. There are some places where being a christian is a matter of identity first and foremost. It is beyond irony that exactly these christians are being forced out of their homes thanks to the actions of christians like Bush and Blair (if you don't understand this: I am referring to the earliest communities of those following Christ, in the so-called Middle-East). Following Christ ("being a christian") is a task you take up (Matth. 11:25-30) voluntarily. That is the best you can say about it.

And in the final analysis in more than one sense following Christ means liberation of christians. That indeed is something to strive for.

16 november, 2023

Ebenezer Howard, well-known urban planner


 ...but it certainly is not well-known that he can be counted as a christian-anarchist. The man whose ideas have been used by all kinds of people and authorities who would not even want to dream of his ideals, wanted his city to be a weapon for peace and religion.
Something went wrong, although it is hard to say what exactly went wrong.

Some pages of his To-morrow< republished as Garden-cities of tomorrow, can be found here.

13 oktober, 2023

Afschudden van walgelijke standpunten

 

Het is niet aan goed doorvoede witte intellectuelen om achter hun veilige computerscherm te dicteren hoe de anti-koloniale strijd moet worden gevoerd.

Een zin in een stuk dat op het moment van schrijven niet als bron aan te wijzen is, en ik kan daar geen traan om laten. Het komt van een site die wij ooit als "de buren" hadden aangemerkt, waarvan we nogal wat stukken hebben overgenomen (een belangwekkend theoreticus als Thomas Decreus schreef er voor, maar die is er weg - waarom, vraag je je af...). Het bestrijdt de vermeende hypocrisie van "het westen" over de verrassingsaanval van Hamas van afgelopen zaterdag. De zin roept nogal wat vragen op, met al die epitheta.

1) Goed doorvoede. Moet je slecht gevoed of hongerig zijn?
2) Witte. Je huidskleur bepaalt of je op de juiste wijze kunt dicteren hoe de anti-koloniale strijd gevoerd moet worden.
3) Intellectueel. Weinig of geen voortgezet of hoger onderwijs strekt tot aanbeveling.
4) Veilige. Heb je ook onveilige computerschermen, dat soort dat onverwacht explodeert?
5) Computerscherm dus. Een lekker ouderwetse schrijfmachine verdient de voorkeur.

Het merkwaardige aan dit soort zinnen is dat ze nooit geproduceerd worden door hongerige, zwarte laagopgeleiden van achter die onveilige tikmachine. Ben je gek. Zo'n zin wordt precies geschreven door zo iemand die zegt dat diegene niet kan dicteren hoe de antikoloniale strijd gevoerd moet worden. Een dergelijke essentialistische arrogantie kan toch alleen gedijen in een zich links en emanciperend wanende omgeving die in feite iedere pretentie heeft opgegeven bevrijding op het oog te hebben.
Het valt nog mee of tegen. De hetero cisman ontbreekt in het rijtje. Dit kan dus beter!

De desbetreffende site is ook meesterlijk in het ontwaren van het grote NAVO-complot tegen Rusland, dat wel terug moet slaan door dorpen en steden in Oekraïne kapot te bombarderen en aan kinderroof te doen om echt Russische kinderen te kweken in plaats van telgen van een niet-bestaand volk. Het is dan Rusland dat de anti-koloniale strijd blijkt te voeren. Een moordpartij op honderden argeloze mensen kan blijkbaar ook op begrip rekenen want het is deel van anti-koloniale strijd.

It looks like déjà vu all over again. Maar eigenlijk hoeft er niets toegevoegd te worden aan de verklaring van Bernie Sanders. In de dagen van de scheiding der geesten in het toch al zo kleine veld ter linkerzijde kwam ik tot de conclusie dat ik kennelijk tot "gematigd links" behoor. Eigenlijk bestrijd ik dat. Als iets de juistheid van de hoefijzertheorie illustreert is het wel de situatie waarin zogenaamd anti-imperialistisch "links" en ultrarechts gezamenlijk het Rusland van Poetin prijzen. En klammheimliche Freude koesteren over de moordpartij die Hamas heeft aangericht. Maar we verlaten hier in feite het terrein van klassiek links. Men kan beter zeggen dat zogenaamd uiterst links identiek is aan uiterst rechts.

Dan kom je op dat hoefijzer of beter in een kwadrantenstelsel links/rechts uit bij wat men gematigd noemt. Het zij zo. Als het het afschudden van walgelijke standpunten betekent.

- Afbeelding: Politisches_spektrum_hufeisenmodell.svg, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=10350949

03 oktober, 2023

Dat de angst tevoorschijn kome

 

Uit de diepten heb ik geroepen


Een tijd terug moest ik door omstandigheden de ongewenste Noord-Zuidlijn in Amsterdam gebruiken. “Station” Vijzelgracht. Ik keek de peilloze hoogte in van de roltrap naar de bewoonde wereld.
Een vrouw kwam langszij, zij zei: “Ik zie dat u het moeilijk hebt. Pak mijn hand vast, ik help u naar boven.”
Net als je wanhoopt over de mensheid verschijnt een engel die veel zoniet alles goedmaakt. Zij hield mijn hand vast tot we boven waren en ik kon niet genoeg buigen om mijn dankbaarheid tot uiting te brengen.

Dat ik die malle lijn moest benutten was al erg genoeg, de tramlijn van mijn keuze was uitgevallen want er moest een ambulance komen om iemand die gevallen was op te halen, en dat duurde nog wel even.
En – in Nederland functioneert bij voorkeur helemaal niets waar je op rekent – de lift was buiten werking.
Ach, dat inclusieve openbaar vervoer met zijn “beste reizigers”: als rolstoelgebruiker, slecht-ter-been-zijnde al dan niet met rollator of stok, iemand met kinderwagen en dan ook nog zo iemand als ik die door diepte-/hoogtevrees wordt bevangen: je bekijkt het maar.

Gisteren was het weer raak, station Schiphol: de lift doet het niet.
Ik kan niet uitleggen wat mijn angst was voor de diepte van de rollende band of de roltrap. Vooral de laatste – ik kon niet besluiten even los van alles een plateau te kiezen de diepte in, bleef in vrees en beven bij de opstap staan.
Ik kon het niet, durfde niet, zag mij in gedachten koppelings de trap afbonken.
Een man grijpt mijn linkerhand kordaat vast: “You can do it.” Hij stapt de roltrap op en sleept mij mee. “No, I cannot.” “Yes you can”, zegt hij met urbane korzeligheid. Geen geduld, geen kwartier.
Ik struikel, kan de handgreep tenslotte bereiken en word naar beneden getransporteerd. Ik haal het perron.

Het was “maar” angst. Iemand van een van de eerdergenoemde mensen die echt helemaal op de lift zou zijn aangewezen zou dit niet meemaken.
Voor de zekerheid kan ik u vertellen dat de schrik vers is, ik ben heel wat roltrappen gewend. Het was de lol van de HEMA op de Nieuwendijk, het was een uitje voor mij als kind om daar op te gaan.
Ik heb geen idee waar mijn verse vrees vandaankomt. Problemen met evenwicht? De schrik voor de val van een hoogte van niks die mij vorig jaar sepsis bezorgde (of was de val het gevolg?)
Ik kan alleen vaststellen dat er goede geesten rondwaren die behulpzaam willen zijn. Ze zullen er toch niet altijd zijn, vrees ik, lotgenoten!

De titel is geleend van Sören Kierkegaard.

– Afbeelding: CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=633218

21 september, 2023

De hoop blijft, ook vijftig jaar later

Het afgelopen weekeinde heb ik mij weer eens geworpen op het schiften van mijn actie-archief. Een deel ervan is, met mijn biblio- en discotheek door de barbaren van groenliberaal Amsterdam het raam uitgegooid. Een ander deel bevond zich nog op mijn kamer in het ouderlijk huis, dat in hetzelfde jaar 2011 leeg opgegeven moest worden na het overlijden van mijn moeder. Dit is naar de logeerkamer van mijn stacaravan in de boerenbuiten gebracht – je kunt echt niemand laten logeren in dat hokje, dus werd het een stapelplaats voor oud papier. Een wonderlijke wandeling door een nabij en toch ook weer zo vreemd verleden.

Hoe een flink deel van het archief van het Biafra Actie Comité bij mij is komen te liggen, en dus niet bij de verzameling in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis is, of nog niet, weet ik eerlijk gezegd niet meer. Het kan samenhangen met het verzoek van het toenmalige opinieweekblad De Nieuwe Linie voor een stuk ter viering van de tiende verjaardag van onafhankelijk Nigeria. Het kan ook het gevolg zijn dat wij de kantoorruimte bij de Hervormde Jeugdraad langzamerhand moesten opgeven. We deelden de ruimte al sinds het begin van 1970 (als ik het mij goed herinner) met Amnesty International en die club groeide als kool, terwijl ons streven was opgegeven. Hoe het ook zij, het archiefdeel lag bij mij, en wachtte tot een zonnig weekeinde in september 2023 op bekijken en uitzoeken. Flarden studentenactivisme, Federatie van Vrije Socialisten (Chili!), Ierland Comité en meer, lagen ertussen.

Het overgrote deel van het Biafra-gedeelte van het archief bestond uit documentatie over de activiteiten van twee Brits-Nederlandse “multinationals” (dat woord is in onbruik geraakt intussen): Unilever en Shell. Nigeria is een koloniaal maaksel, zoals bijna alle staten in Afrika, en Nigeria heeft de aparte eer oorspronkelijk wingewest voor een particuliere “onderneming” te zijn geweest, de United Africa Company. Uiteraard werd de compagnie ondersteund door Britse militaire macht, en zoals het ook elders gegaan is heeft de Britse regering het bestuur over dit stuk West-Afrika geheel op zich genomen. Zonder de United Africa Company een strobreed in de weg te leggen, of de overname van deze koloniale compagnie door Unilever te hinderen. Unilever werd zo ongeveer eigenaar van dit stuk Afrika en gezien de politieke richting van de opeenvolgende junta’s die Nigeria sinds 1966 hebben bestuurd kan ik mij niet voorstellen dat dit nu niet meer het geval is.

Van Shell weten we het zeker. Deze multi koos voor de “federale overheid” in Nigeria, niet voor het afgescheiden Biafra. Deze republiek was uitgeroepen nadat er in het noorden van Nigeria uitgebreide pogroms waren gehouden tegen “binnenlandse immigranten” uit Oost-Nigeria, zoals de deelstaat toen nog heette. De staat diende ter bescherming van de inwoners. De opbrengst van de oliewinning, die zich grotendeels afspeelde en afspeelt in voormalig Biafra zou gedeeld worden met federaal Nigeria. Maar de oliemaatschappijen gokten op de overwinning van het federale leger, dat omstandig gesteund werd door Groot-Brittannië (de Labourregering wilde een quick kill van Biafra, het duurde al met al drie jaar) en de grote vriend aller anti-imperialisten in Moskou, toen nog de USSR. Waar het kon faciliteerde Shell het federale leger. Het beeld is duidelijk.

Is er veel veranderd in die ruim vijftig jaar na het verzamelen van deze documentatie? Shell is nog steeds berucht vanwege de vervuiling van de delta van de Niger, waarvan Biafra deel uitmaakte. Shell is inmiddels ook berucht vanwege de subsidie die het ontvangt van de Nederlandse belastingbetaler, waartegen dezer dagen dagelijks gedemonstreerd wordt.

Die andere thema’s? In Chili heeft de staatsgreep tegen de socialistische regering plaatsgevonden en het land herstelt moeizaam of misschien wel helemaal niet van de neoliberale militaire dictatuur.

De universiteit is met nauwelijks verholen corruptie verweven met “het bedrijfsleven”. Het Oudnoors, dat je vooral niet mocht gaan studeren bij keuzevrijheid, is met het Nieuwnoors als kleine onbelangrijke taal de deur gewezen. Aan de universiteit brabbelt men MTV-Engels en bestudeert men Relevante Zaken, zoals de noodzaak je bureau opgeruimd achter te laten op kantoor.

Ierland – het is wonderbaarlijk – is wel min of meer opgelost. De Zes Graafschappen worden zelfs in de Republiek (die niet meer verachtend Freestate wordt genoemd) Noord-Ierland genoemd. Langzaamaan wordt Ierland een modern land, grotendeels behorend bij de Europese Unie, en het noorden kan en zal daar niet bij achterblijven.

De Grote Kladderadatsj stond niet voor de deur, maar de hoop blijft. Of de moed van de wanhoop. De Grote Kladderadatsj komt, zoals Joop kwam, in 1973. Dit schrijf ik vijftig jaar later, zo zou ik toen niet geredeneerd hebben.

12 september, 2023

De elfde september opnieuw beschouwd

 

Dubbele Boterham met Kaas 29

Nee, niet die elfde september, die andere, die dit jaar zijn vijftigste verjaardag viert.
Kort voor de staatsgreep had de Chileense president Allende Pinochet als minister van “defensie” in zijn kabinet opgenomen. Of Pinochet de staatsgreep had uitgevoerd als hij niet in het kabinet had gezeten kunnen we niet weten, de geschiedenis loopt nu eenmaal zoals zij loopt.

Het was het einde van een kleine drie jaar opbouwen van socialisme in Chili, met hoge tegenwerking vanuit Washington maar ook binnenlands. Ik vermeld dat het de afdeling Amsterdam van de Federatie van Vrije Socialisten was die actie begon tegen de dreiging een schip met Chileens koper in beslag te nemen zodra het een Europese haven bereikte – actie die uitliep op de oprichting van het Chili Comité dat verder niet of nauwelijks inbreng had van anarchistische zijde. Het hoefde tenslotte ook niet.

We weten dat de staatsgreep een oefening in neoliberalisme was, Chili op weg naar socialisme werd een ultrakapitalistische proeftuin. En neoliberalisme en fascisme zijn goede vrienden. Stadions die tot concentratiekamp werden 'omgefunctioneerd'. Kampen in de woestijn. Kinderdiefstal van “linkse” ouders. Ongewenste personen die vanuit een helikopter in zee werden gegooid. De nacht viel over Chili, en het is een klein wonder dat er toch een einde aan het regime is gekomen, ook al blijft de grondwet, die het militaire regime heeft ingesteld, voortbestaan.

Pas later drong de laatste toespraak van Allende, gehouden terwijl het presidentieel paleis gebombardeerd werd, tot de buitenwereld door. Dramatische woorden die afsluiten met een geloofsverklaring in de arbeidersklasse, die hoe dan ook het laatste woord zal hebben.
En schoten, met de microfoon open.

Allende heeft het er niet op aan laten komen in de klauwen van de fascisten terecht te komen, maar maakte een einde aan zijn leven. We geloofden indertijd niet zomaar het verhaal dat hij zelfmoord had gepleegd. En aan dat begrip zelfmoord kan men hoe dan ook de overweging verbinden dat hij het leger had moeten inbinden – als dat gelukt was. Het leger dat de democratie had moeten beschermen.

“De parlementaire weg naar het socialisme eindigt op een met bloed besmeurde sofa”. De leuze was te lang voor een spandoek maar wat was hij juist! (De twijfel over die sofa had inmiddels toegeslagen). We hebben een andere tekst gebruikt – “loopt dood” als ik het me goed herinner, en ja, dat klopt ook maar is minder plastisch als men die elfde september in ogenschouw neemt.

We, dat waren voor het eerst alle groepen die in het pand van koffiebar Roodmerk participeerden. Vijftig jaar geleden verkondigde men nog niet dat de herfst op 1 september begon, het was mooi laatzomerweer. En de demonstratie van de op de elfde aansluitende zaterdag 15 september was een toonbeeld van linkse eenheid zoals men die maar zelden aantreft. De staatsgreep was tenslotte een aanval tegen links in de breedste zin.

En nu kijk ik terug vooral op die demonstratie en de voorbereiding er van, in het licht van de vorige aflevering van deze rubriek. Het was een zware slag, zeker, maar we liepen daar niet te treuren, wat achteraf toch merkwaardig mag heten. De laatste woorden van Allende, die we nog niet kenden, waren tenslotte ook onze geloofsverklaring. ¡Venceremos!, we zullen winnen, zoals het lied op de tekst van Victor Jara – kort na de staatsgreep doodgemarteld in het concentratiekamp – het wil:

En dat gevoel dat de toekomst aan “ons” was, was ik de enige die dat hoe dan ook wel dacht, ondanks deze harde rechtse slag? Elf september is nog jarenlang het startsignaal voor een nieuw actieseizoen geweest, met brede linkse deelname.
En plotseling was het voorbij, nog voor het einde van het decennium.

Het zou interessant, zoniet belangrijk, zijn te onderzoeken hoe het kwam dat het demonstratief herdenken is weggevallen. Wegvallen van het geloof dat dit maar tijdelijk was, dat “links” de toekomst had (en binnen dat links het anarchisme, maar dat viel buiten de orde van de demonstraties)?

In 1978, het laatste jaar waarvan ik mij herinner dat er een demonstratie van belang was, zaten we in de finale in een politiestaat. En op de eretribune zaten Wiegel en Van Agt, zoals Neerlands Hoop zong – over Chili’s buurland Argentinië. Ontmoedigender kon het eigenlijk niet. En die finale werd nog verloren ook.

– Afbeelding: De Biblioteca del Congreso Nacional, CC BY 3.0 cl, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=16325488

- Eerder verschenen bij Libertaire Orde

30 augustus, 2023

Portfolio38: In het volle licht van de koplampen - Klein gentrificatieleed - Voor Eric

 In het volle licht van de koplampen

“Wacht eens even,” zei zij, overdenkende hoe het zat met haar verovering, mij dus. “Geen idee of jij wel kunt kussen en of je dat goed doet.”
Wat een vraag.
Ze duwde mij een portiek in en gaf de opdracht te laten merken hoe het zat.
Er dook meteen een politieauto op die het portiek in het licht van de koplampen zette. “Wil het een beetje lukken?” onderstreepte een smeris de feestvreugde. Nooit zoveel belangstelling meegemaakt voor iets waarvan ik dacht dat het spontaan moest gebeuren. Of is dat een pietluttig standpunt?

Het kon er mee door maar het kon beter, vond ze. Ik zit achteraf vooral met de vraag waarom de politie die belangstelling toonde. Portieken waren verdacht toneel.

Klein gentrificatieleed 

Ankies Beste Boerenbiefbar serveerde de meestgewaardeerde biefstukken van heel Amsterdam-Oost, een stadsdeel in opkomst zoals iedereen inmiddels wel weet.
Het geheim van die biefstukken was dat ze in eerlijk Zeeuws Meisje werden gebraden. Geen cent te veel hoor, maar de klanten hadden er wel 25 euro per biefstuk (exclusief begeleidende groenten uiteraard) voor over.

En toen besloot Ankie de zaak aan de Markt over te laten. Canadese durfkapitalisten ontfermden zich over de Boerenbiefbar. Hun chef meende dat het geheim in speciale maagdelijke olijfolie lag. Ankie telde haar centen. Geen cent te weinig, om precies te zijn.

Maar de gasten klaagden steen en been: dit waren hun biefstukken niet meer. Ankie zweeg, wachtend op de krant die haar geheim zou ontfutselen. 

Voor Eric

De hete zomer van 1975 – we konden nog niet weten dat hete zomers de nieuwe norm zouden worden. Radio Caroline sloot om redenen die mij niet bekend waren al om middernacht af, mij alleen latend met sombere gedachten.
Kortstondig werkzame deejay Phil Mitchell zei dat het tijd was om de kat buiten te zetten (denk aan de slotscène van de Flintstones) en startte de huiveringwekkende klanken van Roy Buchanan’s Sweet dreams.

Niks zoete dromen van de verloren liefde, in plaats van haar of zijn aanwezigheid. Pure wanhoop hoorbaar gemaakt door geniaal gitaarspel.
Het verraste mij dan ook niet toen ik hoorde dat Roy twaalf jaar later opgebracht werd wegens openbare dronkenschap. En in die ene nacht cel stapte hij uit.

 

 

 

 

05 juli, 2023

Herinneringen van een Dijker

 


1. Die heerlijke zolder

Het toeval wil dat de winkel van nu iets soortgelijks verkoopt als mijn grootouders destijds. Alleen heeft alles een merknaam die mij niets zegt en nog minder interesseert, maar de Echte Doelgroep waarschijnlijk wel.
De toonbank is ook verdwenen. “Niet van deze tijd”.

We hebben er iets te kopen en intussen maak ik duidelijk dat ik hier mijn eerste levensjaren half gewoond heb. De verkoper spreekt nauwelijks Nederlands, maar grootmoedig zegt hij met het weinige dat hij te zeggen heeft dat ik wel even mag kijken op de verdiepingen.

Die zijn allemaal rommelige opslagplaats. Geen woonruimte meer. Maar bovenin is de zolder. Verdomd, hij is net zo kaal als toen. Hij ruikt nog net zo. De schommel is wel weg.

2. De kleinste 

De tekst is van Jan Pieter Heije, de muziek van Jos Beltjens. De eerste leeft meer voort dan de tweede.

“Omhoog, omlaag, op berg en dal,
Ben ‘k in de hand des Heeren!”

In de avondschemering, licht uit of met opzet niet aangedaan, zongen mijn opa, zus en ik zomaar liederen. Het was goed donker op de Dijk, zonder kunstlicht. De kleinste herinner ik mij, alleen het eerste couplet overigens, met het derde zou mijn oma wellicht ingestemd hebben (die vond dat we het Liedboek moesten hanteren vermoed ik).
En “Het zonnetje gaat van ons scheiden”. Herinner ik mij meer?
De platenspeler bevatte veel 78-toerenbakeliet. “Sparrow in the treetop”. Nou niet direct de muziek van “Dijkers” nietwaar. Geen rock’n’roll, nee.

3. Zuurbier

“Daar loopt Zuurbier!” Snel naar het raam om naar wat blijkbaar een fenomeen was. Ik zag een man in gezelschap van een iets jongere, en ik wist zeker dat hij liep te zwaaien als een dronkenman, die hij beslist geweest moest zijn. Daarom werd hij Zuurbier genoemd tenslotte.
Het werd mij ook helemaal niet uitgelegd waarom hij het vermelden waard was en wie hij dan eigenlijk was.

Hoeveel tijd is er overheen gegaan om mij te doen weten wie Zuurbier was? Mijn geliefde heeft nog even een flat gedeeld met een niet eens zo ver familielid.

Bertus Zuurbier was kandidaat-raadslid voor de Rapaillepartij in Amsterdam, en heeft de raad gehaald, 1921. Als goed anarchist was hij geheelonthouder. Niks dronkenman dus. 

4. De eerste keer gebeten

Indertijd verbleven er nog kinderen op de Dijk, toen er nog gewoond werd. Mijn zus en ik woonden er half, we werden nog wel eens uitbesteed aan opa en oma. Op de valreep heb ik nog vernomen dat mijn wieg allereerst op de Dijk heeft gestaan. Alsnog een verrassing.

En ’s avonds, als het stil was op straat, kon je er spelen met straatgenootjes. Ik was zowaar verliefd op een meisje uit het gezelschap, ik durf haar naam nog steeds niet te noemen. Maar een keer stamelde ik spontaan verliefd haar naam. Dat kon toch echt niet. Zij stampte in mijn richting om mij weg te jagen. De beloning voor mijn durf, die pas tientallen jaren later terug is gekomen.

5. De geuren van weleer

Een groot contrast van geuren: de straten of stegen van de dijk af dienden als openbaar toilet voor degenen die het na cafébezoek alsnog niet konden ophouden en dus maar ergens – eh… ja waar eigenlijk? Tegen de muur van een huis? Zomaar, op de straat? Ik hoef het niet te vragen .
Ik bedenk dat ik een aantal jaren gedraaid heb in een deejaycafé in één zo’n zijstraat en die bijzondere geur was wel weg. De Dijk zelf is ook eigenlijk geen uitgaansgebied meer.

En die andere geur, die is ook verdwenen. Die hoorde bij de zeepfabriek De Vergulde Hand, die als alle industrie de stad uit moest. Na al die eeuwen verhuisd naar Vlaardingen. Ik gebruik de scheerzeep nog wel.

6. Dappere Dodo en zwaaiende tante Hanny

Mijn laatste tijd als Dijker moet getekend zijn geweest door de televisie van mijn grootouders, na de dood van mijn opa dus die van oma. Woensdag- en zaterdagmiddag waren er speciale kinderprogramma’s: de Verrekijker, een nieuwsjournaal speciaal voor ons kleinen. En door de verschillende omroepen verzorgde kinderprogramma’s, waarvan die van de VPRO verreweg de saaiste waren.

Maar waren ze spannend? Wat kan ik mij eigenlijk herinneren van Coco en Knorrepot, Dappere Dodo, kapitein Piet Römer en Ageeth (die was ook omroepster bij de AVRO) – meer dan de enkele namen? Nou ja, Knorrepot zie ik nog wel vliegen. Het was een vliegend varkentje, begrijpt u.

Tante Hanny (KRO) wuifde naar ons ten afscheid. Op onkatholieke muziek: The girl that I marry.

- Afbeelding: Door KRO - Dappere dodo 1956.png Beeld en Geluidwiki - Gallery: Dappere Dodo, CC BY-SA 3.0 nl, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=9817870

 

 

 

 

 

 

 

 

 

22 juni, 2023

Verkenningen christen-anarchisme, deel 6: Over conferenties en publicaties

 


In 2008 hield het Anarchist Studies Network op de campus van de universiteit van Loughborough, Engeland, een studieconferentie, waarbij een aparte werkgroep Religieus Anarchisme was ingesteld. Loughborough was/is een academische vrijplaats voor het bestuderen van anarchisme in de faculteit politieke wetenschappen, onder leiding van Ruth Kinna, specialiste aangaande William Morris en Peter Kropotkin. Stafleden in die dagen waren Alexandre Christoyannopoulos, Alex Prichard en Uri Gordon.

Werd “religieus anarchisme” als een ongepaste vreemde eend in de bijt gezien, in 2008? Wellicht, maar de lezingen van dat jaar zijn gebundeld in het boek Religious anarchism.
Mijn bijdrage aan conferentie en boek is in het Nederlands vertaald te vinden onder andere hier.

De conferentie eindigde met het oprichten van een los verband ASIRA, Academics and Students Interested ín Religious Anarchism, waar in de eerste plaats de contribuanten van de bundel aan verbonden waren. (Het genootschap is inmiddels ingeslapen). Het initiatief tot een volgende conferentie in 2012 ging uit van ASIRA, waarna de “seculieren” alsnog aansloten. We kunnen stellen dat de studie van het religieus – of spiritueel – anarchisme in de loop der tijd net als het fenomeen zelf geaccepteerd geraakt is bij de professionele godloochenaars. Een enkeling die aanvankelijk afwijzend tegenover het idee stond gaf later zelf alsnog een inleiding in de ASIRA- werkgroep. Om Landauer kan men nu eenmaal niet heen, bijvoorbeeld.

Een voorbeeld van de inleidingen van 2016:

Joana Serrado – Anarcho-mysticism as Direct action: Women mystical traditions in mediaeval and early modern Christianity

André de Raaij – Kartini, her peaceful struggle on three fronts and her reception by Christian anarchists

Anthony T. Fiscella, Lund University – Womanism, Nature, and Anarchy: Thoughts on the Intersections of Justice, God, and the Dirt of Daily Life

Dr Alexandre Christoyannopoulos – Sparking the Pacifist Imagination by Depicting the Familiar as New: The Subversive Potential of Leo Tolstoy’s ‘Defamiliarisation’

Enrique Galván-Álvarez – Jodo Shinsu: Buddhism Against the State in Japan

James Crossley – Rudolf Rocker and the Fate of the English Radical Bible

Mijn bijdragen aan de Anarchism Studies Network/ASIRA-conferenties betroffen:

2012: Ernst Stern

2014: Kairos, aan de hand van onder anderen Berdjajew

2016: Het verband tussen Kartini (door president Soekarno uitgeroepen tot Ibu Indonesia, Moeder van Indonesië, hoewel ze dat laatste woord nooit gebruikt in geschrifte) en het christen-anarchisme. Zij noemt Felix Ortt als inspiratiebron in Door duisternis tot licht, postuum verschenen boek dat tot de canon van de Nederlandse letteren zou moeten behoren, maar ja, Nederland…

Voor de conferentie van 2018 ben ik teruggeschrokken door de dreigende hittegolf, en de tweejaarlijksheid werd daarna doorbroken of beter afgebroken door de pandemie en het is de vraag of de “traditie” hersteld wordt.
Bundels artikelen kunnen het gevolg zijn van conferenties, maar een conferentie is toch altijd speciaal. Ik vermeld dat er inmiddels “in plaats van”, naar het lijkt, drie bundels Essays in Anarchism and Religion zijn verschenen bij Stockholm University Press, “peer reviewed” en al (2017-2020). Ik weet niet wat ik mij daarbij moet voorstellen bij onderzoek op nagenoeg onontgonnen terrein.

Het overzicht van mijn eigen Conferentiebijdragen, de volgende drie bij bijeenkomsten van de International Society for the Study of European Ideas, waarop ik geattendeerd ben door onze makker Bas Moreel. Het bracht me nog eens ergens, dat is zeker.

Haifa:

1998: Parallels or influence: the Dutch Christian anarchist movement 1897-1907 and the Landauer connection

Bergen, Noorwegen:

2000: Mysticism and action: Christian anarchism as a paradigm

Aberystwyth:

2002: ” The unspeakable experience”, Considerations about ethics and mysticism on the basis of Jacques Ellul and Henri van den Bergh van Eysinga

Zo’n merkwaardige conferentie-ervaring: op de Werkgroep Landauer kwam niemand af. Ik liep met de moderator over de gang van het universiteitsgebouw van Haifa, overleggende waar ik terechtkon want ik was toch wel helemaal uit Nederland gekomen. Ik zag een Geleerde Man een oproep opplakken dat er nog ruimte was in zijn Werkgroep Mystiek, en ik barstte in lachen uit. Horst Jesse vond dat maar niets: “Waarom lacht u?” ”Omdat ik bij u terechtkan met mijn lezing over Landauer”.

En aldus geschiedde. De wonderlijke ervaring om Sloveense studentes ijverig aantekeningen te zien maken over Louis Adrien Bähler, en de uitnodiging op bezoek te komen – waaraan ik niet voldaan heb, hoor – het zijn ervaringen waar geen Essaybundel tegen op kan. Dan moet ik ook nog vermelden dat ik de lezing heb overgedaan geïmproviseerd in het Frans voor Carmelitessen op de Carmel zelf.

En ja, het was Bähler die vaststelde dat er “een mystieke ader door onze beweging” liep – de christen-anarchistische dus.
Rest mij te zeggen dat ik van de na- en deels vooroorlogse Nederlandse christen/religieus-anarchisten nog helemaal niet heb genoemd: Kees Boeke, oprichter van War Resisters International, ook bekend van de school de Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven, en grondlegger van Sociocratie in Nederland; Lieuwe Hornstra, die beschouwingen over management heeft geschreven; ds. Ernst Stern, die mijn allereerste politieke beschouwing heeft gepubliceerd; ds. H.J. Mispelblom Beyer, schrijver van het geprezen Tolerantie en fanatisme; en de betrokkenen bij de Catholic Worker, een in stilte zich uitbreidende beweging die van oprichter Peter Maurin geen beweging mag heten.

Slot volgt.

07 juni, 2023

Verkenningen christen-anarchisme, deel 5: voorlopers


In wat ik de klassieke tijd van het christen-anarchisme noem bij dezen – het fin de siècle – was het opsommen van voorlopers deel van de presentatie van eigen gedachtengoed en praktijk: het gaat hier om iets wat zo oud is dat het nieuw lijkt. En de geschiedenis van het ketterdom, zoals de officiële kerk en dus de macht het noemt, is doorspekt van verzet tegen de macht en tegelijk van gemeenschappelijk leven. Het zou dan beginnen met de vroegste christenen, die volgens het boek Handelingen samenleefden en alles gemeenschappelijk hadden. Als we ons hier al op historische grond bevinden is de vraag: wanneer en waarom hield die gemeenschappelijkheid op? Iets van die gemeenschappelijkheid ontwaarde men in kloosterorden, maar waarom en waardoor was dit niet het geval bij de “gewone” gelovigen? Is het de zondeval van het christendom?

Maar een belangrijke vraag is, ten aanzien van welke stromingen kan men van anarchisme spreken (avant la lettre, het woord moest nog uitgevonden worden)? Het instituut staat is alleen maar gegroeid en sterker geworden in de afgelopen eeuw, van wanneer dateert het echter, sinds wanneer was het niet meer mogelijk zich aan de staat te onttrekken of die te ontkennen of bestrijden? Friedrich Engels en Ernst Bloch zien de geest bij Thomas Münzer, voorman van de opstandige Duitse boeren. Maar ook de bekende mystici, zie Landauer over Eckhart, worden als communistische/anarchistische voorbeelden gezien (“communisme” was nog geen gestolen en besmeurd woord in het begin van de vorige eeuw). Dan zijn er de diverse bewegingen in de dagen van de Engelse burgeroorlog, waarvan de Diggers het bekendste voorbeeld zijn.

Chumbawamba met de Diggers’ Song

Opmerkelijk is dat hieraan een nationalistisch trekje te bespeuren valt: het afwijzen van de door de Normandiërs gestichte “orde”, die met genocidaal wapengeweld is opgelegd in de elfde eeuw. Terug naar de echte Engelse situatie dus. En Winstanley, de bekendste schrijver uit Diggerskring, beroept zich eigenlijk alleen op oudtestamentische teksten, niet op het “evangelie binnen het evangelie”, de Bergrede.

In de Lage Landen loopt er tot de totstandkoming van het koninkrijk der Nederlanden een rode draad vanaf de Wederdopers, de rustiger Doopsgezinden (mennonieten) en remonstranten tot de duidelijk zich tegen de staat verzettende Christelijke Broedergemeente (gangbare betiteling: Zwijndrechtse Nieuwlichters) die als zodanig naar voren komt bij de mobilisatie tegen de Belgische opstand. Ik noem speciaal de in gemeenschap van goederen levende Labadisten, onder wie de eerste vrouwelijke student Anna Maria van Schuurman en de schilderes Maria Sibylla Merian, en het gezelschap der Collegianten, die aan volwassenendoop deden in de Rijnsburger Vliet (afbeelding). De Zwijndrechters – om ze zo maar te noemen – weigerden dienst in de oorlog tegen het opstandige zuiden, en de weigering werd min of meer gehonoreerd doordat ze hospitaaldienst moesten verrichten, nadat eerst enkelen van hen gevangen waren gezet en een hunner in de gevangenis was overleden.

Quack noemt hen de eerste moderne socialisten in Nederland en Nederland zou Nederland niet zijn als er niet een christelijk uitgangspunt was geweest. Misschien mogen ze dan de eerste Nederlandse christen-anarchisten heten. Kan men van anarchisme spreken voor staat en kapitaal de samenleving, waarvan tenslotte nog pas gisteren het bestaan ontkend werd door Thatcher, in hun greep namen? Omdat dit als een proces plaatsvond en -vindt lijken mij de zeventiende-eeuwse opstandelingen, vooral in Engeland, toch degenen die als eersten die naam terecht mogen dragen – achteraf.

Het grote voorbeeld voor Tolstoy – die een aparte aflevering ten deel zal vallen – was de prediker uit Massachusetts, Adin Ballou, die een eigen utopisch genoemde gemeenschap stichtte, de Hopedale Community. In Nederland, speciaal in het noorden en nog meer speciaal Drenthe, maakte H.C.J. Krijthe, modernistisch prediker en vrijdenker, “de profeet van Coevorden”, de geesten rijp.

Het naakte lichaam als politiek actiemiddel: Doechoboren, begin twintigste eeuw
Het naakte lichaam als politiek actiemiddel: Doechoboren, begin twintigste eeuw

Naast Ballou noemde Tolstoy de Doechoboren, Russische orthodoxen, verbannen naar gekoloniseerd Georgië, als inspiratiebron. Zij leefden (leven: er wonen er nog in Canada) bescheiden in gemeenschap van goederen, vegetarisch en geheelonthoudend en alle geweld afwijzend: de term christen-anarchisme is met betrekking tot hen, en Tolstoy die hun zaak op zich nam, voor het eerst gebruikt. Tolstoy had dan weer zijn eigen volgelingen in Rusland en vooral in Engeland, en hij inspireerde modernistische protestanten in Nederland tot het kiezen voor de richting christen-anarchisme, 1897, net iets eerder voordat Domela de Vrije Socialist oprichtte in plaats van Recht voor Allen (1898).

Dit is een schamel overzicht en dat moet het ook zijn. We zijn nu in de twintigste eeuw aangekomen, de eeuw van Ortt, Day en Maurin, Ellul, en – ik zou haar bijna vergeten te noemen – Simone Weil.

Zoals wellicht uit het bovenstaande blijkt is het onderzoek naar deze stroming maar net op gang gekomen, hierover het volgende deel van deze Verkenningen.


28 mei, 2023

Truus Schilp

 Geboren vóór of kort na de Eerste Wereldoorlog, een leven waarin kerk en godsdienst een rol speelden die met de jaren veranderde, soms radicaal of meer dan eens. 'In de dagen onzer jaren zijn zeventig jaar of als wij zeer sterk zijn tachtig jaar; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet', weet de psalmist. Wat zegt de 'zeer sterke' er zelf van? Vandaag de tiende aflevering: Truus Schilp (75), hervormd. 

Hij was communist, had niets met geloof maar er lag thuis wel een statenbijbel waar hij uit voorlas. Amos, Jeremia, de Bergrede; alle passages waar een aanklacht tegen onrecht uit sprak. Mijn moeder had van huis uit het hervormde geloof meekregen maar ging niet meer naar de kerk. Ze was een tengere, frêle vrouw. Kwetsbaar. Geen vechtster maar wel iemand die haar hele leven pal achter mijn vader stond. Buiten mij was er nog een meisje, mijn zusje. Twee jaar jonger, te vroeg geboren en geestelijk en lichamelijk zwak.

Ons gezinsleven was heel vrij. Alles mocht, alles was bespreekbaar. Zo kwamen er regelmatig lesbiennes en homoseksuelen over de vloer, maar ook een echtpaar dat af en toe een extra dame meebracht. Toen ik mijn moeder vroeg hoe dat zat zei ze: 'Dat is nou een driehoeksverhouding'. Mijn ouders deden daar niet moeilijk over, maar ze drukten me wel op het hart er op school niet over te praten. De mensen zouden het niet begrijpen. Soms kon ik het niet laten en dan kwam er inderdaad een boos telefoontje van een geshockeerde moeder en ging er weer een vriendschap kapot.

In de eerste wereldoorlog werd mijn vader opgeroepen voor militaire dienst, standplaats Den Helder. Omdat hij een technische opleiding had en een bekwame vakman was, werd hij al snel bevorderd tot sergeant. Vreselijk voor een man met zo'n anti-militaristische inslag als hij.

Op een dag kwam koningin Wilhelmina de troepen inspecteren, dat hoort nu eenmaal bij het vak. Mijn vader moest een colonne begeleiden en verziekte de boel door de soldaten rechtsomkeert te laten maken in plaats van linksomkeert. Het kwam hem op drie maanden cachot te staan, vastgeketend met een kogel aan zijn been. Inmiddels hadden de hoge heren wel begrepen dat hij ongeschikt was voor de rang van sergeant. Hij werd gestationeerd in de staalfabriek de Hembrug. Daar praatte hij veel met arbeiders, legde contacten met de vakbeweging en ontketende de Hembrugstaking. Opnieuw draaide hij de bak in.

Toen hij er na een paar maanden uitkwam werd hij vakbondsleider en lid van de communistische partij. Begin jaren twintig reisde hij samen met Henriëtte Roland Holst en David Wijnkoop naar Rusland om de gevolgen van de revolutie met eigen ogen te zien, maar hij kwam gedesillusioneerd terug. Geschrokken van de armoede en de dictatoriale houding van de leiders. Hij stapte af van het leninisme en werd trotskist. Dat was verraad natuurlijk. Nog in de tweede wereldoorlog kreeg hij briefjes van sektarische communisten met teksten als: 'We hangen je op aan de hoogste boom'.

Al op jonge leeftijd werd ik lid van de socialistische jeugdbeweging. Dat stelde heel wat meer voor dan een beetje kamperen. We kregen onderricht in begrippen als recht, vrijheid en vrede. In de crisistijd nam mijn vader mij mee naar de stempelbureaus. Vernederend vond ik het, die lange kleurloze rij mannen, wachtend in weer en wind, petjes op hun hoofd, papieren in de hand en met een lege maag.

Mijn vader leidde in die jaren een textielstaking in Twente. Omdat hij heimwee had naar ons, verhuisden we in zijn kielzog naar Enschede. Echt leuk was het niet. De communisten gooiden de ramen van ons huis in en wij werden met klompen achternagezeten.

Eenmaal terug in Amsterdam, kregen we vaak bezoek van mensen als Buskes en Banning, en later Krijn Strijd. Zij waren dan wel theoloog maar deelden de politieke opvattingen van mijn vader. Ik luisterde met rooie oortjes naar hun gesprekken en wilde na de middelbare school politieke wetenschappen studeren, maar de oorlog verhinderde dat.

Ik werd verkoopster in een handwerkzaak en gebruikte briefjes met patronen als berichten voor het verzet. Als er bijvoorbeeld iemand op huisnummer 32 moest worden opgehaald schreef ik: 32 steken opzetten. Mijn baas heeft er nooit iets van geweten. Hij mopperde wel eens dat ik erg lang over een boodschap deed, maar daar kletste ik me zonder problemen uit.

Mijn vader had als vakbondsleider een groot aandeel in de februaristaking. Met honderden anderen werd hij opgepakt en twee dagen later vrijgelaten, maar de staking kregen ze niet plat. In die tijd kwamen Henriëtte Roland Holst, Piet Meertens en Eddy Wijnkoop vaak bij ons op de Nassaukade voor overleg. Wat kon gedaan, wat moest gedaan? We zijn 'de Vonk' gaan uitgeven. Een illegaal blad. Anti-fascistisch, socialistisch en pacifistisch. De oorlog scherpte mijn politieke bewustzijn, maar maakte me ook eenzaam. Mijn oude schoolvrienden waren weggevallen, die kwamen toch uit een ander milieu- en wie kon ik nog vertrouwen?

Na de oorlog hoorde ik op de radio een oproep van Willem Drees. De ziekenhuizen werden overstroomd met mensen die teruggekeerd waren uit de kampen en konden het werk niet aan. Jonge mensen werd gevraagd zich aan te melden als vrijwilliger. De volgende dag ben ik naar het Binnengasthuis gegaan, ook in de hoop mijn op transport gestelde vrienden terug te zien, maar dat is niet gebeurd. Inwerken was er niet bij. Uniformpie aan, mutsje op, schortje voor en beginnen maar.

Na drie maanden werden er zo'n dertig vrijwilligers, waaronder ik, bij de directie geroepen met de vraag of we niet de verpleegopleiding wilden gaan volgen. Zo gezegd, zo gedaan. Een enige studie en een schitterend vak. Na drie jaar wilde ik mijn kraamdiploma halen. Alles was rond, ik moest alleen nog even gekeurd worden. Het bleek mis. Ik had TBC opgelopen van de mensen uit de kampen. De directeur van het ziekenhuis, doctor Elte - een pracht van een mensenkind - vroeg me of ik naar een sanatorium of een ziekenhuiskamer wilde. Ik zeg: 'U denkt toch niet dat ik in zo'n bos ga zitten wegkwijnen?' Ik kreeg een ziekenhuiskamer, samen met een paar anderen.

Het was natuurlijk onvermijdelijk dat er al snel een predikant aan mijn bed zat, dominee Steginga. Mijn eerste zin was: 'U mag blijven zolang u niet over het geloof begint'. Dus voerden we gesprekken over de politiek en de oorlog. Maar ja, hij was nou eenmaal predikant, kon het natuurlijk toch niet laten. Informeerde welke passages uit de bijbel ik kende en ging daar op door.

Op een nacht werd ik ziek, zo verschrikkelijk ziek, daar heb je geen idee van. Ik heb geknokt, gevochten als een gek. Er leek geen end aan te komen. Waarmee of waartegen? Nu zeg ik, ik heb gevochten met God. Als Jakob op de Jabok. Toen kon ik het niet benoemen, maar dat kon Jakob ook niet meteen. Wel heb ik de volgende ochtend de predikant laten komen. In de maanden daarna hebben we veel over het geloof gepraat. Mijn gezondheid kelderde intussen naar beneden. Het enige dat ik na die nacht wist was: ik moet doorknokken. Voor God, voor een rechtvaardige samenleving, maar om nou te zeggen dat het opschoot, nee.

Tot professor Borst, hoofd interne geneeskunde en schoonvader van onze huidige minister, me aansprak over een nieuw medicijn uit Amerika. Het zou helpen maar had als bijwerkingen doofheid en slechte ogen. Die slechte ogen, dat klopt, maar doof ben ik niet geworden. Wel heb ik, als ik in spanning zit, last van evenwichtsstoornissen maar ik weet ze nu te hanteren. Alles bij elkaar heeft die ziekte me bijna zeven jaar van mijn leven gekost. Na verloop van tijd mocht ik weer gaan werken. Ik heb eerst wat hand- en spandiensten voor mijn vader verricht maar had te veel heimwee naar het vak. Ik ben naar diezelfde doctor Elte gestapt en hij wilde me wel een kans geven. Twee uur per dag, daar begon het mee. Een jaar later had ik het verpleegstersvak weer in mijn vingers.

Na mijn ziekte heb ik hervormde belijdenis gedaan. Mijn vader kon het niet aan om daar bij te zijn. Hij was bang zijn gezworen kameraadje in de politiek te verliezen aan het geloof, maar niets was minder waar. Ik had juist een extra grond om te vechten voor die rechtvaardige samenleving, een nieuwe inspiratiebron voor mijn strijdbaarheid. God is er tenslotte voor de meest kwetsbaren.

Ik zei: 'Dirk, kijk naar Buskens, kijk naar Ter Schegget, kijk naar Krijn Strijd, allemaal gelovig maar ook allemaal politiek betrokken. Waar ben je nou bang voor? Je zit er zo verrekt dichtbij man!' Hij heeft het nooit willen bekennen. Mijn moeder was blij met mijn belijdenis en heeft met mij de draad weer opgepakt die ergens in haar jeugd was blijven liggen.

Op de afdeling klom ik op tot hoofd, maar na twee jaar kwam ik in conflict met professor Borst. Ik vond het ethisch onaanvaardbaar - en dat vind ik nog -, dat patiënten als lesmateriaal worden beschouwd. Natuurlijk, het was een academisch ziekenhuis, maar ik begrijp niet waarom iemand jarenlang aan allerlei slangen en buizen moet hangen. God wil dat mensen leven, niet dat ze lijden. Familieleden zaten huilend bij mij in het kamertje: 'Zuster doe wat', maar wat kon ik doen? Als ik de stop eruit zou trekken kwam ik in het gevang.

Op een dag heb ik tegen professor Borst gezegd: 'U kunt me nog meer vertellen, maar dit hou ik niet vol. Ik krijg weer last van duizelingen, straks lig ik hier zelf weer in een van die witte bedjes, ik ga'. Daarna ben ik nog vijf jaar directrice geweest van een verpleegtehuis. Heerlijk mensen verwennen en verder lekker niks.

Al die jaren was ik in ons huis op de Nassaukade blijven wonen. Ik ben nooit getrouwd omdat ik niet wilde trouwen. Ik zie mezelf niet als huisvrouw en echtgenote. Binding, daar moet je bij mij niet mee aankomen. Beetje los-vast, dat gaat redelijk, maar een huwelijk, nee. Kinderen had ik wel graag willen hebben. In deze tijd was ik bom-moeder geworden, maar dat lag vroeger allemaal wat ingewikkelder.

Maar goed, ik ging op mijn zevenenvijftigste met pensioen en mijn moeder - tachtig jaar - wilde met me praten. Twee vrouwen in een huis, dat was niks vond ze. Ik moest maar op mezelf gaan wonen. Ik zeg: 'Nou lieve schat, Truus gaat wel een huis zoeken' en kwam terecht in Oost, aan de rand van de Dapperbuurt.

Daar liep net een tweejarig project van de gereformeerden samen met onze katholieke broeders en zusters: Wat heeft de kerk de buurt te zeggen, wat heeft de buurt de kerk te zeggen? Ik ben aan dat project mee gaan doen. Het was wel duidelijk dat de buurt de kerk meer te zeggen had dan andersom. Zaken als armoede, racisme, vervuiling, daar moet de kerk wat mee. In actie en in prediking. Kijk, je mag de bijbel nooit laten buikspreken, inpassen in je eigen behoeften, maar je moet wel de duim op de zere plek zetten.

Ik heb tegen de dominee gezegd: 'Als u een goede preek houdt kom ik u bedanken'. Ze ziet me zeker niet elke zondag. Ab Harrewijn preekt hier ook wel eens en dan glunder ik. Ik wil er iets aan hebben voor de hele week en niet alleen voor dat ene uurtje.

Vanuit de kerk moet je politiek bedrijven, meeknokken, helpen waar geen helper is. Ik ben lid geworden van de communistische groepering in Oost, 'de sterke arm'. Van de studie praktische theologie die ik na mijn pensioen heb gedaan heb ik geleerd dat ik niet de hele wereld kan veranderen maar wel mijn eigen stekkie, en daar is nog een hoop te doen.

Ik had laatst een gesprek met wethouders en burgemeester. Ik zeg: 'De afgelopen winter zaten in mijn buurt mensen met de gordijnen dicht en dekens om zich heen omdat ze geen geld hebben om de kachel te stoken. Ik vind dat die mensen een extra toelage moeten krijgen'. Wat denk je dat ik te horen krijg? 'Het voorstel wordt vermoedelijk afgewezen'. Laat me niet lachen. Nee, met de burgemeester ben ik nog niet klaar.


Ik zit in de werkgroep van De arme kant van Nederland. Een blamage dat zo'n beweging nodig is. Weet je wat armoede is? Dat ik na afloop van de markt mensen zie zoeken naar eetbaar afval, dat de kleding die ik in de bak stop er door een ander uit gehaald wordt, dat mensen vaak ziek zijn omdat ze gezond voedsel niet kunnen betalen. In een rijk land als het onze! Daar moet je je als kerk en als Truus tegen verzetten en je kunt er donder op zeggen dat ik dat tot aan mijn dood zal blijven doen. Gewoon, omdat ik het niet kan laten.''

- Trouw, 23 oktober 1996, auteur; Colette van der Ven. Uit de krochten opgediept door deze "zeer sterke"...

Afbeelding, mijn voormalige gemeentekerk, de Muiderkerk: Door Dqfn13 - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=16497309

 

19 mei, 2023

Verkenningen christen-anarchisme, deel 4: Spiritueel, religieus, transcendentaal

 

De christen-anarchisten van het fin-de-siècle gingen uit van de Christusgeest die kon worden uitgedragen door mensen die niet per se christen hoefden te zijn. Het boeddhisme stond hoog aangeschreven: dominee Louis A. Bähler heeft het helpen populariseren in Nederland en werd er in hervormde kringen van verdacht het boeddhisme superieur te achten aan het christendom. Hetgeen hij beslist ontkende en hij kreeg gelijk van de Synode. Tot ongenoegen van “zwaren”, die het modernisme toch al zat waren en de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk oprichtten.

Om de begrippen zuiver te houden moet men onderscheid maken tussen staat- (overheid-) afwijzende stromingen of personen die religieus geïnspireerd zijn zonder een christelijke achtergrond. Ja, er waren enkele joodse leden van de Internationale Broederschap, S. van den Berg (pseudoniem: Jan Boezeroen) had het over de grote liefdesanarchist aan het kruis. Hij gaf het op met het christen-anarchisme toen hij geen steun bleek te krijgen bij het organiseren van Rotterdamse havenarbeiders. Het christen-anarchisme hoort bij de arbeidersbeweging, maar dat is nu eenmaal iets anders dan beweging van arbeiders…

Uitgaande van de aanduiding religieus-anarchisme, of spiritueel anarchisme zoals Peter Marshall het noemt in zijn inleiding tot de bundel Religious anarchism, waarin hij zich zelf als behorende tot die categorie noemt, krijgen we een nog groter palet, er steeds van uitgaande dat het woord “anarchisme” terecht wordt toegepast. Het daoïsme (taoïsme) en diverse stromingen in het Japanse boeddhisme worden als religieus anarchisme (h)erkend. Ik verklaar mij op dit punt onbevoegd, stel alleen vast dat iemand als Ursula Le Guin, uitgesproken daoïst, derhalve ook in de rijen van spiritueel anarchisten verwelkomd kan worden. Het anarchisme van de Daodejing wordt niet door iedereen als zodanig gezien, de Nederlandse onderzoeker Kristofer Schipper stemt in met deze kwalificatie. Op wat latere leeftijd identificeerde de Nederlandse christen-anarchist Felix Ortt zich ook met het daoïsme, zonder het christendom af te schudden evenwel.

Op het gebied van islamitisch anarchisme verklaar ik mij zo mogelijk nog onbevoegder dan ten aanzien van boeddhisme en daoïsme. Veel vooraanstaande soefi-mystici worden door kenners zo gezien. Rabia al-Basri (al-Adawiyya) wordt als de meest uitgesprokene genoemd.

Er zijn nogal wat anarchisten in de rijke geschiedenis van de stroming die een joodse achtergrond hebben. Maar joods-anarchisme is misschien ook daardoor moeilijk te onderscheiden. Het lijkt mij niet gewaagd de schrijver Franz Kafka als zodanig te classificeren en het is ook niet gewaagd Martin Buber zo te beschrijven (zijn Paden in Utopia is een goede inleiding tot het anarchisme, bijvoorbeeld). De mystiek, die bij alle spiritueel anarchisme een grote rol speelt, komt het duidelijkst tot uiting bij Gustav Landauer, die de klassenstrijd vaarwel zegt in zijn Aufruf zum Sozialismus: op de gezindheid komt het aan. En hij verdiept zich in de grote christelijke mysticus Meister Eckhart. Als ik het mag zeggen: Landauer is wat mij betreft de grootste onder de anarchistische denkers van de afgelopen eeuw. Mijn allereerste lezing over het christen-anarchisme betrof Landauer.

Moeilijk te rubriceren is bijvoorbeeld de dichter William Blake. Marshall introduceert voor hem de term spiritueel anarchist. In deze rubriek kunnen wij dan ook bijvoorbeeld Aldous Huxley en de schrijfster Jay Griffiths inbegrijpen.


Waarbij ik weer bij het christen-anarchisme aanbeland, een beter te verkennen onderwerp voor iemand met een christelijke achtergrond. *) Het afwijzen van de staatsmacht is inbegrepen in het evangelie binnen het evangelie, de Bergrede. De Nederlandse theoloog Heering noemt het omarmen van en door de staat De zondeval van het christendom, zijn werk hoort tot de canon van belangrijke boeken voor het christen-anarchisme, zonder dat hij “er bij hoort”. Karl Barth ziet in de Romeinenbrief ook een afwijzing van de staatsmacht, Vernard Eller rekent in Christian anarchy hem, Dietrich Bonhoeffer en Sören Kierkegaard tot christen-anarchisten. Of christelijke anarchisten? Het werk van John Howard Yoder wordt ook als inspiratie tot christelijk anarchisme gezien, vooral in de Engelstalige wereld, zonder dat de auteur zich nu zelf als zodanig gezien heeft.
Maar ook in deze hoek kan men zeggen: het anarchisme is te belangrijk om het alleen aan anarchisten over te laten.

(Vanwege de omvang van dit stuk moet ik weer met een welgemeend Wordt vervolgd afsluiten).

*) Dit brengt mij tot het waarschijnlijk noodzakelijke punt mijn eigen positie te verklaren. Voor de 1mei-bijeenkomst in Leeuwarden 2019 werd ik aangekondigd als christen-anarchist. Ik heb het maar zo gelaten, maar eerlijk gezegd ben ik hier ook weer niet gelukkig mee. Ik ben gefascineerd door het fenomeen, zeker, en misschien is identificatie met wat je bestudeert op den duur onvermijdelijk. Maar volledig is die identificatie niet. Wat Peter Marshall van zichzelf zegt, spiritueel anarchist – tja, het klinkt eigenlijk ook wat pompeus en de term “spiritueel” is helaas niet onbesmet inmiddels. “Transcendentaal anarchisme”, mag die? Dan rubriceer ik mij daar maar wel in.

 

18 mei, 2023

De onhoudbaarheid van een zogenaamde vredesbeweging

 


Thuis heb ik nog een foto van mijzelf als deelnemer aan een demonstratie Voor Vrede, waar Code Pink haar adhesie aan betuigde. Ooit was Noam Chomsky een voorganger in de ontmaskering van de motieven van de VS om huis te houden in Vietnam en Cambodja. Ooit…

Is Oekraïne nu het breekpunt? Misschien wel. Misschien niet. Post-USSR-Rusland heeft Georgië aangevallen, Oekraïne al in 2014 in de verwarde toestand van demonstraties tegen de pro-Russische regering. Er werden “volksrepublieken” ingericht in bezette gebieden in het oosten van Oekraïne, de Krim werd haastig geannexeerd en dat werd per referendum goedgekeurd. De bevolking stond achter de annexatie, was het verhaal.

Maar ja, de volstrekt zichtbaar bij elkaar gelogen redenen om een neokoloniale bezetting van olieland Irak goed te praten, ze wogen zoveel zwaarder, in de afgelopen decennia van de nieuwe eeuw.

Om “geopolitieke” redenen leek mij destijds de annexatie van de Krim gewettigd, omdat bij een mogelijk anti-Russisch bewind in Kyiv de toegang tot de Zwarte Zee voor Rusland zou vervallen. Ja, des te erger voor de Tataren en de Oekraïners en andere minderheden op de Krim.
Mensen die betogen dat gebieden met een Russischtalige meerderheid in Oekraïne “eigenlijk” bij Rusland horen praten met terugwerkende kracht de overgave van Sudetenland onder het motto “peace for our time” goed. Ja, dit inzicht heb ik ook pas verworven na 24 februari vorig jaar, de dag waarop Rusland de aanval opende op Oekraïne – op dezelfde gronden die de USSR aanvoerde voor de aanval op Tsjechoslowakije, augustus 1968. “De nazi’s” moesten tegengehouden worden. De joodse achtergrond van gekozen president Zelensky deed er net zo min toe als die van enkele architecten van de beoogde nieuwe economische politiek van het socialisme met een menselijk gezicht.

En daar staan we dan, bij het demasqué van Code Pink en Chomsky. Hun vredesgezindheid bleek de houdbaarheidsdatum overschreden te hebben bij de overval op Oekraïne, die door niets geprovoceerd is, ook al zeggen zij dat de NAVO en de VS schuldig zijn. Waarom is niet duidelijk. Nogal wat voormalige Warschaupactlanden zijn lid van de NAVO geworden. En na de overval verbrak Finland zijn afgedwongen neutraliteit, en zelfs Zweden sprak de wens uit toe te treden tot het bondgenootschap.

Wie zegt dat hier ook weer de “belangen van het VS-imperialisme” achter zitten spreekt zichzelf op twee belangrijke punten tegen. Het eerste: waarom zouden deze twee neutrale landen plotseling alsnog interessant zijn voor dit imperialisme, waarvan (ten tweede) tegelijk gezegd wordt dat het op zijn retour is. Dat de parlementair-democratisch gelegitimeerde regeringen van deze landen misschien hun eigen zelfstandige afwegingen maken en een zekere dreiging vanuit het oosten waarnemen past niet in het verhaal.

En plotseling dondert het bouwwerk van Code Pink (en dat van Chomsky, maar dat is een apart verhaal) in elkaar – hun medeleven met het ayatollahregime, met het in feite fascistische regime van China, met de steeds onfrisser wordende macht in  Nicaragua en Venezuela… Het was alles desnoods oogluikend weggewuifd omdat de VS nu eenmaal een agressieve mogendheid is. dat valt nog steeds niet te ontkennen, niet in het geval van Vietnam, niet in het geval van Irak en zoveel meer.

Maar een oorlogszuchtig bewind aan de ene kant verontschuldigt dat aan de andere kant niet. En de overval op Oekraïne (van 2022, en 2014) of die op Georgië (2008) zijn op geen enkele manier met een “ja maar” goed te praten. Wie dat nu nog aanvoert deugt niet.

Heb ik spijt van mijn deelname aan demonstraties in de VS waar Code Pink bij betrokken was? Nee, en het lijkt mij goedkoop om net te doen alsof ik het wel heb. Mijn betrokkenheid betrof de strijd tegen kernbewapening en kernbomproeven en ik zie geen reden daar op terug te komen.
En nee, ik ben nog steeds tegen kernbewapening en tegen de NAVO, maar ik zie ook hoe de wereld nu in elkaar steekt.

Ik heb het eerder geschreven, in verband met zich met anarchistische symbolen tooiende lui: het is 1938. Zoals aan het front in Spanje. Zoals wat betreft Sudetenland. Pleiten voor “vrede nu” tegen Oekraïne betekent het goedkeuren van de Russische agressie, het streven naar herstel van het Rijk dat zich 74 jaar van het epitheton “socialistisch” heeft voorzien maar dat in al die eeuwen “een gevangenis van volkeren” (dat was de eigen kwalificatie door het Sowjetregime) is geweest. Je maakt geen rijk van Oostzee via Zwarte Zee tot Beringzee zonder volkeren te onderwerpen en zonder wat verdomd veel op genocide lijkt.

Dag Code Pink. Dag Noam. Bij het scheiden van de markt…

03 mei, 2023

Verkenningen christen-anarchisme deel 3: De toekomst aan de einder

 

Kairos-moment

De anarchistische eschatologie, zo noem ik het verlangen en streven naar een maatschappelijke eindfase: de albevrijdende Revolutie oftewel de Grote Kladderadatsj. Het geloof hierin was duidelijker in wat we nu toch echt als de begindagen van de georganiseerde arbeidersbeweging kunnen zien. Hoe de Revolutie in haar werk ging en hoe de wereld na het bevrijdingsmoment er uit zou zien, er zijn schetsen van die het anarchisme achteraf (en de socialistische beweging in het algemeen) als utopisch doen afschilderen. Is het geloof verdwenen? Bij de Nederlandse socioloog Willem Schinkel is het idee van het keerpunt in de tijd, als links van links doorbreekt, het kairos-moment, waarneembaar. Kairos is de breuk in de normale chronos, om dat andere Oudgriekse woord voor tijd aan te halen. De bekering van Saulus tot Paulus is zo’n moment. Is het geloof er in rationeel? Het idee van Revolutie hoort naar zijn aard niet rationeel te zijn.

Een christen-anarchistische denker die in die inbreuk op de “gewone” tijd lijkt te geloven, is Jacques Ellul. Bij hem gaat het om een grootschalige prise de conscience, het doorbreken van het besef dat de wereld anders ingericht moet worden. Bewustwording, het was in de jaren zestig en nog daarna een vaste term in progressief-christelijke kringen en bij geseculariseerden. Het lijkt verdwenen, of is dit zo? Doet Extinction Rebellion niet een – juist zeer rationeel – beroep op de Macht om zich bewust te tonen van de levensbedreigende gevolgen van de industrialisering, de klimaatverandering, het grote uitsterven? Betrokken bij Extinction Rebellion is de club Christian Climate Action, niet toonaangevend maar duidelijk aanwezig. Of Extinction Rebellion anarchistisch is, zoals ook in eigen kring gesteld wordt, wil ik buiten beschouwing laten.


Ook Tolstoy lijkt die bewustwording na te streven, zijn Wat te doen drukt het uit, het besef dat het Koninkrijk Gods binnen in u is moet doorbreken. Voor zijn bewonderaars/navolgers was het gaan wonen in een kolonie waar men “alles gemeenschappelijk” heeft al de grote stap. Maar ook zonder dat de kolonie van de Internationale Broederschap in Blaricum in 1903 door dronken janhagel werd bestormd was al duidelijk dat het hoge ideaal niet bereikbaar was. Als na de aanval wordt overwogen door bewoners zelfverdediging te organiseren, desnoods bewapend, zijn de principieel weerlozen al vertrokken. En Blaricum is uiteraard niet uniek als mislukking.

Maar de gewenste grote bewustzijnsverandering maakte voor de Nederlandse christen-anarchisten duidelijk dat het doel van de grote omwenteling aan de einder ligt: doorbreken van het geweten ten aanzien van medemens en medeschepsel – een eeuw later is er zowaar een Partij voor de Dieren in Nederland, als voorbeeld –, gelijkwaardigheid van man en vrouw maar ook de eis van zedelijkheid, geheelonthouding, vegetarisme, weigering van dienst aan de staat die vroeg of laat moet buigen. Het kan en zal lang duren, dat besef was er. Gaandeweg verschoof het idee van de andere wereld naar het spokenkabinet van het spiritisme – de vreedzame groene velden van het Morgenland kwamen na de dood.*) Zo verschuift het idee van bevrijding toch naar wat de Kerk predikt voor de menigte: het begint hierna pas. De socialistisch georganiseerde arbeid van Gemeenschappelijk Grondbezit, waar de christen-anarchisten bij betrokken waren, bleek al evenmin bestand tegen organisatorische of economische tegenslag.


Voor de Catholic Worker is het streven duidelijker het bouwen aan de nieuwe maatschappij binnen de oude. De Gastvrijheidshuizen naar benedictijnse snit, soeplijnen voor wie voedselhulp nodig heeft en als verder doel: de agronomische universiteit als voorbeeld van hoe de landbouw georganiseerd moet worden (feitelijk actueler dan vroeger). Maar die landbouwcommunes blijken steeds het sluitstuk: de opvang van daklozen vergt nog steeds de grootste inzet. Ook de denker achter de Catholic Worker komt met vermaning:

Pleidooi voor Utopia

De wereld zou er beter aan toe zijn
als mensen probeerden beter te worden
en mensen zouden beter zijn
als zij ophielden met proberen er beter aan toe te zijn.
Want als iedereen probeert er beter aan toe te zijn
is niemand er beter aan toe.
Iedereen zou rijk zijn
als niemand probeerde rijker te worden
en niemand zou arm zijn
als iedereen probeerde de armste te zijn.
En iedereen zou zijn wat diegene zou moeten zijn
als iedereen probeerde te zijn
hoe men de ander zou wensen.

Toch ook weer hoop op tegelijk individuele en grootschalige bewustzijnsverandering.

*) Ik wil hier ook weer niet denigrerend over doen, vermeld in de eerste plaats de verschuiving, die natuurlijk ook naar individu in plaats van mensheid gaat. Hierover mijn Demonologie van de demonologie in Arcade #5, dat nog steeds online zou moeten komen.

- Eerder verschenen bij Libertaire Orde

 

26 april, 2023

Verkenningen christen-anarchisme, deel 2: Zo oud dat het nieuw lijkt

 


Catholic Worker

De kern van het christen-anarchisme is het “evangelie binnen het evangelie”, de Bergrede (Matth. 5-7) die ook voor het christendom in het algemeen als een soort grondwet wordt aangemerkt. De uitbreiding van de joodse wet (“de woorden”, eigenlijk) maken de prediking van Jezus van Nazareth tot iets aparts, er worden hoge eisen aan de afzonderlijke mens gesteld. Kortweg gaat het om het geweten. Deze basistekst is waarschijnlijk de reden dat christen-anarchisten zich beroepen op een grote reeks voorgangers, te beginnen bij de eerste christenen zelf: “En allen, die tot het geloof gekomen en bijeenvergaderd waren, hadden alles gemeenschappelijk; en telkens waren er, die hun bezittingen en have verkochten en ze uitdeelden aan allen, die er behoefte aan hadden”. (Hand. 2:44-45). Het problematische aan deze opdracht is dat we hier nauwelijks op historische grond staan, en al spoedig was dit communisme, zoals het rond 1900 nog genoemd kon worden, in ieder geval uitzondering meer dan regel.

Die voorlopers maken het christen-anarchisme “zo oud dat het nieuw lijkt”, zoals Frans-Canadees-Amerikaanse theoreticus Peter Maurin, grondlegger van de Catholic Worker, het schrijft. Er loopt inderdaad een rode draad door de geschiedenis van het christendom van groepen “stiefkinderen van het christendom”, zoals kerkhistoricus Lindeboom ze noemt – en hun uitzonderingspositie bij het zich beroepen op het evangelie blijkt uit die kwalificatie. De geschiedenis van al die ketters genoemde stromingen is uitermate interessant, maar de vraag is of we het etiket anarchisme van toepassing kunnen verklaren. Als je een soort individueel handelen vooropstelt, zoal Graeber doet als hij stelt dat iedereen zo ongeveer misschien wel meermalen per dag anarchist is, zeker wel. Als men anarchisme als de staat negerende of bestrijdende stroming ziet wordt het historische beeld anders. Begint het in de zestiende eeuw, als het huidige centraliserende staatsapparaat in de vorm van absolute monarchie opkomt? Of kan het slechts zo genoemd worden nadat het een als zodanig onderscheiden stroming is? In dat geval zijn de Zwijndrechtse Nieuwlichters (de Christelijke Broedergemeente (zoals ze zich zelf noemden) waarschijnlijk de eersten in Nederland. In hun geval was de dienstweigering het eerste en belangrijkste – de persoonsregistratie, ingesteld tijdens de annexatie door Frankrijk, diende de staatsronseling van soldaten. Dienstweigering zou steeds het belangrijkste thema blijven voor Nederlandse christen-anarchisten. De militaire dienst was vanaf 1900 ook de belangrijkste en stuitendste inbreuk op het persoonlijk leven (verplichte opleiding tot en inzet als moordenaar).

Is er verschil tussen christen-anarchisten en christelijke anarchisten? Jim Forrest, een van de biografen van de andere grondlegger van de Catholic Worker, Dorothy Day, ontkende dat zij als Christian anarchist beschreven kon worden. Bestreed hij dat zij anarchiste was? Het kropotkiniaanse idee van de nieuwe wereld bouwen in de schoot van de oude (bij Roel van Duijn heet het de tweehandenstrategie) kan toch moeilijk anders dan als anarchistisch aangeduid worden. In het Nederlands kan men het verschil tussen iemand die de synthese van door de Bergrede geïnspireerd christendom en anarchisme en een volgeling van de Kerk die tevens anarchist is door verschillende woorden duidelijk maken; christen-anarchist in plaats van christelijk anarchist. In andere talen is het onderscheid moeilijker te beschrijven.

Omdat Maurin, Hennacy en Day hun anarchisme duidelijk in de Kerk geworteld willen zien lijkt mij voor hen en bij uitbreiding de Catholic Worker de aanduiding christen-anarchist gepast. Voor iemand als Virilio die zowel christen als anarchist beoogde te zijn zonder dat er verband tussen beide werd gelegd lijkt mij de aanduiding christelijk anarchist meer gepast.


Religieus anarchisme

De koninklijk goedgekeurde (!) Internationale Broederschap in Nederland was, zoals al uitgedrukt door bijvoorbeeld Ortts Denkbeelden van een christen-anarchist, alleen al naar eigen kwalificatie christen-anarchistisch. De bewoners van de kolonie in Blaricum braken ter plaatse met de hervormde kerk. Er waren ook hervormde ambtsbekleders bij de kolonisten. Een enkeling werd later alsnog weer predikant. Hoewel zij het etiket “tolstojaan” beslist van de hand wezen zou het ook onjuist zijn geen verband te zien met de geschriften van Tolstoy over de Doechoboren, Worstelaren met de Geest, die iedere dienst aan de Russische staat afwezen en daarvoor uiteraard vervolgd werden. De meesten zijn geëmigreerd naar Canada.
En de interpretatie van Tolstoy van het evangelie, zijn radicaal-rationele benadering van de teksten sloot aan bij het modernisme in de protestante kerken. Uitgesproken tolstojaans kan men Anne de Koe noemen, die bij de SDAP eindigde als inspirator van de AJC en oprichter van Ons Huis, en H.W. Ph. E. van den Bergh van Eysinga, die eindigde bij de Communistische Partij Holland – Kronstadt heeft hij niet meer meegemaakt. De partijkeuzen lijken mij hun teleurstelling in de onhaalbaarheid van de hoge idealen van het christen-anarchisme uit te drukken.

Osmose tussen christen-socialisten die verre bleven van SDAP en CPH enerzijds en de christen-anarchisten anderzijds leidden tot de zelfkwalificatie religieus anarchisten, na de Grote oorlog, waar Nederland weliswaar buiten bleef maar door mobilisatie, vluchtelingen uit België en voedseltekorten wel verregaand mee geconfronteerd werd. Onder deze naam werd deze stroming misschien wel de vooroorlogse hoofdstroom van het Nederlands anarchisme. “Grote namen” als Henriette Roland Holst, Clara Meijer-Wichmann, Bart de Ligt en vele anderen vonden hier een tijdelijk of blijvend tehuis. En het religieus anarchisme was een van de inspiratiebronnen van de naoorlogse Pacifistisch Socialistische Partij. Hoe belangwekkend ook, ik laat deze geschiedenis hier verder buiten beschouwing.

– wordt vervolgd –