05 juli, 2023

Herinneringen van een Dijker

 


1. Die heerlijke zolder

Het toeval wil dat de winkel van nu iets soortgelijks verkoopt als mijn grootouders destijds. Alleen heeft alles een merknaam die mij niets zegt en nog minder interesseert, maar de Echte Doelgroep waarschijnlijk wel.
De toonbank is ook verdwenen. “Niet van deze tijd”.

We hebben er iets te kopen en intussen maak ik duidelijk dat ik hier mijn eerste levensjaren half gewoond heb. De verkoper spreekt nauwelijks Nederlands, maar grootmoedig zegt hij met het weinige dat hij te zeggen heeft dat ik wel even mag kijken op de verdiepingen.

Die zijn allemaal rommelige opslagplaats. Geen woonruimte meer. Maar bovenin is de zolder. Verdomd, hij is net zo kaal als toen. Hij ruikt nog net zo. De schommel is wel weg.

2. De kleinste 

De tekst is van Jan Pieter Heije, de muziek van Jos Beltjens. De eerste leeft meer voort dan de tweede.

“Omhoog, omlaag, op berg en dal,
Ben ‘k in de hand des Heeren!”

In de avondschemering, licht uit of met opzet niet aangedaan, zongen mijn opa, zus en ik zomaar liederen. Het was goed donker op de Dijk, zonder kunstlicht. De kleinste herinner ik mij, alleen het eerste couplet overigens, met het derde zou mijn oma wellicht ingestemd hebben (die vond dat we het Liedboek moesten hanteren vermoed ik).
En “Het zonnetje gaat van ons scheiden”. Herinner ik mij meer?
De platenspeler bevatte veel 78-toerenbakeliet. “Sparrow in the treetop”. Nou niet direct de muziek van “Dijkers” nietwaar. Geen rock’n’roll, nee.

3. Zuurbier

“Daar loopt Zuurbier!” Snel naar het raam om naar wat blijkbaar een fenomeen was. Ik zag een man in gezelschap van een iets jongere, en ik wist zeker dat hij liep te zwaaien als een dronkenman, die hij beslist geweest moest zijn. Daarom werd hij Zuurbier genoemd tenslotte.
Het werd mij ook helemaal niet uitgelegd waarom hij het vermelden waard was en wie hij dan eigenlijk was.

Hoeveel tijd is er overheen gegaan om mij te doen weten wie Zuurbier was? Mijn geliefde heeft nog even een flat gedeeld met een niet eens zo ver familielid.

Bertus Zuurbier was kandidaat-raadslid voor de Rapaillepartij in Amsterdam, en heeft de raad gehaald, 1921. Als goed anarchist was hij geheelonthouder. Niks dronkenman dus. 

4. De eerste keer gebeten

Indertijd verbleven er nog kinderen op de Dijk, toen er nog gewoond werd. Mijn zus en ik woonden er half, we werden nog wel eens uitbesteed aan opa en oma. Op de valreep heb ik nog vernomen dat mijn wieg allereerst op de Dijk heeft gestaan. Alsnog een verrassing.

En ’s avonds, als het stil was op straat, kon je er spelen met straatgenootjes. Ik was zowaar verliefd op een meisje uit het gezelschap, ik durf haar naam nog steeds niet te noemen. Maar een keer stamelde ik spontaan verliefd haar naam. Dat kon toch echt niet. Zij stampte in mijn richting om mij weg te jagen. De beloning voor mijn durf, die pas tientallen jaren later terug is gekomen.

5. De geuren van weleer

Een groot contrast van geuren: de straten of stegen van de dijk af dienden als openbaar toilet voor degenen die het na cafébezoek alsnog niet konden ophouden en dus maar ergens – eh… ja waar eigenlijk? Tegen de muur van een huis? Zomaar, op de straat? Ik hoef het niet te vragen .
Ik bedenk dat ik een aantal jaren gedraaid heb in een deejaycafé in één zo’n zijstraat en die bijzondere geur was wel weg. De Dijk zelf is ook eigenlijk geen uitgaansgebied meer.

En die andere geur, die is ook verdwenen. Die hoorde bij de zeepfabriek De Vergulde Hand, die als alle industrie de stad uit moest. Na al die eeuwen verhuisd naar Vlaardingen. Ik gebruik de scheerzeep nog wel.

6. Dappere Dodo en zwaaiende tante Hanny

Mijn laatste tijd als Dijker moet getekend zijn geweest door de televisie van mijn grootouders, na de dood van mijn opa dus die van oma. Woensdag- en zaterdagmiddag waren er speciale kinderprogramma’s: de Verrekijker, een nieuwsjournaal speciaal voor ons kleinen. En door de verschillende omroepen verzorgde kinderprogramma’s, waarvan die van de VPRO verreweg de saaiste waren.

Maar waren ze spannend? Wat kan ik mij eigenlijk herinneren van Coco en Knorrepot, Dappere Dodo, kapitein Piet Römer en Ageeth (die was ook omroepster bij de AVRO) – meer dan de enkele namen? Nou ja, Knorrepot zie ik nog wel vliegen. Het was een vliegend varkentje, begrijpt u.

Tante Hanny (KRO) wuifde naar ons ten afscheid. Op onkatholieke muziek: The girl that I marry.

- Afbeelding: Door KRO - Dappere dodo 1956.png Beeld en Geluidwiki - Gallery: Dappere Dodo, CC BY-SA 3.0 nl, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=9817870

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen: