29 september, 2020

Een filosofie voor het christen-anarchisme: Ortts Pneumat-energetisch monisme


Spinoza had in zijn tijd te maken met een Van Boxel, die in spoken geloofde. Het kan verkeren, want een bijna-naamgenoot van de spokenman heeft onlangs een inventarisatie vanwijze dwazen of dwaze wijzen (morosofen) gemaakt in een zogeheten Encyclopedie van de domheid. Het interessantste is wat er niet in opgenomen wordt in zo'n overzicht, omdat het tot het serieus genomen gedachtengoed van de spraakmakende gemeente behoort. De heersende gedachten zijn nu eenmaal de gedachten der heersers. Uitspraken over te hoge lonen van 'briljante economen', de zweefkezerij van de bedrijfs- en bestuurskunde, de theologie van het doorgeven van zelfzuchtige genen zijn niet dom, wijs of interessant, ze zijn 'gewoon' wetenschap.

Pogingen tot verklaring van het universum, besef dat het ware het geheel is, zijn vanuit dat perspectief altijd raar. Daarnaast is het nooit weg om Harry Mulisch weg te zetten als je zelf niet veel in huis hebt. Of, via zijn leermeester Schoenmaekers, Piet Mondriaan. Een van de domheden van onze encyclopedist is het spinozistische filosofische stelsel van de Nederlandse christen-anarchist Felix Ortt (1866-1959), het pneumat-energetisch monisme. Een verklaring van het Al gebaseerd op zoiets paradoxaal klinkends als christen-anarchisme kan moeilijk op begrip in heersende kringen rekenen. Hierbij een poging om dit stelsel voor verstandige mensen nader te verklaren. 

1.HET BEGINSEL DER LIEFDE 

Ortt schrijft in 1898 het eerste oorspronkelijk-Nederlandse boek waarin de combinatie christendom en anarchisme tot uitdrukking wordt gebracht: Christelijk anarchisme, dat overigens al in hetzelfde jaar uitgebreider herdrukt wordt onder de titel Het beginsel der liefde. Hij geeft in dit boek een definitie van God als zijnde de Inrichter der Werkelijkheid, wiens Wil of Gedachte zich in de Werkelijkheid openbaart. Omdat Liefde het hoogste beginsel is, moet zij noodzakelijk het uitgangspunt van de inrichting der Werkelijkheid zijn, en dus het Wezen van de Inrichter der Werkelijkheid zijn: God is Liefde. God, en dus de Liefde, wil dat ik de waarheid zoek. Het streven naar geluk is streven naar volmaakte instemming met de werkelijkheid. 'De praktijk der liefde is in overeenstemming met de leer van Jezus, beter dan de beste van alle mensen. Ortt houdt vast aan het op Handelingen gebaseerde beeld van het in broederschap en waarachtig communisme leven van de eerste Christenen, een situatie die gecorrumpeerd wordt doordat de Romeinse Staat het Christendom adopteert en daardoor bederft. Het leven naar de praktijk der liefde is leven zoals deze eerste christenen geleefd zouden hebben. Dit is in de praktijk omstreeks de eeuwwisseling het streven van de christen-anarchisten geweest, een streven dat hardhandig stuitte op de oprispingen van een bepaald niet goedwillende publieke opinie (bestorming vanen brandstichting in de kolonie te Blaricum, 1903). Toch was het doel op deze wijze tot voorbeeld te strekken en gaandeweg meer mensen te doen inzien wat de Bedoeling der Werkelijkheid was.2 Deze rudimentaire filosofie/theologie wordt in de jaren na 1898 in zoverre uitgebreid, dat Ortt niet alleen Jezus maar ook anderen de Christusgeest toekent: Mohammed, Gautama ('de' Boeddha), Zoroaster - en in feite is deze geest in ieder mens. In de loop van het tweede decennium ontwikkelt hij zijn filosofisch stelsel dat de verbindende schakel levert voor dit alles en dat een duidelijker uitwerking is van het christen-anarchisme: het pneumat-energetisch monisme. 

2. HET PNEUMAT-ENERGETISCHMONISME 

De artikelenreeks in het Theologisch Tijdschrift waarin het pneumat-energetischmonisme wordt ontvouwd, heeft als vaste titel: Studies in het grensgebied van natuur- en godsdienstwetenschap. Hoewel dit een juiste typering is, toont Ortt zich hier onloochenbaar in de eerste plaats de man van de natuurwetenschap die hij als waterstaatkundig ingenieur steeds gebleven is. Hier volg ik zoveel mogelijk het exposé van het pneumat-energetisch monisme zoals hij dit in de loop der jaren heeft opgebouwd. Ortt postuleert hier God als axiomatisch, als het zijnde, als Dat wat is bij al wat wisselt, verschijnt en verdwijnt: "Zoo er geen vastheid is achter den wisselenden schijn der dingen, dan kan er ook geen Wetenschap zijn, en wordt het streven naar weten een dwaasheid. De Wetenschap zelve behoeft geen rekening te houden met iets wat met haar redelijkheid onvereenigbaar is."3 In de natuur bestaat de neiging van vervorming van energie in de richting van grotere stabiliteit en lagere hoedanigheid - dit is de tweede warmtewet, het principe van degradatie van energie. Het leven, geleid door het principe van levenskracht of -energie voldoet niet aan deze wet, en daarom is er geen logische grond om aan te nemen dat het leven mechanisch uit de krachten die de levenloze natuur beheersen voortkomt.4 Leven en intellect, in hun duidelijk streven het degradatieprincipe te overwinnen, moeten - omdat alleen intellect in staat is het degradatieprincipe te overwinnen - zelf een eerste intelligente oorzaak hebben. Ofwel de energie is zelf eeuwig, ofwel het intellect dat deze organiseert is dit. Het is uitgesloten dat de intelligentie in de tijd ontstaan is als speling van energetische werking. De conclusie dat een Eeuwig Intelligent Be-ginsel ten grondslag ligt aan al wat is, is op grond van de tweede wet van de thermodynamica redelijk in het licht van de natuurwetenschap.5 De gedachte dat de stof niets anders is dan zuivere energie, noemt men "energetisch monisme".6 Van leven is sprake waar de energiecomplexen blijk geven van individuele, energie-ordenende intelligentie - dit ordenend vermogen noemt Ortt "ziel".7 Op mogelijke tegenwerpingen van materialisten zegt hij: zonder intelligentie is geen leven maak-baar. Hij stelt dit naar aanleiding van de laboratoriumproeven van Jacques Loeb, die 'levende stof' maakte: "Een onwetend mensch had ondanks 't bezit van ei, zeewater en zuur toch geen levend wezen tot stand kunnen helpen brengen. Loeb's proeven, waardoor hij het bewijs levert dat hij de bevruchtende of leven-verwekkende werking van 't spermatozoön door chemische en physische middelen kan vervangen, leeren meteen dat bij die vervanging de factor intelligentie ingevoerd is."8 De intelligentie is precies de 'mystieke rest' die de hoofdrol speelt bij het kunstmatig creëren van leven. Ortt vergelijkt het totstandkomen van het leven – waarbij dus altijd intelligentie een rol speelt – met de aanleg van spoorlijnen en scheepsverbindingen. Treinen en schepen voldoen in hun werking aan alle eisen die de materialistische monisten eraan zouden stellen, maar dezen zullen toch echt niet verwachten "dat het tenslotte blind toeval is als de dienst planmatig schijnt te verloopen!", nadat er eerst talloze treinen en schepen verongelukt zijn omdat ze niet volgens plan rijden of varen.9 

 


Dat het leven niet een uitsluitend fysisch-chemisch proces is, zag Ortt ondersteund door bioloog-filosoof HansDriesch, die de autonome factor entele-chie voor het leven invoert; of beter: wederinvoert, want hij ontleent de term aan Aristoteles. Het leven heeft zijn eigen doel in zichzelf. Ortt stelt dat het onmogelijk is zich een doelstelling zonder voorzienigheid voor te stellen, of met andere woorden: “geen teleologie zonder theologie." Driesch toont voor Ortt aan dat de ontwikkeling van de natuurwetenschap tegen de materialistische wereld- en levensbeschouwing ingaat. Pas op het niveau van de cel is er de entelechie-concentratie die men 'ziel' kan noemen. Een ziel is niet een ding op zichzelf, geen onstoffelijk ding - zij is en blijft een eigenschap van de stof, of, wat op het zelfde neerkomt, van de energie. Er is geen dualiteit: "Energie en Entelechie zijn dan wel denk-onderscheidenheden, doch beide behoorend tot het inwezen niet te scheiden Oer-Beginsel, de Al-Eenheid. Evenzeer als spanning en stroomsterkte denk-onderscheidenheden zijn, doch beide eigenschappen van de electrische energie, en zonder elkaar niet denkbaar. Deze theorie van een Al-Eenheid, zich in quantiteit openbarende als energie, in qualiteit als entelechie (als: ordenend vermogen, of als datgene wat wij in hoogere gebieden als 'geestelijke' werking aanduiden) heb ik genoemd: de theorie van het Pneurnat-Energetisch Monisme."12 Het eerder genoemde energetisch monisme wordt hier uitgebreid met het nieuwtestamen-tisch-Griekse pneuma , dat met 'geest' vertaald wordt en waarmee het goddelijke levensbeginsel in schepselen en de scheppende en heilbrengende kracht van God wordt aangeduid (de Heilige Geest). Het monisme dwingt tot de gevolgtrekking dat energie en intelligentie één zijn, het Al is een eenheid van Intelligente Energie. De intelligentie die ordening verloren doet gaan en weer tot stand brengt, als in een beweging van eb en vloed, is de bron aller intelligentie, de Vader aller intelligente wezens:God." Hiermee is niet gezegd dat Ortt gelooft in een persoonlijke, laat staan een mensvormige God, en hij maakt zich vrolijk over natuurwetenschapslieden die het bestaan van God ontkennen omdat zij Deze niet door hun verrekijkers waarnemen. Ortt ziet echter geen beletsel om het Absolute, de grondslag van alle Zijn, aan te spreken op de wijze zoals bijvoorbeeld gebruikelijk in de christelijke eredienst, omdat nu eenmaal iedere wijze van aanspreken door de menselijke beperkingen bepaald is. Zielen zijn te onderscheiden in graden, naar de mate van complexiteit van de te ordenen energie of entelechie. De ziel van de Cel is er een van de eerste orde, hetgeen ook gezegd kan worden van de bundelingen cellen die men met de term 'orgaan' aanduidt (cel- en orgaan-psyche). Zielen van de tweede orde zijn die van de soort, gericht op voortplanting (soortpsyche) en het waakbewustzijn van het individu, uitgedrukt door de functie van de hersenschors (hersenpsyche of verstand). Zielen van de derde orde zijn de bovenindividuele ordenende vermogens: die van de mierenkolonie bijvoorbeeld, die van het volk (bij mensen), andere verzamelingen die men organisaties noemt zoals Kerken of bedrijven, en als nieuwste ontwikkeling: de staat.13 Met deze classificatie is de leeftijdsfactor ingevoerd: zielen van de eerste orde zijn de oudste, en de voortplantingsdrift kan geacht worden aan het verstand vooraf te gaan. De staat is jonger dan het volk; er is bijvoorbeeld steeds een joods volk gebleven, ook al heeft dit tientallen eeuwen geen eigen staat gehad. Een jonge ziel is egoïstischer dan een oude: bij het jonge individu is dit waar te nemen, en zo is ook de staat egoïstischer dan bijvoorbeeld het zielencomplex dat wij 'volk' noemen. Het massale moorden terwille van de staat is een uiting van dit egoïsme. De afkeer van dit geweld in de publieke opinie, een instelling als het Rode Kruis en het goed behandelen van krijgsgevangenen zijn uitingen van de veel oudere, veel minder egoïstische volksziel. 

De individuele ethiek kan nog veel hoger ontwikkeld zijn. Wij raken hier de ethiek, verbonden aan het pneumat-energetisch monisme. Ortt acht het de plicht van alle delen van de Al-Eenheid, als dragers van de Al-Energie of vonken van de Al-Entele-chie, om ordening te bevorderen, ordening te scheppen waar deze niet bestaat, waar vernietiging van ordening dreigt deze tegen te houden en te werken aan grotere harmonische eenheid.14 Dit is de blijvende kern van Ortts anarchisme. Bij dit streven naar hogere ordening, deze voortdurende strijd tegen de degradatie van energie, hoort saamhorigheid met al wat leeft. Het individualistisch egoïsme moet ondergeschikt gemaakt aan wat als heil voor allen gezien kan worden, anders gezegd voorzover het om mensen gaat: het bevorderen van een menswaardig bestaan voor allen.15 Het conflict tussen hoge individuele ethiek en lage staatsethiek kan alleen opgelost worden doordat de individuele ethiek gehandhaafd wordt en tot voorbeeld strekt voor allen, waardoor de volksziel verheven wordt. Deze laatste is dan in staat de staatsziel tot haar eigen hoger peil te doen stijgen:"Dan zal de tweespalt tusschen individueele en staatsethiek opgelost worden in een universeel altruïsme - één voor allen en allen voor één; de Staat voor de individuen en de individuen voor den Staat; Staatsgezag en anarchisme opgelost in de hoogere eenheid der Universeele Broederschap."16 In de levenspraktijk moet steeds het oog gehouden worden op het eeuwige, de eenheid van het Al, de enige weg tot het ware geluk.17 

 3. BEOORDELING EN RECEPTIE 

Een van de makkelijke punten waarop Ortts stelsel te kritiseren valt is zijn poging het spiritisme een plaats te geven in zijn interpretatie van het Al. Hier toegaat hij te hulp bij de eeuwigheids-dimensie, de tweede tijds- ofwel de vijfde dimensie. Een ingreep die niet aansluit bij zijn monisme. Het zou te ver voeren hier uit te weiden over de mogelijke achtergrond van deze kunstgreep. Waarschijnlijk berustte deze op de wil om in het spiritisme te geloven en zijn onwil als natuurwetenschapsman om in het eventueel principieel onverklaarbare te berusten (in het beste geval). Deze kritiek werd al door tijdgenoten geuit. Maar ik beperk mij hier tot de kritiek op het pneumat-energetisch monisme. Op de verwantschap met Spinoza werd wel gewezen, maar omdat Ortt zich bij de ontwikkeling van zijn stelsel nergens op deze filosoof beroept, wordt alleen verwantschap geconstateerd. Het pneumat-energetisch monisme werd welwillend, maar zeker niet juichend ontvangen. Alleen Frederik van Eeden toonde zich enthousiast: hij noemde de Inleiding tot het pneumat-energetisch monisme "een merksteen op den langen weg van geestelijke ontwikkeling en ééniging der menschheid." Ortt toont zich op de hoogte van de filosofische inzichten van zijn tijd en toetst deze aan de natuurwetenschap waarvan hij ook genoeg weet: "Het is echter volkomen juist gezien door Ortt, dat hij zijn leevensbeschouwing formuleert van natuurweetenschappelijk standpunt Daar-door baseert hij zijn werk op begrippendie algemeen erkend zijn, en discussiemogelijk maken. (..) Ik heb nog geen wijsgeerig werk gelezen waarin zoo helder en zoo eenvoudig de verhouding van de natuurweetenschap met ware physica en mathésis, met het mystiek-intuïtieve denken is uiteengezet, als in het boek van Ortt.”18 In een welwillende kritiek in het Tijdschrift voorwijsbegeerte sprak G. Heymans de hoop uit dat de opvatting van Ortt met die van het psychisch monisme (van Heymans) verbonden zou mogen worden.19 

Het christen-anarchisme als zelfstandige stroming in Nederland was inmiddels misschien wel aan eigen succes ten onder gegaan: de beweging rond het Dienstweigeringsmanifest van 1915 is het hoogtepunt en ongeveer het einde. Een filosofisch stelsel, voorzover de Bergrede niet voldoende was, kwam eigenlijk te laat. De rol van Ortt op alle gebieden waarop hij zich bewoog zal moeilijk te overschatten zijn. En wie dit alles alsnog kon ontgaan zijn, is wellicht opgegroeid met zijn bijbelse vertellingenboekjes of zijn bewerkingen van de sprookjes van Grimm. In 1936 schreef iemand van wie Ortt zich later wel moest distantiëren: "Al heeft hij dan geen 'school' gemaakt, Ortt heeft op de levenshouding van ontelbaren een zeer grote invloed gehad,voor welk feit de betrokkenen hem hun hele leven dankbaar blijven. Velen hebben hem hun moeilijkheden geschreven of zijn naar Soest getrokken om met hem te spreken. Het 'filosofenlaantje' achter Vredehof [Ortts huis te Soest -AdR], waar niets en niemand de aandacht afleidde, werd vele malen op en af gewandeld, totdat de oplossing van het conflict gevonden was."20 Tijdens zijn leven zijn de filosofische werken van Ortt meermalen herdrukt. Na zijn dood in 1959 is het werk van deze op zoveel gebieden actieve man verzonken. Hij is tot zijn einde optimistisch gebleven en zal het feit dat hij betrekkelijk vergeten is, of morosoof genoemd wordt, ziende vanuit het Zomerland waarin hij heilig geloofde, wel niet betreuren. 

 NOTEN

(1) Felix Ortt, Christelijk anarchisme, Drukkerij Vrede, Haarlem 1898, p. 9-16. Het gebruik van kapitalen in de tekst is dat van Ortt.- (2) Christelijk anarchisme, p. 51. - (3) 'Vitalisme in het licht der natuurwetenschap', in: Theologisch tijdschrift, 44e jrg., p. 243. - (4) idem, p. 239. - (5) idem,p. 246-247. - (6) 'Over het wezen der ziel', in: Theologisch tijdschrift, 45e jrg., p. 530. - (7) idem,p. 541. In deze definitie is Ortt de volgende bijna-halve eeuw consequent. - (8) 'Over het ontstaan van levende wezens', in: Theologisch tijdschrift, 46e jrg., p. 288. - (9) idem, p.290. - (10)'Natuurwetenschappelijke heenwijzing naar het Godsbestaan', in Theologisch Tijdschrift, 47e jrg., p. 172, 178-180. - (11) 'Bewijzen voor het vitalisme', in : Theologisch Tijdschrift, 48e jrg., p.129. Driesch - die overigens zijn theorie baseert op aan vivisectie ontleend onderzoek, wat Ortt een gruwel moet zijn geweest - verbond aan zijn filosofie zelf christen-anarchistische consequenties. - (12) Inleiding tot het pneumat-energetisch monisme, Leiden 1934 (tweede druk), p. 66.- (13) Kort weergegeven in: Het probleem der ziel, 's-Gravenhage 1951 (derde druk), p. 36. De classificatie is echter een steeds terugkerend thema in de werken van Ortt. - (14) Inleiding tot het pneumat-energetisch monisme, p. 139. - (15) Afwijzen van de degradatie van energie betekent voor Ortt ook het afwijzen van autorijden. Hierbij wordt immers ten behoeve van de rit extra energiewaarde vernietigd door de verbranding van benzine. Geschreven in 1917, mag dit Ortt bestempelen tot 'groene' filosoof (Inleiding ..., p. 141). - (16) Inleiding..., p. 151. - (17) idem, p. 158. - (18) 'Literaire beschouwingen door Frederik van Eeden', in: De Amsterdammer, 19 mei 1917, p. 2. - (19) Juli 1919. Herdrukt als aanhangsel in Inleiding ..., p. 159-165. - (20) 'Jhr.Felix Louis Ortt', door Y. Hettema, in: Van en over Felix Ortt, 's-Gravenhage 1936, p. 10. Ortt had al in 1899 afstand gedaan van zijn adellijke titel. In Soest is inmiddels een straat naar hem genoemd.

- Zeeëgel: CC BY 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=13366

Dit is een oudere versie van een eerder hier verschenen stuk.

26 september, 2020

Ferm zijn om ons recht te eisen!

Hieronder volgt een proeve van vertaling van een gedicht uit de kring der Diggers. Het is een soort bronnenpublicatie passend bij dit artikel van Peter Storm en een serie van mijn hand, waarvan dit als slot naar de serie verwijst.
Het is een aankondiging van opstand uit de kring van protestante revolutionairen die het begrip “radicaal” een extra dimensie gaven, door te gaan graven – om gewas te verbouwen: Diggers. Het is van ongeveer 1650, wellicht van Gerrard Winstanley maar zeker is dit niet.

Wat twee jaren voor verschil kunnen maken na die stukken over historisch christen-anarchisme.
Zowel opstand als vrijheid, en de gedachte de machtigen en rijken te onttronen zijn gekaapt, we zien het zich dagelijks voor onze ogen gebeuren.
Wat in het onderstaande anonieme gedicht verwoord wordt zal tot een flink eind in de vorige eeuw probleemloos begrepen zijn. Maar met de bijbel zijn ook de bijbelse beelden weggevallen, en boeken in “gewone taal” dragen eerder bij aan dat wegpoetsen dan dat ze dit bestrijden.
De gedachten in het gedicht horen gedeeld te zijn en herkend te worden door wie er in wordt aangesproken, armen, slaven en tirannen. Dat was toen – of niet?

Het a-b-a-b rijm heb ik niet nagestreefd bij het vertalen. Nederlandse opwekkingsliederen uit die tijd hebben ook nog vaak rijm binnen de versregel (“Wilt heden nu treden voor God den Heere / hem bovenal loven van harte zeer” – u ziet, het zal hierbij niet gaan). Het is het verschil tussen een Engels zeventiende-eeuws gedicht en wat in het Nederlands toch de geest van die tijd zou moeten uitdrukken.
Een gedicht is nooit af, poëzie betekent arbeid. Dus wie weet wat er nog versleuteld zal worden.

Een aanwijzing dat VRIJHEID zal komen
als de Vader alleen heerst door zijn Zoon.

De Vader hij alleen is God
niets naast hem is dat;
Alle dingen zijn besloten in die ene
door hem bestaat elk ding.

Hij is ons licht, ons leven, onze vree,
waardoor wij bestaan;
Van hem heeft alles kroost en groei,
voor de tiran en de slaaf.

En als de Vader het goed acht
en zijn tijd is daar
dan neemt hij ’t brood van de tiran
en geeft het aan zijn Zoon.

Dan wordt de schotel van Ezau gegeten
waarvoor hij gaf op zijn recht
En Jacob krijgt zijn zegening
die Ezau is ontvlucht

En Jacob staat dan op
hoe klein hij ook mag zijn
Wat Ezau eens heeft versmaad
En Ezau valt terneer

Want er moet bloeien uit Jesses stam
een waarachtig rechtvaardige tak
Die d’onderdrukte vrij doet zijn
en Ezau wordt verdrukt

En Ezau zoekt de zegening
en verlangt die met geween;
Dat hij op de milden stelde
die hij eens maakte tot slaaf.

Maar zing, O Jacob, want uw tijd
van vrijheid is nu daar;
En gij zelf oordeelt over Ezau
die het kwade heeft verricht.

Want aan de Zoon heeft de Vader
alle oordeel nu gelaten;
en Ezau zal het gericht niet ontgaan
dat Jacobs zaad heeft voorbereid.

En gij die als een heer regeert
over Gods erfdeel;
uw rol is hierbij uitgespeeld
en verlaat daarom ’t toneel.

Want als g’uzelf heel veilig acht
en rijkdom is uw deel;
Dan midden in uw vredigheid
zal kwelling u treffen.

En dit is u al lang voorzegd
maar veel ervan heeft ge ontkend;
Daarom, Ezau, moeten wij ferm zijn
om op te eisen ons recht!

Want nu is de tijd door de Vader gesteld
zoals hij heeft gewild
om Vrijheid in te stellen en de Man
neer te halen die vertreedt.

De tijd, zeg ik, is nu gekomen
waarin de Heer elke tiran
tot dienaar zal maken van zijn Zoon
en hij neemt alle macht.

Deze aardse macht die u altijd
op uw lauw’ren rusten deed
zal gekrookt riet blijken te zijn
want u verliest het veld.

Want er rijst op een macht’ge Steen
gehouwen niet door mensenhand
die alle koninklijke machten breekt
die zelf blijft buiten schot.

De eerste die deze Steen dan velt
zal zijn het hoofd van Goud.
Een dodelijke wond deelt hij het toe
Let op! het is u voorspeld!

FINIS

Vlinderbroeder Egmondse abdij overleden

[Vorig] weekend bereikte ons het trieste bericht dat broeder Frans is overleden. Broeder Frans Melkert, die ook wel de vlinderbroeder werd genoemd was in 1957 ingetreden als Benedictijner monnik in de Sint-Adelbertabdij te Egmond-binnen. Daar was hij, naast natuurlijk de dagelijkse kloosterzaken, actief met het kweken van vlinders en het opzetten en onderhouden van een schitterende vlindertuin bij de abdij. Hij was een zeer nauwkeurig observator en schreef diverse artikelen, zowel in Entomologische Berichten, als in het Vlaamse tijdschrift Orchis en natuurlijk ook in ’Vlinders’ van De Vlinderstichting. Door zijn enthousiasme wist hij velen te inspireren en heeft hij gezorgd voor een grote groep vlinderliefhebbers en vlindertellers. In 2012 werd hij door De Vlinderstichting onderscheiden met een Gouden Vlinder. voor al zijn verdiensten voor vlinders en vlinderbescherming in Nederland. We zullen Broeder Frans missen. - Bron en verder lezen: Vlinderstichting

05 september, 2020

Voorwaarts met het wit-rood-wit. Een zelfkritiek en een lofzang op de Belarussische revolutie

Schrijvend over onder andere het zelfbeschikkingsrecht van volkeren zegt Lenin als een terzijde: en waarom zou Elzas geen onafhankelijk land kunnen zijn? Tot een eind in de vorige eeuw was het gebied in hoofdzaak Duits- althans Germaanstalig (het ligt gevoelig het "Duits" te noemen, omdat dit impliciet mogelijke aanspraken van Duitsland zou wettigen). Na 1919 en zeker na 1945 is de verfransing krachtig ter hand genomen. En het punt was ook vóór de annexatie door het Duitse keizerrijk in 1871: dat men die taal spreekt wil nog niet zeggen dat men vindt dat men bij Duitsland hoort. Bij het schrijven van een stukje over Mark Wirtz werd ik met het dilemma geconfronteerd. Hij is in 1943 geboren in Straatsburg, toen het gebied weer eens hardhandig was ingelijfd bij Duitsland - en wat voor Duitsland. Wat nu de EU is, is in feite opgericht om voor eens en altijd de strijdbijl over die gewesten (Lotharingen, Elzas, Saarland) neer te leggen. Robert Schuman, geboren in Luxemburg (ook al in het grensgebied van Germaans/Romaans Europa) en als Lotharinger tot 1919 Duitser, was als geestelijk vader van de Gemeenschap en Frans minister levend getuigenis van deze wens. De achtergrond van wat nu de Europese Unie is, wel degelijk gebaseerd op streven naar vrede, wordt die wel genoemd in het geschiedenisonderwijs (of staatsinrichting of hoe het allemaal genoemd wordt in het hedendaagse prachtonderwijs)? En als u zegt: het is een economisch project, dan spreekt dit het niet tegen. Strategische mijnbouw- en industriegebieden werden door de Gemeenschap aan elkaar geklonken, om oorlog uit te sluiten voor de toekomst. Wat een uitleg over de Elzas als spil achter de EU, terwijl ik het eigenlijk over de Krim en de annexatiedrift van Wladimir Wladimirowitsj Poetin wil hebben. Laat ik even wat Ernstige Zelfkritiek uitspreken, en er tevens op wijzen dat ik van Standpunt veranderd ben (daar ben ik niet de enige in, maar dat doet er niet toe verder). Ik had - en heb - ernstig wantrouwen jegens de zogenaamde Maidanrevolutie in Oekraïne. De manier waarop Verhofstadt en Van Baalen daar even kwamen vertellen hoe Goed Ze Bezig waren boezemde, laat ik voorzichtig zijn, geen vertrouwen in. (Er was een filmpje van die scène hier, heel jammer dat het weg is). Die Maidanrevolutie resulteerde in de vliegensvlug uitgevoerde annexatie van de Krim door Rusland. De overname van Oekraïne door Rusland-vijandige krachten noopte tot snel overnemen van de vlootbasis van Sebastopol en het hele schiereiland, waarvan het grootste deel van de bevolking trouwens Russischtalig is. Vanuit geopolitieke overwegingen was deze zet onvermijdelijk. Verklaren is nog niet goedkeuren. Wat zou het bezwaar zijn geweest om in de geest van Wladimir "Doe als ik schrijf, niet als ik doe" Lenin de Krim onafhankelijk en een goede buur van zowel Oekraïne als Rusland te doen zijn? Maar in 2014 was dit niet aan de orde. En nu, vrees ik, ook niet. Vrees ik, want dat geopolitieke realisme kan me inmiddels gestolen worden. Er is nauwelijks achterbaks te noemen overleg aan de gang tussen Moskou en Loekasjenka over de onverbrekelijke eenheid tussen "Wit-Rusland" en Groot-Rusland, van Brest tot Wladiwostok. Binnen enkele dagen kan een soort herhaling van Tsjechoslowakije augustus 1968 plaatsvinden in Belarus, gecombineerd met De Krim 2014. Dat een linie van demonstrerende vrouwen door pelotons oproerpolitie breekt zullen de heersers nooit vergeven. Of studenten die dit ook lukt. Het is een verschil: Maidan Kiev werd gedragen door griezelige bewapende zwartgeklede fascistoïde mannen. En nogmaals, "liberalen" kwamen langs om in steenkolenengels te juichen. Belarus wordt gedragen door met bloemen bewapende in doorsnee in wit geklede vrouwen. Het machtige patriarchaat voor gek gezet. En geen hotemetoot komt langs. Belarus is mijn revolutie. Hoe kan de annexatiedrift van een revanchistisch regime in Moskou (en Minsk) tegengehouden worden, en dat zonder geweld?