30 juli, 2017

Vijf jaar wachten op de diagnose: Ziekte van Graves

Een stripverhaal van een studente wier klachten maar niet als Graves gediagnosticeerd worden. Ja, het is in de meeste gevallen een ziekte die vrouwen in de vruchtbare jaren treft en ik voel mij dan ook uniek dat ik het als 56-jarige man gekregen heb (althans manifest). Sommige symptomen die zij noemt herken ik zonder dat ik het verband leg met de schildklieraandoening - er zijn al zoveel symptomen: vreemde witte plekken op de huid (die ook weer snel weggaan), vooral nachtelijke kuitkrampen.
U moet er wel Engels voor kunnen volgen.

Een tip van mijn Zuster in de Ziekte, Laura van Reijen.

29 juli, 2017

Headbangen op Sylvia


Focus - waarom? Waarom niet... Nederlands beste bijdrage aan de "progressieve" jaren zeventig.

Sylvia. Klinkt als playback, geen probleem verder, maar is het publiek hierop echt aan het headbangen?
Enfin, men weet nooit.


Tommy


House of the king

28 juli, 2017

Wat gebeurt er voor de verliefdheid wat in je lichaam laat gebeuren?


Ja, de gangbare materialistische kijk losgelaten op verliefdheid. Toch wil ik er even op wijzen dat de verliefdheid voorafgaat aan de op hol slaande hormonen, niet andersom. Ik kan dit op eigen ondervinding baseren, mocht u (wat ik betwijfel) dit willen tegenspreken. Het opvallendst aan de werking kon ik constateren toen ik op twee - mag geen "meisjes" schrijven, maar ik vind "vrouwen" dan weer nodeloos afstandelijk klinken - enfin, tegelijk verliefd was. Soms moest de wissel in mijn hoofd omgezet worden, van de een naar de ander. Het belangrijkste effect was afvallen. Toen de situatie genormaliseerd was, een van de twee uit beeld was verdwenen, kwamen de kilo's er net zo gemakkelijk weer aan. Eigenlijk om nooit meer weg te gaan - tenzij in de hoogtijdagen van Graves. Dat is ook een hormonenspel, maar helaas nogal anders.

Maar goed, de oorzaak - waar men volgens menig Groot Denker m/v niet naar mag vragen - blijft een mysterie. Zij komt ergens vandaan maar waarvandaan, daar laat het materialistisch reductionisme het afweten. Gelukkig maar.

27 juli, 2017

Portfolio: Wij eisen geluk

Voorkant van het nulnummer
Wij eisen geluk is wel aangehaald als toppunt van malle leuzen die de jaren zeventig kleurden als "de tien rode jaren" - zoals Antoine Verbij ze noemde. Er is op verscheidene manieren in te gaan op het aankomen met deze woorden - in de eerste plaats: "en wat is er tegen geluk? zijn wij voor onze ellende op de wereld?"

Maar deze gerechtvaardigde tegenwerping gaat er aan voorbij dat de leus nooit zomaar op een spandoek opgedoken is. Het is graffiti op een van de desolaatste plaatsen van Amsterdam, aangebracht in de kersverse maar reeds naar de al dan niet vermeende mislukking koersende nieuwbouwwijk die nog net de Bijlmermeer mocht heten. De leuze is van begin af aan als surrealistisch bedoeld geweest. Ik weet dit van degene die hem heeft aangebracht.
Niets mis
Overigens is er niets mis met de eis tot geluk. Wij zijn niet voor ons verdriet op aarde. Wat onlogisch klinkt aan de slogan is dat geluk niet of maar hoogst zelden uitgedeeld wordt, ongeluk des te meer. Er was een tijd in de hoogontwikkelde wereld waar Nederland toe behoort een periode in de afgelopen eeuw waarin als vanzelfsprekend de obstakels tot geluk ter discussie stonden zo niet bestreden werden. Het was een tijd van emancipatiestreven op alle mogelijke terreinen, niet alleen de "groot" aandoende verhalen (zoals ze toen nog niet heetten) van vrouwen, homo's van beiderlei kunne, arbeiders, om hun geloof of huidskleur gediscrimineerde mensen ....

Het emancipatiestreven omvatte mensen die gecategoriseerd werden of opgesloten of beide. Het streven is inmiddels in de vergetelheid of in de hoek met de zotskap weggezet: gekken, gevangenen, zwakzinnigen - of ingebed in de subsidieerbare en daardoor te temmen stroming, zoals milieuactivisme en inzet voor de ge(de-)koloniseerde wereld. Men kan het een kwestie van politieke cultuur noemen: streven naar geluk althans naar het opheffen van barrières ernaar hoorde bij "de jaren zeventig", die zich bij deze kwalificatie uiteraard niet aan kalenderbladen houden. De breuk met deze cultuur valt ergens in "de jaren tachtig", als rechts, dat Gramsci beter bestudeerd heeft dan "links", bepaalt dat geluk niet hoort omdat een op consumptie drijvende zogenaamd vrije markt juist structureel een gevoel van ongelukkigheid en tekort vereist. Een contrarevolutie tegen het Geluk die geslaagd mag heten.
Serie over de revolutie van het geluk
De revolutionairen van het geluk verdienen het echter in geschiedschrijving opgenomen te worden, verwaarloosd als ze zijn doordat zij buiten de politieke hoofdstromingen vielen. Wij zullen in de naaste toekomst in serievorm aandacht besteden aan de revolutie en de revolutionairen van het geluk.
Het blad Wij eisen geluk verscheen tussen juni 1978 en april 1983 op onregelmatige basis. Het eerste nummer was een nulnummer, waardoor de redactie zelf in de war raakte toen het laatste nummer aan de orde was: 23 of 24. Er zijn in ieder geval twee dozijn nummers verschenen in bijna vijf jaar.

Kritische dialoog
Het blad was bestemd voor berichten en verhalen over eigen ervaringen. Het was uitdrukkelijk bedoeld als post-partijpolitiek, nogal duidelijk van en voor studerenden of afgestudeerden. Hoewel het blad dus van en voor hogeropgeleiden was – onbeschaamd, en dat was in die dagen van zogeheten punkcultuur al een hele bekentenis – was stijl en toon bepaald niet intellectueel. Laat ik eerlijk zijn: ik heb er zelf in geschreven, niet veel maar genoeg om mij te doen omzien in verwondering. Er zijn twee niveaus die aangeven waarom ik er niet afstandelijk over kan schrijven.

Tacitus' wrok of naijver zijn niet aan de orde. Wat ik er wel nog steeds van vind, het zal niet alleen voor dit blad gelden, is dat “links” – het links dat zich links van de sociaal-democratie bevindt of bevond – naar het lijkt moedwillig iedere intellectuele neiging terzijde heeft geschoven. Juist omdat  “rechts” nu eenmaal niets met intellectualisme heeft en al helemaal geen behoefte heeft aan maatschappij-analyse, valt het “links” aan te rekenen als het 't op dit gebied ook laat afweten. Dit is gebeurd, “we” hebben er GroenLinks aan te “danken”, gevuld met mensen die eigenlijk altijd al liberaal zijn geweest naar eigen zeggen en rijp voor fusie met D66. Dat is dan de parlementaire verzamelplaats van wat zich parlementair links van de PvdA ophield. De rechtse hegemonie heeft de SP in het volgende decennium alsnog een kans gegeven, nou net ook een partij die niet blaakt van intellectualisme. Enfin, kan ik dit Wij eisen geluk aanrekenen? Ik heb het nu voorhanden en geef mijn overweging in verband hiermee.

Overgenomen uit het logboek van het Fort van Sjakoo, eerste stukje van schrijver dezes in Wij Eisen Geluk
Het andere niveau is de wat mij betreft nog steeds voortgaande – en eenzijdige, als dat niet onzinnig klinkt – kritische dialoog met de inhoud van het blad. Het gaat dan niet om de berichten of verslagen, maar om de – bij terugzien nog steeds storende – neiging om “vrouwen” en “mannen” als soortwezens te beschrijven, met generalisaties die per definitie te ver gaan. In feite is het blad hier tenslotte op gestrand. “Mannen” vonden het nodig te schrijven over wat zij bij “porno” beleefden, ook een ervaring tenslotte. Dit kon haast als vanzelfsprekend niet goed gaan, vooral niet als er plotseling ook onvriendelijk overkomende “kritiek” op “vrouwen” bij naar voren kwam. Het betekende wegvallen van distributiepunten voor het blad, leegloop bij de redactie en de daarop onvermijdelijk volgende opheffing. Een blad op het breukvlak van twee decennia (mij dunkt dat dit breukvlak duidelijker en ingrijpender is dan dat waar Romein over geschreven heeft) verdwijnt.
De leuze “Wij eisen geluk” heeft in de late jaren zeventig ook in Nijmegen op een muur gestaan, naast de oerversie in de Bijlmer. Het is iets om over na te denken: het is een heel redelijke eis of wens. Zeker in een tijd waarin het godsdienstige vertoog dat wij niet voor ons plezier op de aarde zijn geen aansluiting meer vindt bij de meeste mensen. Dat het als onzinnig afgedaan zou kunnen worden zegt alles over de heersende ideologie. In Spanje gingen jongvolwassenen de straat op in 2011, tot nu toe het 1968 van deze eeuw, om een waardig bestaan te eisen. In de eis ligt net als die van geluk de vervulling al besloten.

26 juli, 2017

Jerry Zawada OFM overleden

Aan de kant van de weg in Las Vegas voor de wekelijkse ontwapeningsdemonstratie
De inzettingswoorden in de woestijn
Het brood en de wijn
Gisteren is Jerry Zawada OFM overleden, de man die door een mystieke ervaring geroepen was tot activisme. Tussen de afwas en de koffie in het huis van de Catholic Worker in Las Vegas, 's avonds 6 april 2010, zegende hij de relatie tussen mijn toen nog-niet-wettige gade en mij in bij wijze van kerkelijk huwelijk.
Openlijk berispt vanwege zijn inzet voor het beroepen van vrouwen als priester, zolang het kon werkzaam in de woestijn voor de opvang van vluchtelingen uit Centraal-Amerika. Was al breekbaar toen ik hem leerde kennen, maar bleef betrokken bij de Sacred Peace Walk waarvan ik hem ken.

Meer hier.

Rust in vrede en de hemel zal je niet teniet willen zien gaan.

25 juli, 2017

Portfolio: In 2032 geen: zestienhonderd, slag bij Nieuwpoort

Ik heb er jaren over moeten doen om er achter te komen dat deze slag niet had plaatsgevonden bij een dorpje in Zuid-Holland maar bij een stedeke aan de Westvlaamse kust. De context van de slag ontbrak eigenlijk en waarschijnlijk werd de slag genoemd en door iedereen onthouden vanwege het mooie ronde jaartal. 

Afrekenen met 1600 heette een boek van de Vereniging van Geschiedenisleraren van ruim veertig jaar geleden (houd mij niet aan het jaartal!). Jaartallen zijn niet onbelangrijk. De dappere strijders tegen de geschiedenis willen graag horen dat die er niet toe doen. Het lijkt me onzin. In het historieloze universum van de mediawereld is het van geen belang wanneer er algemeen kiesrecht werd ingesteld in Nederland. Wanneer de zedelijkheidswetgeving, waarbij homoseksuele handelingen strafbaar werden gesteld, er werd doorgeduwd door een zekere Regout. Wanneer deze zedelijkheid dan weer is ingetrokken, ook interessant. De precieze jaren van de bezetting door de Duitsers, die als bij toverslag “nazi's” gedoopt zijn achteraf, zou toch ook wel goed zijn om die te weten. Of de jaren verbonden aan de onafhankelijkheid van Indonesië, Suriname en Nieuw-Guinea. En ik houd het nu maar bij enkele voorbeelden uit de twintigste eeuw, maar eigenlijk is die zelf allang weer een vervelende rij van honderd jaartalletjes. 

Wethouder van onderwijs te Amsterdam, Kukenheim, D66, vindt het belangrijk dat men "21th century skills" leert op school. Men kan hieruit al afleiden dat haar kennis van de Engelse taal niet denderend is. Of die van de stagiair(e) die haar woorden heeft opgetekend. Paul Schnabel, voorzitter van de commissie die de weg leidt naar het onderwijs voor 2032, over de kennis van journalisten: "Geschiedenis is geen verplichting meer, nee, maar aan alle journalisten en critici die mij de vraag voorleggen of dat niet kwalijk is, vraag ik wanneer Willem de Derde regeerde. En Willem de Tweede? U weet het niet? Mijn ervaring leert me dat wanneer je iets niet nodig hebt, je het vergeet." Geen journalist die het benul had te vragen: de stadhouders? De koningen? De graven van Holland – wie wilt u hebben? Om het even bij het huidige Nederland te houden. 

Ach, Schnabel weet zelf waarschijnlijk niet eens waar hij het over heeft. Heel misschien weet hij het oprichtingsjaar van de partij waarvoor hij in de Eerste Kamer zit. Jaartallen, denigrerend gedegradeerd tot verkleinwoord, wie stelt ze ter discussie? Uit de Volkskrant, voorheen dagblad voor het katholieke volk van Nederland. "Het wordt minder belangrijk om jaartalletjes te weten; we richten ons meer op het leren van de samenhang tussen bepaalde gebeurtenissen. Het is een brede aanpak; aan de hand van de geschiedenis van de kolonisatie en dekolonisatie kun je bijvoorbeeld ook veel leren over economie en handel." Zegt de socioloog en klinisch psycholoog Schnabel, die nog bij de NVSH gewerkt heeft en dus een van de bovenstaande vragen over de zedelijkheidswetgeving wellicht zou kunnen beantwoorden. Maar nu is hij naast directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau commissaris bij de Shell. En onwetendheid is macht en omgekeerd – sinds wanneer zou hij eigenlijk iets van het vak geschiedenis moeten weten?

24 juli, 2017

Portfolio: Historieloos

Een commissie heeft onlangs een advies afgegeven aan de staatssecretaris die klaarblijkelijk over Het Onderwijs gaat – het onderwijs voorzover het niet “hoger” wordt genoemd. Voor dat laatste is er voormalig kraakster Jet Bussemaker, van die andere coalitiepartij, al moet je dat tegenwoordig eigenlijk WETEN want de verschillen zijn niet eens meer cosmetisch te noemen. 

De commissie is genoemd naar de voorzitter, D66-lid van de Eerste Kamer Schnabel. De commissie veroorlooft zich de hubris, anders kan ik het toch moeilijk noemen, alvast te bedenken wat er in 2032 onderwezen zal moeten worden. Ik citeer: “In het advies pleit de commissie voor een wettelijk vastgesteld kerncurriculum. Dit curriculum moet in ieder geval bestaan uit de vaste onderdelen Nederlands, Engels, rekenvaardigheid (inclusief wiskunde), digitale geletterdheid en burgerschap. Daarnaast zijn er drie zogenaamde leerdomeinen geformuleerd die de leerling van de toekomst in staat moeten stellen 'de wereld te begrijpen': Mens & Maatschappij, Natuur & Technologie en Taal & Cultuur.” Aldus de site Historiek.

Reken even terug: zestien jaar geleden, dachten er toen veel mensen aan de noodzaak van “digitale geletterdheid”? Veel langer hoeft men niet terug te gaan – mocht het antwoord bevestigend zijn – om holle onbegrijpende blikken te oogsten in dat verleden. Wat houdt burgerschap in, in 2032, waarom zou Engels nog zo verdomd belangrijk moeten zijn als waar het nu voor gehouden wordt (zeg ik als bepaald niet anglofoob, gehuwd met Engelse, dank u wel)? Je moet wel haast van een partij zijn die zijn oprichtingsjaar in zijn naam draagt zonder dit te willen weten, denk ik dan – maar Schnabel is alleen maar voorzitter – om dit te verwachten. Onderwijsvernieuwing is per definitie het voeren van de vorige oorlog – tegen weetgierigheid van kinderen of jongeren, die dient te worden ingesnoerd in het keurslijf van wat De Markt wil, in het algemeen. Er wordt gezegd dat de VVD studierichtingen “zonder baankans” gewoon maar helemaal wil opheffen, waarbij deze lieden ongetwijfeld denken dat bedrijfs- of bestuurskunde een eindeloze toekomst voor de boeg hebben. 

Het Concrete, dat kennis van de geschiedenis vereist, zal hen inhalen, waarschijnlijk veel eerder dan ze hopen. Historieloos onderwijs – onderwijs waaruit de gedachte van wording verbannen is, ook al wordt door de commissie grootmoedig gesteld dat de historische dimensie van de diverse vakken natuurlijk wel aan bod komt. Eerlijk gezegd heb ik geen vertrouwen in mensen die moeiteloos bureaucratenklets verkopen als “kenniscurriculum” of “leerdomein”. Dat wordt niets. In het dagelijks opgelepelde vertoog in de opinie-industrie is de historische dimensie, juist dankzij de quasi-ingebakken vooronderstelling van een Verleden, al lang verdwenen. Wie zal op den duur niet schier ten dode vermoeid de term “onze joods-christelijke beschaving” maar laten passeren? Wie zal, om dichter bij eigen huis te blijven, nog willen ontkennen dat de afgelopen eeuw de eeuw van de arbeider was?

23 juli, 2017

Filosofie als exegese: Christus bij Michel Henry

Is het een tekort aan mijn kennis dat ik tot voor kort niet van Michel Henry had gehoord? En of het zo moest zijn, en dan zal het wel zo hebben moeten zijn, toen ik van hem vernam en daarbij over het betreurenswaardige dat niets van zijn werk in het Nederlands vertaald is, kwam ik prompt Woorden van Christus tegen, tweede druk al uit het jaar van verschijnen, 2016.
De titel is al een weggever over waar de filosoof de Spreker plaatst, een Spreker Die slechts tot ons komt in de vorm van geschriften van mensen die Hem hebben gezien en gehoord. Ik gebruik de hoofdletters van de conventie in tegenstelling tot Henry wel, omdat veel van de woorden die hij citeert bij mij de huiver oproepen die waarachtig religie heet.
Woorden van Christus in plaats van Woorden van Jezus (van Nazareth) sluit al een keuze in, die wordt uitgewerkt aan de hand van vooral woorden uit het Johannesevangelie.

Het citaat waarop de titel van mijn scriptie gebaseerd is ("Onze God is een arbeider"), Joh. 5:17, drukt uit hoe Jezus zowel zoon en identiek is aan de Eeuwige en tegelijk gehoorzaam. Het Griekse origineel:

Ὁ δὲ [Ἰησοῦς] ἀπεκρίνατο αὐτοῖς· ὁ πατήρ μου ἕως ἄρτι ἐργάζεται κἀγὼ ἐργάζομαι·

Wat inderdaad naar de tekst niet anders vertaald kan worden dan:

"Maar hij antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe, en ook ik werk."

Hoe aan ἕως ἄρτι, tot nu aan toe een aspect verbonden kan worden is een vondst van vertalers van later datum. In de nieuwste bijbelvertaling, die vindt dat vlees eigenlijk mens betekent, heet het blijkbaar:

"Mijn Vader werkt aan één stuk door, en daarom doe ik dat ook."

Het daarom hierin zou toch als een interpolatie gezien moeten worden, hoewel het naar de betekenis gerechtvaardigd zou zijn. God houdt geen pauze, waarom zou ik dat dan doen? Een andere vertaling:

"Tot op de dag van vandaag is mijn Vader voortdurend aan het werk en houd ook Ik niet op met werken."

De definitieve stap dat wij allen, als mens, geroepen zijn tot het kindschap van God, die identiek is aan het leven, wordt door Henry naar mijn mening niet duidelijk genomen. De grenst ussen exegese en filosofie is ook vaag - het haardunne lijntje...

Een mooie en wel verhelderende passage:
Wie zichzelf (..) ziet als het fundament van zijn leven en van zijn doen en laten, en in zijn leven geen andere wet erkent dan die van zijn eigen genoegens - geen andere wet dan zichzelf -, wie zich alleen maar bekommert om de dingen in de wereld, wat ongemerkt uitloopt op een radicaal egoïsme, die heeft de condition humaine op zijn kop gezet. In feite houdt hij het geschenk van het leven, dat hem altijd vóór is, voor waardeloos. Dat verklaart de schijnbaar mysterieuze maar zeer rigoureuze woorden: "Wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen."

God zegene het kind.


Meer hierover hier.

- Michel Henry, Woorden van Christus (Paroles du Christ). Vertaald door Chris van Haeften en Andries Oosterkamp. Voorwoord van Ruud Welten. Kampen: Van Warven, 20162. 185p., prijs €22,50.
Oorspronkelijke Franse uitgave gedateerd: 2002.

De afbeelding, geleend bij Rembrandt van Rijn, toont aardig hoe de schilder, woonachtig in wat ook toen al de Amsterdamse Jodenbuurt was, Jezus nou juist niet als blonde blanke kon zien. 

22 juli, 2017

Een man met een half hart

Ooit was er een tijd dat ik niet beter wist dan dat Cast your fate to the wind van Sounds Orchestral was. Nog steeds de maatgevende versie voor mij, daar niet van. Maar er zijn andere, vroegere, latere versies, en vocale.


Mel Tormé, 1963. Ik moet concluderen dat deze versie alleen in Australië is uitgebracht.


We Five


Ne tremble pas mon pauvre coeur - Marianne MILLE door LesConcertaDomicile
Het lijkt er op dat deze eerste Franse versie over de orkestband van Sounds Orchestral wordt gezongen, althans grotendeels.


Quincy Jones maakt er jazzfunk van 1971. Voortreffelijk. Voor dit soort versies heeft Vince Guaraldi zijn belangrijkste bijdrage aan de muziekgeschiedenis geschreven.


Shelby Flint. Dit moet een hit zijn geweest op Radio London 266 in 1966, maar eerlijk gezegd is het mij ontgaan.

21 juli, 2017

De waanzinfase van het kapitaal

De maatschappij of maatschappelijke verschijnselen met levende organismen vergelijken is gevaarlijk. "Nederland is ziek" of zoiets, dat is een uitspraak die hoort bij ultrarechtse types die de geneesmiddelen bij de hand beloven te hebben. Het kapitalisme in een kankerfase, ik vind het een moeilijke uitdrukking.

Al is het kapitalisme onmiskenbaar een fase ingetreden die tot zelfvernietiging leidt. Niet op de manier waarop ruim een eeuw geleden sociaal-democraten het wilden zien: het socialisme zou ons als vanzelf in de schoot vallen, het was gewoon de onvermijdelijke volgende fase en de kapitalisten zouden die zelf bewerkstelligen. Vandaar naar Dijsselbloem is eigenlijk ook weer niet zo'n grote stap.
De huidige fase heet "financialisering". We moeten iedere gedachte dat kapitalisme iets met industrie te maken heeft opzij zetten.
Dat is even moeilijk, hoor.

Toen ik nog Nederlandse televisie zag en het onvermijdelijke STER-blok moest uitzitten kon ik op bepaalde tijdstippen iedere tweede reclamespot als komende van Unilever benoemen. Als lid van het Biafra Actie Comité (gek is dat, in die tijd was je geen "activist" voor de buitenwacht) had ik mij verdiept in deze zogeheten multinational, die Nigeria samen met de Britse koloniale macht heeft uitgevonden. Supermarkten, bier, het wegennet, het was van de United Africa Company, en die hoorde bij Unilever, het concern achter de oliepalmplantages. De palmolie speelde en speelt een vrijwel even grote rol bij de koloniale exploitatie van deze portie Afrika als de aardolie, die wel veel bekender is. De medeverantwoordelijke voor het uithongeren van Biafra zette ons bezorgde moeders voor die zich afvroegen of ze de kinderen wel genoeg gaf. Onzin! Die margarine (Brio, Zeeuws Meisje, Blue Band, Bona, Becel enz.) die was toch zo gezond, mensen! Het Plantaschandaal was allang weer vergeten, alleen antikapitalistische dwarskakkers kwamen nog met de leuze "de dood op je brood" aan, en Jan Arends, die er een toneelstuk over geschreven had, pleegde zelfmoord.
En Olvarit voor kindje tatata poetelepoetelepee (ja, die moeders en kindjes waren wit, wat dacht je dan - de zwarte kindertjes verhongerden op last van Unilever en Shell). Reclame voor de middelen voor het varken dat met zijn tijd meegaat en voor de kip die extra snel groeit en legt vernam je niet bij de STER. Maar die had Unilever ook (vogelvoer voor troeteltjes in kooitjes werd dan weer wel geadverteerd).

Maar ja, vraag niet hoe ze aan de plantages kwamen en aan de legermachten die deze moesten beschermen. Unilever was bij uitstek deel van het kapitaal, inclusief de koloniale achtergrond.
Net als in het profetische verhaal De bovenbazen van Toonder werden er ook onderdelen "geruild"- de Betuwejam verdween uit de Betuwe en uit de Unilever-"stal" en vervolgens verdween de naam helemaal. Daar kwam weer Knorr en Conimex voor in de plaats. Opletten hoor, als je zoals ik al bijna vijftig jaar probeert Unilever te mijden. Een totale boycot was zo goed als onmogelijk omdat het zicht op al die merken bij al die overnames wegraakt- welk wasmiddel is ook alweer niet van hun? alsof andere wasmiddelen wel koosjer waren - op Klok na dan.

Maar nu. In Nederland en Groot-Brittannië, waar Unilever vandaan komt, betekent het concern in de eerste plaats zeep, versgekarnde margarine en dood dier. Een heel korte bevattelijke samenvatting van waar de productie om draait
G->W->G'
van Marx. De kapitalist (met behulp van de krediet verlenende bank) steekt geld G in vast en vlottend kapitaal (gebouw, machines, loonslaven), dit leidt tot Waar W, waar het om lijkt te draaien in het kapitalisme, zeker in de consumptiemaatschappij. De verkoop van die waar levert extra geld G' op. Daar draait het om.
Maar de hedendaagse aandeelhouder zit niet te wachten op smeermiddelen voor hart en bloedvaten. De aandeelhouder wil geld zien. Unilever gooit de margarine "in de etalage" en stoot de worsten, gehaktballen en soepen af.
Proef dit losse zinnetje:
Toen werd bekendgemaakt dat het bedrijf meer zal doen wat de aandeelhouders willen: de margarinetak afstoten, eigen aandelen inkopen en de winstgevendheid verhogen.
Dus om de aandeelhouders terwille te zijn koopt Unilever aandelen in zichzelf in en dat levert toch een dividend op!
We zijn hier toch echt de fase ingetreden van het verhaal van een waanzin, verteld door een gek, vol herrie en razernij, zonder betekenis.
G->G'
in het maarxiaanse schema.

Voor een zeepbel moet je toch wel zeep hebben. Onzin, die maken de anderen wel.

20 juli, 2017

Valt er hier nog wat te kiezen? - Dossier Feminisme 3.0

- door Gabriëlle Jurriaans -


Ik zou deze week naar een theaterstuk gaan, eentje over 'moederschap en feminisme'. Nu vond ik dat op zich niet zo'n promopraatje; "feminisme en humor" blijft een lastige combinatie. Maar ik zou dit stuk voor u tikken en het theaterstuk leek me een aardige aanleiding.

Alleen: ik ging dus niet. Niet op tijd kaarten besteld. De andere dames die mee zouden gaan, hadden het ook druk met werk en hun kroost en hadden er ook niet aan gedacht vast te bestellen. U begrijpt waar ik naartoe wil. Wij vrouwen zijn meesters in het onmisbaar zijn. Wij cijferen ons wel tot tien keer achter de komma weg, als we maar het gevoel hebben van nut te zijn voor 'De Ander'.

Die 'Ander' is dan De Baas, of: Het Algemeen Belang, Het Kind, De Buurvrouw/ Moeder/ Partner en zo verder. Waar wij vrouwen – gesocialiseerd natuurlijk, ik geloof niet zo in al die 'aangeboren' kwaliteiten – niet zo goed mee om kunnen gaan, is iets voor onszelf kiezen. Voor de lol. Omdat het nu eenmaal leuk is met vriendinnen naar het theater en vervolgens ongenadig aan de boemel te gaan, zonder schuldgevoel.

Ergens diep in ons zit een stemmetje dat zegt dat wij ons altijd nuttig moeten maken. Het is de stem van onze moeder die zegt dat we nooit met lege handen naar de keuken moeten lopen. Het is de stem van de media die zegt dat vrouwen nu eenmaal zo goed zijn in multitasken. En al die roze babymeuk in onze jeugd heeft ons ervan doordrongen dat het moederschap ons ultieme doel is in het leven. Dat zit in ons bloed, is de gedachte.

Ja, ammehoela. Zo zijn we niet van de fabrieksband gevallen, maar zo zijn we gecreëerd. Als 21e eeuwse robotjes, met het logo van een of ander consumptiebedrijf op ons voorhoofd gestanst. Of het nu de media zijn die ons voorhouden dat wij hardwerkende moeders er vooral uit moeten blijven zien als strakke achttienjarigen, moeten blijven consumeren, onze eigen broek – pardon – onze eigen jarretellen van merk X moeten ophouden en dat we vooral in ons Chanelletje dwars door dat glazen plafond moeten knallen of niet, uiteindelijk doen we het gewoon onszelf aan.

Vooral doen, zou ik zeggen, als je uit dat hout bent gesneden. Ik ben dat niet. Zodra ik moeder werd, veranderde ik in een weekdier. Mijn hersenen gingen op vakantie, mijn lijf leek pudding en mijn ambitie daalde tot het nulpunt. Nou vooruit: ik zag wel wat in de uitdaging van zelfontplooiing. Zo kon ik nooit goed netwerken, maar heb ik me daar als moeder noodgedwongen flink in moeten oefenen. Dat is nog best een opgave, met alle andere ouders aan het werk en elk kind vanaf drie op school. In het wild kom je weinig collega-ouders tegen.

Vrouwen die kiezen voor een carrièreonderbreking zijn niet gek geworden, zij knagen zich meestal geen weg door het bankstel heen en raken zelden aan lagerwal. De meesten die ik ken die daar bewust voor kozen, hebben een boek of twee geschreven, gingen studeren, zijn een winkel begonnen, of hebben na een paar jaar hun oude carrière met nieuw elan opgepakt.

Wat is dus het probleem? Ik zal het verklappen: dat wij moeders zo ontzettend weinig te kiezen hebben. Of het nu gaat om werk en kind combineren of ons – tijdelijk – uit de ratrace onttrekken om thuis voor ons grut te zorgen, wij doen het zelden goed. Je zou denken dat feministen zich massaal achter het recht op vrije keuze zouden scharen, maar niets is minder waar.

De Elisabeth Badinters en de Heleen Meesen van deze wereld bemoeien zich continu met ons; we mogen geen borstvoeding geven, niet lang met verlof gaan, niet part-timen, geen webwinkeltjes beginnen. Wat we vooral wél moeten doen is ons blijven verslikken in die enorme berg eisen en blijven meedraaien in die mallemolen van meermeermeer.

En daarmee kom ik op een paar heikele punten. Enerzijds zijn vrouwelijke hoogleraren en dames in andere topfuncties met een lichtje te zoeken. Ja, dat is erg. Maar het kan nog erger wanneer andere vrouwen ons vertellen dat we apen moeten bestuderen zodat we in de mannenwereld mee kunnen draaien, zoals media-topvrouw Carolina Pruis doet in haar nieuwste boek.

Aan de heel andere kant van het debat is er dan weer weinig respect en begrip voor de vrouw die tijd met haar gezin prettiger vindt dan haar flitsende carrière. Als een vrouw uit werken gaat, had ze thuis moeten blijven. Blijft ze thuis, dan moet ze vooral niet zeuren en heeft ze nergens meer recht op. En wat te denken van al die vrouwen die helemaal niets te kiezen hebben omdat die broekriem nu eenmaal keihard aangetrokken moet worden? De vrouwen die het toilet van al die powerfeministes staan te poetsen of hun kroost op de crèche bezighouden? Welk glazen plafond moeten zij dan precies doorknallen?

Ondertussen heb ik Het Kind nog amper genoemd. Onze allerkleinste kinderen zijn volgens antropologe Sarah Blaffer Hrdy gemaakt om zo'n 60 à 70 procent van de tijd bij de moeder door te brengen. De rest van de tijd bestaat uit coöperatieve broedzorg. Zelfs dan zijn baby's nooit ver van hun moeder vandaan en staan familieleden en bekenden paraat om mee te zorgen.

En dat laatste kunt u gerust letterlijk nemen. Kinderen van jagers/verzamelaarsgroepen zitten de eerste jaren op het lijf van hun begeleider geplakt, met volledige borstvoeding – ook van allomoeders - tot hun beschikking. Hoewel Blaffer Hrdy de crèche als redelijk alternatief ziet voor het gebrek aan gezamenlijke broedzorg, heeft ze zelf haar kinderen uitbesteed aan een vriendin, die haar kinderen ook op verzoek voedde.


Zo'n crèche kan wringen met wat de allerjongsten nodig hebben. Hoe aardig crècheleidsters (m/v) ook zijn, het is geen liefde die zij geven, het is functionele aandacht. En vaak hebben de leidsters het beredruk. Zo'n crèche heeft namelijk vaak andere, economische belangen, die soms haaks staan op het belang van een baby. Terwijl die nu juist het beste gedijt op liefdevolle, responsieve zorg.

Je kunt op zijn minst zeggen dat werk en zorg nog steeds op gespannen voet staan met elkaar en dat het voor vrouwen amper een kwestie is van kiezen. Daarbij is er sprake van een vals dilemma: zowel ouders die (tijdelijk) thuisblijven voor de kinderen, als ouders die werk met crèche combineren: eigenlijk doen ze precies wat onze jagers/verzamelaars en onze voorouders ook deden: zij delen zorg en maken zichzelf nuttig.

Je kunt zeggen dat zowel werken als moederschap – nee eigenlijk juíst die combinatie – bij ons als mens horen. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en welke keuze een vrouw ook maakt – buitenshuis werken of fulltime zorg voor de kinderen – uiteindelijk gaat het om voldoening vinden in en houden van wat je doet.

In dat licht bezien is elke aanval op de vrije keuze van vrouwen per definitie een anti-feministisch statement. Waar we naartoe zouden moeten is eisen dat de maatschappij – wijzelf dus – die keuzes gaan faciliteren. Bijvoorbeeld door part-timen en langer zwangerschapsverlof (ook voor vaders!) of carrièreonderbreking makkelijker te maken. Maar denk ook aan ouderparticipatiecrèches, thuiswerken, kwalitatief goede kinderopvang of flexibele werktijden.

De crisis kan ons uitdagen om opnieuw te kijken naar waar wij nu eigenlijk voor gekozen hebben. Amerika – waar de tentenkampen als paddestoelen uit de grond rijzen, omdat men de huur of de hypotheek niet meer kan betalen - kent al zo'n beweging. Mensen moeten weer samen naar oplossingen zoeken om het hoofd boven water te kunnen houden.

Zo ver is het in België en Nederland nog niet. Maar we kunnen wel nu al nadenken. Over ons consumptiegedrag bijvoorbeeld, over wat onze kinderen nu eigenlijk echt nodig hebben. Of tot een herwaardering komen van onbetaald werk. Maar vooral ook hoe wij ons leven en dat van onze kinderen willen indelen en onze keuzevrijheid kunnen vergroten, zonder aan al die miljoenen eisen te moeten voldoen die anderen aan ons stellen.

De discussie zou niet moeten gaan over de vraag wie gelijk heeft: de carrièretijgerinnen of de thuisblijfmutsjes – het zou erom moeten gaan onze kansen en onze vrijheid op elk terrein te vergroten om tot de beste keus voor ons gezin te komen. Dat is een gezamenlijke strijd die nodig gestreden moet worden.

- Eerder verschenen bij De Wereld Morgen.

19 juli, 2017

Het kapitalisme gaat ten onder aan eigen succes

De maatschappelijke verhouding die met het woord kapitaal kan worden aangeduid lijkt sterker dan ooit te staan. De verhouding waarin men zijn of haar arbeidskracht moet verkopen aan wat in het ideologische spraakgebruik een werkgever heet. Dan heb je werk, een baan. Als het even meezit maak je carrière, een woord dat in feite ook baan betekent overigens. (Verbeeld ik het me, of hoor je daar weer minder over nu?)
"Een baan hebben" wordt dezer dagen als privilege gezien. En met de manifeste en latente werkloosheid in gedachten zou je het bijna zo kunnen zien. Werkloosheid is iets waarvoor men op den duur gestraft kan worden met verplicht onbetaald werk, de zogeheten tegenprestatie voor de overheidswege verstrekte bijstand. Een vrouw (of man *) die kiest voor werk in huis en de zorg voor kinderen "blijft aan de kant" en moet opgepookt worden tot "werk" - loonarbeid. Zodat de huishoudelijke arbeid uitbesteed kan worden aan een werkster en de zorg voor kinderen aan de crèche. Er is een goede kans dat u dit logisch vindt als u het leest: zo hoort het.

Het hoort zodanig, dat u raar opkijkt als iemand loonarbeid(st)er of loonslaaf plotseling gaat aanduiden als tot loonslaaf gemaakte. De maatschappijkritische lading die deze aanduiding heeft maakt haar vanzelf tot misdunk.
Kapitaal is de verhouding, de maatschappij die bepaald wordt door deze verhouding kunnen wij "kapitalisme" noemen. Het in bezit nemen van de samenleving door de kapitaalsverhouding is een steeds geslaagder wordend proces. De oude tegenwichten die in hun geheel als "arbeidersbeweging" kunnen worden aangeduid zijn ofwel geheel gelijkgeschakeld (denk aan de PvdA, de grote vakcentrales) of in toenemende mate machteloos (je kunt nauwelijks meer denken aan partijen links van de PvdA maar die dus, of kleine losse vakbonden). De tegenmacht die het kapitalisme juist hielp door het te temmen valt weg. Het resultaat is dat het kapitalisme aan zijn eigen succes ten onder gaat, implodeert.

Dit maatschappelijk proces ontrolt zich voor ons aller ogen. U leest het niet in de krant, voorzover die er nog toe doet. Of u kunt het wel lezen, maar dan als mededeling van het onvermijdelijke. De tegenprestatie. De flexibilisering van de arbeidsmarkt. De versoepeling van het ontslagrecht. Ooit was de arbeidersbeweging tegen zoiets als een collectieve arbeidsovereenkomst. Nu geldt de cao als, en is hij in feite ook, een verworvenheid, die op alle fronten onder vuur ligt. Hetzelfde geldt voor de werkloosheidsvoorziening die door de staat geregeld wordt. Zoals gezegd, het kapitaal slaagt, heeft zijn tegenmacht verslagen en is daarom gedoemd.
Wat hierna?

* Een man die op die manier de loonarbeid ontvlucht mag nog tamelijk bijzonder heten, maar het blijft ongepast.

18 juli, 2017

Portfolio: Hans Ramaer (1941-2015)

Achtendertig jaar geleden verscheen het overzicht De piramide der tirannie – anarchisten in Nederland bij wat toen de Wetenschappelijke Uitgeverij heette. Een historisch overzicht met bloemlezing, van de hand van historicus Hans Ramaer, oprichter en drijvende kracht achter het tijdschrift De AS [de naam is een acroniem voor Anarcho-Socialist, iets wat in ieder geval niet in het eerste nummer is uitgelegd]. Er is wel wat “geschiedenis” bijgekomen sinds 1977 en zeker in de zin van veranderde inzichten of kijk op bronnen – het dient gezegd dat er ook weer niet zoveel belangrijke teksten van anarchisten in Nederland zijn bijgekomen. Het zou dan ook wel weer eens tijd zijn een nieuw overzicht te maken en als ik het wel heb was er sprake van een herziene heruitgave van “De piramide”. We weten nu dat Hans Ramaer er niet aan zal meewerken. Hij is 12 maart jongstleden overleden op 73-jarige leeftijd. Hij was al enige tijd ernstig ziek maar bleef bijna tot het einde gedreven schrijven en redigeren.
Zolang ik Hans persoonlijk gekend heb was er sprake van dat hij een biografie zou maken van de Nederlandse anarchist Piet Kooijman, Alarmist, man achter de gedachte “Neem en eet” en achter het idee van de de-klasse, het gebrek aan belang van het begrip klasse in de huidige tijd (van toen en misschien ook van nu). Met dit laatste heeft Kooijman zeker invloed gehad op Provo, een invloed die ook direct kon voortkomen uit zijn redacteurschap bij De Vrije, de voortzetting van Domela's Vrije Socialist zoals die in de jaren zestig verscheen. Een redacteurschap dat Kooijman met onder anderen Roel van Duijn en Hans Ramaer deelde. In plaats van die biografie is er het Piet Kooijman-nummer van De ASgekomen, nr. 189, tevens het laatste nummer onder eindredactie van Hans Ramaer en daarmee ook zijn laatste bijdrage aan de geschiedenis van het Nederlands anarchisme (2014).
Een geschiedenis die hij zelf belichaamde als redacteur van De Vrije, ook nog even toen dit blad in 1972 weer De Vrije Socialist ging heten. Hoewel hij het nooit expliciet heeft geschreven, of zelfs gezegd, moet onvrede over de koerswijziging die de oude nieuwe naam inhield een rol gespeeld hebben bij zijn plan een Nederlandse pendant van het Britse Anarchy te gaan maken. Diepergravende themanummers vanuit anarchistische visie – dit is De AS geworden en dat is het blad, ruim 42 jaar later, nog steeds. Het liber amicorum dat in de planning zat als een van de volgende nummers zal nu dan een herdenkingsnummer zijn. U verneemt het als het er is.

17 juli, 2017

Portfolio: Notitie zonder spijt over Portugal

Een van de conclusies die J. Rentes de Carvalho (RdC) trekt in zijn onlangs opnieuw uitgegeven (als Kritische Klassieke, toemaar) Portugal – de bloem en de sikkel kon ik bij een terugblik op het Portugese revolutionaire proces van 1974-76 onderschrijven. 
De nationalisatie van de grote conglomeraten die het oude regime hadden geschraagd betekende modernisering op staatskosten – en, hetgeen in zijn boek niet aan de orde is, overeenkomstig de regels van Brussel en Washington zijn al die genationaliseerde bedrijven hetzij opgeheven hetzij voor een appel en een ei 'geprivatiseerd'. Als het anders was gelopen dan zou RdC geen gelijk hebben gekregen. En nee, ik ga hem nog steeds niet gelijk geven met terugwerkende kracht en een diepe schuldbelijdenis doen over veertig jaar geleden. In de eerste plaats niet omdat het gelijk van RdC dat nu uitgekraaid wordt, voorbijgaat aan het belangrijkste doel van de Portugese omwenteling van 25 april 1974: een einde maken aan absurde koloniale oorlogen. Dat is gebeurd. Angola en Oost-Timor zijn niet 'netjes afgeleverd' maar vanuit Nederland kan men dat moeilijk als Nederlander kritiseren, met Nieuw-Guinea, Suriname en thans voorheende Nederlandse Antillen in gedachten.
En '25 april' heeft niet socialisme in een enkel Westeuropees land opgeleverd maar dan toch in ieder geval een parlementair-democratisch gelijkgeschakeld regime met partijen die als eieren op elkaar lijken en waarin corruptie en nepotisme hoogtij vieren. De andere dictaturen die in die jaren 'omvielen', Griekenland en Spanje, vallen in dezelfde categorie. En noch na 1917 noch na 1974 had socialisme in één land kans, en de Grote Kladderadatsj bleef uit. In de jaren zeventig meer nog dan destijds na 1917. Het is flauwekul om dit per se op het conto van Portugese onderontwikkeling te schrijven. Brussel (toen nog in de eerste plaats zetel van de NAVO) en Washington waren ten volle bereid de linkse koers van het nieuwe bewind tegen te werken en de buitenlandspecialist van de PvdA fungeerde van harte als koerier van de CIA ter bevordering van de contrarevolutie.  En inderdaad, Moskou had er ook geen trek in en Peking nog minder. Tegenwerking in de vorm van brandstichtingen en bomaanslagen moest ook toen de juiste markteconomische koers aangeven. En een contrarevolutionaire staatsgreep op 25 november 1975 zorgde er voor dat het af ging lopen met het bezetten van bedrijven en deze zelf in handen nemen, of het nu om de krant República ging of verwaarloosde landerijen in Alentejo. Niet eens in één klap, maar geleidelijk. Normalisering heet dat dan.
Spijtig, ik kijk niet met spijt of schaamte terug op mijn betrokkenheid bij georganiseerde solidariteit met de radicale beweging van de arbeiders in Portugal destijds (die soms maar meestal niet steun kreeg van de arbeidersbeweging – over het verschil ga ik het nu niet hebben). Ik zie geen reden Grote Broer met terugwerkende kracht gelijk te geven en lief te hebben. Spijtig voor Rentes de Carvalho en al degenen die hem de lof toezwaaien die hij destijds niet heeft gekregen.
Zeg ik even als trots lid van de Portugal Informatiegroep Amsterdam en toenmalig deviezensmokkelaar zonder steun van CIA of PvdA.

16 juli, 2017

Censuur? Anti-semitische complottheorie aanbevolen en ontkend!

- door Joke Kaviaar -

Afgelopen week kwam mij onder ogen dat website De Lange Mars, waarvoor ik een interview heb gegeven naar aanleiding van het uitkomen van mijn bundel VUILE WAPENS SCHONE HANDEN, niet een gewone linkse alternatieve website blijkt te zijn. De website laat namelijk ook de anti-semitische complotdenker Robin de Ruiter aan het woord.

Maar dat is nog niet alles. Rob Vellekoop, beheerder van de website, is zonder overleg mijn bundel op zijn website gaan verkopen na er 'voor vrienden' aan aantal te hebben afgenomen. Daar zou ik geen problemen mee hebben, ware het niet dat in de zijlijn het boek 'De 13 Satanische bloedlijnen' van diezelfde Robin de Ruiter wordt verkocht.
Om deze redenen stuurde ik een mail naar Rob Vellekoop waarin ik hem verzocht het interview, de boekverkoop en andere artikelen van en over mij te verwijderen en publiceerde deze mail op facebook met als doel duidelijkheid te verschaffen over mijn stellingname hierin en om andere activisten te waarschuwen. Ik wil pertinent niet op dezelfde website gevonden worden als deze Robin de Ruiter. Als je ruimte biedt aan dit soort figuren is dat net zo kwalijk als wanneer je ruimte biedt aan lieden als Constant Kusters van de NVU, Edwin Wagensveld van Pegida, of Wilders (PVV) of Baudet (FvD). Zo normaliseer en legitimeer je hun gedachtengoed en daarvan wil ik dus geen deelgenoot zijn. Het is allemaal niet zo ingewikkeld: je gaat toch ook niet samen demonstreren met fascisten?

Mijn verzoek om verwijdering werd botweg geweigerd. Het is “geen anti-semitisme” en dat verzoek is “censuur”, luidde kort samengevat het antwoord. Na even aandringen werd alsnog het interview verwijderd, maar bleven recensie en boekverkoop staan want dat ook nog weghalen, dat is toch echt censuur. Ik reageerde nogmaals en even dacht ik een soort van dialoog per e-mail op gang te hebben gebracht en dat de man met wie ik alweer maanden geleden in een Utrechtse kroeg een interview zat te doen onder het genot van een glas verse muntthee, vatbaar zou zijn voor mijn bezwaren. Intussen namen Doorbraak en Krapuul mijn gepubliceerde brief aan Rob Vellekoop over. Deze reageerde nog eenmaal, nu om mij te zeggen dat ik star zou zijn en mijn ideeën in twijfel zou moeten trekken. Dat zegt dus degene die weigert op zijn minst om vraagtekens te zetten bij de anti-semitische complotonzin van Robin de Ruiter.

In een ultieme poging het gelijk te halen verscheen vandaag een artikel op De Lange Mars, met een foto van een man met duct-tape op zijn mond, getiteld: “Kaviaar beschuldigt De Lange Mars van anti-semitisme”. Die kop is zo ongeveer het enige juiste aan het artikel. Prettig. Zo kan er in elk geval geen misverstand over bestaan. Het pathos van de foto zou daarbij lachwekkend zijn als het niet over zulke serieuze zaken ging want hiermee is geenzins de kous af. Dat Vellekoop zelf mijn verwijt aan hem publiceert is natuurlijk mooi maar nog jaren na vandaag zullen mensen wanneer zij op deze website de recensie van mijn bundel lezen, of deze daar willen bestellen, direct ernaast reclame zien voor een anti-semitisch boek en dat is ronduit smeerlapperij. Zo word ik gebruikt voor de verkoop van dit soort vuil en daar pas ik voor.

Censuur heet dat dus, dat ik daarvoor pas. Het merkwaardige is dat Rob Vellekoop eigenlijk best wel weet wat echte censuur is, getuige het artikel “Justitie legt steeds vaker activisten het zwijgen op”. Censuur, dat is de staat die mensen oppakt en vervolgt. Dat is de staat die in december 2011 mijn website volledig offline haalde. Dat is de staat die me nog steeds dreigt twee maanden vast te zetten wegens 'opruiing' en me ook liet veroordelen wegens smaad omdat ik bouwbedrijf De Vries en Verburg ervan beschuldig een gezinsgevangenis te hebben gebouwd voor het deporteren van vluchtelingengezinnen.
Vellekoop noemt nog meer voorbeelden van censuur in het artikel. Allemaal zaken die volgens Vellekoop dus op een lijn te stellen zijn met mijn verzoek om niet in verband te worden gebracht met de anti-semiet Robin de Ruiter.

Ik citeer uit het klaagartikel waarin hij schrijft dat ik De Lange Mars zou willen censureren:
“De Lange Mars geeft een podium aan andersdenkenden, maar verschaft dit niet aan antisemieten. Het is een podium dat de kritische geest wil stimuleren in de richting van een vredelievende samenleving met gelijkwaardigheid.
Indien De Lange Mars het idee zou hebben dat Robin de Ruiters boek (13 Bloedlijnen) antisemitisch is dan zouden we het direct van onze site verwijderen.”

Ik zou hier uitvoerig in kunnen gaan op de (met 'ja' te beantwoorden) vraag of Robin de Ruiter een anti-semiet is, maar dat is naar mijn idee al zeer terzakekundig gedaan door Doorbraak, lees hier maar: “Christenfundamentalist gelooft in complot van Satan en joden”.
Daaruit verklap ik vast dit citaat: “De Ruiter suggereert verder dat Hitler bij de Rothschilds zou hebben behoord, waardoor de joden dus uiteindelijk zelf medeverantwoordelijk zouden zijn aan de Tweede Wereldoorlog en de shoah. Voor zijn boeken raadpleegt De Ruiter ook het beruchte antisemitische verzinsel 'De protocollen van de wijzen van Zion'”.
Vellekoop heeft dit artikel intussen gelezen en broedt op een tegenartikel om dit alles nogmaals te ontkennen.

Vellekoop vervolgt zijn klaagzang met:
“Wij schrijven over allerlei mensen, niet alleen over Joke Kaviaar. Dat is ons recht, op die manier uiten wij onze vrije mening. Ook Joke kan ons niet beletten te schrijven over de onderwerpen die wij kiezen, ook niet als zij vindt dat dit conspiracy theorieën zouden zijn. Wij accepteren van niemand enige vorm van CENSUUR. Daarom hebben we ervoor gekozen het artikel over haar activisme op De Lange Mars te handhaven.”
Right. Dit komt dus neer op digitaal misbruik van mijn persoon, mijn gedachtengoed en mijn werk. Als je vindt dat dit je recht is, dan vind je het dus je recht de mening van een ander te bedoezelen. En zeer letterlijk: mijn poezie te misbruiken. Je kunt de tekst van 'Fascisten! Pas op!' in de recensie lezen en als je dan even naar de rechterkolom kijkt 'De 13 satanische bloedlijnen' “aanbevolen” zien.

Hoeveel absurder kan het? Het is mijn recht, op mijn beurt, om me daarvan met klem te kunnen distantieren. Alleen kan ik dat hier wel roepen, maar zolang Vellekoop niet voldoet aan mijn verzoek om op te houden met mij te misbruiken voor zulke propaganda, blijft dit tot in lengte der dagen zo staan. Het internet vergeet niets. En wie is de volgende die in de val trapt, misschien wel juist omdat er ook iets van mij op staat? Dat is nu precies het probleem met dit soort websites die je door de bomen het bos niet meer laten zien en daartussen geniepig dit soort propaganda verstoppen.

Het zou beter zijn indien De Lange Mars helemaal ophoudt met anti-semitisme te promoten, aangezien dit net als fascisme en racisme geen mening is maar een misdaad. Dat dient uitgevaagd, verwijderd en vernietigd te worden. Dat dient zeker niet met het excuus van vrijheid van meningsuiting te worden “aanbevolen” naast een recensie van mijn werk (voor de duidelijkheid, dit is wat hij noemt: 'artikel over haar activisme') of dat van een andere nietsvermoedende anti-fascist of anti-racist.
Vrijheid van meningsuiting? Zeg dat tegen groepen mensen die als zondebok worden aangewezen. Vellekoop weet toch ook hoe het met zes miljoen joden is afgelopen? Vrijheid van meningsuiting? Dat is dezelfde rotsmoes als die van eerder genoemde Kusters, Wagensveld, Wilders en Baudet.

Conspiracy theorieën. Er zijn er zoveel van. Ze zijn allemaal even grotesk en misleidend en die van Robin de Ruiter is ronduit schadelijk en gevaarlijk en het is bloedzonde dat mensen zich met fantasieën bezighouden in plaats van de werkelijke vernietiging door het kapitalisme onder ogen te zien. Niks geen joods complot, maar een stelsel van (neo-)koloniale fundamenteel racistische en nationalistische machtswellustelingen en geldwolven die er baat bij hebben om wereldwijd de bevolking te controleren en uit te buiten. Lieden die geld verdienen aan wapenhandel en grenscontrole, aan gevangenissen en milieuvernietiging en zo kan ik nog doorgaan. De broodnodige strijd hiertegen verdient al onze aandacht. Internationale solidariteit met oorspronkelijke bewoners van bezette grond en met vluchtelingen en migranten. Wie een website beheert die 'De Lange Mars' heet, zou zich moeten realiseren dat die mars vooral zo lang wordt doordat we voortdurend worden afgeleid van datgene waar we eigenlijk mee bezig willen zijn.

Rob Vellekoop, stop met die vuile propaganda en sluit je daadwerkelijk aan bij de (anti-fascistische) strijd in plaats van alleen maar valse lip-service te verlenen.

Ps. voor de liefhebbers van mijn werk: je kunt de bundel ook via bol.com bestellen rechtstreeks bij uitgeverij Troje. Dan ben je inclusief verzendkosten ook nog anderhalf euro goedkoper uit dan bij Rob Vellekoops De Lange Mars. Maar belangrijker nog: zo verleen je geen goedkeuring aan het eveneens verkopen van de anti-semitische uitwerpselen van Robin de Ruiter.

15 juli, 2017

Kleine verloren minnares uit 1922

Herb Alpert's Tijuana Brass. Zomaar. Misschien vanwege de zomer.


Casino Royale


Acapulco 1922 van veertig jaar later, mijn kennismaking met de band - wat was er eigenlijk aan de hand in 1922, Acapulco? Niets wat met het nummer te maken heeft, is het antwoord. Dit is het antwoord:


Little lost lover, Dore Alpert


South of the border Mijn moeder zei dat dit nummer haar in haar hoofd zat "toen de oorlog begon". Waarmee de Duitse aanval op Nederland bedoeld werd. Apetrots kwam ik als veertiger bij haar langs met een heus artikel over dat nummer in druk, van mijn hand. Het interesseerde haar niets. En zo kreeg het zijn eigen extra geschiedenis voor mij.

14 juli, 2017

Een wetenschap voor spiritische verschijnselen

Wetenschap van gene zijde is een titel die misschien kopers moet lokken, maar "gene zijde" komt niet aan bod. Parapsychologie is een ernstige wetenschap. Of niet, het is tenslotte een gemakkelijk doelwit bij de grote zuivering van de universiteiten. Zowel de buitengewone leerstoel als het ordinariaat zijn inmiddels verdwenen, en er is heel wat om te doen geweest die posten aan de universiteit (Utrecht, ook een tijdlang Leiden) te krijgen. Hoort het bij de psychologie? En waar houdt psychologie zich dan eigenlijk mee bezig? Naarmate zoiets (?) als "de ziel" uit beeld gewerkt werd en psychologie een kwestie van meten met betrekking tot gedrag werd verwijderde de parapsychologie zich verder van het vak waarmee het geacht werd verwant te zijn.

De naam die bij uitstek verbonden is geweest aan parapsychologie als academisch vak is Wilhelm Tenhaeff. De buitengewone leerstoel is steeds gedragen door de Society for Psychical Research, waarvan de Nederlandse afdeling onder anderen door Felix Ortt is opgericht (de reden waarom ik het boek gelezen heb). Helaas komt zijn rol niet aan de orde in het boek, hij wordt slechts terloops genoemd. Het is natuurlijk waar dat hij zich niet ophield met séances of dergelijke experimenten - hij schreef alleen over die van anderen en over de mogelijke interpretatie(s). Waarbij de kritische zin nog wel eens achter het donkere gordijn wilde wegschuilen.
Ook in de parapsychologie is een soort richtingenstrijd te constateren, tussen de kwalitatieve respectievelijk de kwantitatieve benadering. Dat het vak gemakkelijk onder vuur genomen kan of kon worden zou nog geen reden moeten zijn het te bestrijden of op te heffen. Dezer dagen heeft het een schuilplaatsje aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. "Geschiedenis van de Nederlandse parapsychologie", de ondertitel van de handelseditie van deze dissertatie, dient gezien te worden als: "geschiedenis van de parapsychologie aan de universiteit in Nederland". Dan nog mis ik nadere toelichting op de activiteit van K.H.E. de Jong in Leiden, die in het vak gedoceerd heeft, ondanks dat hij - zoals terloops opgemerkt - "fout" was geweest. Toch niet geheel onbelangrijk, lijkt mij. Parapsychologie werd zeker in de jaren vijftig gezien als mogelijk inzetbaar geestelijk wapen tegen het Materialistisch Communistisch Gevaar (in de Sowjet-Unie werd het vak evenwel serieus genomen). Maar Tenhaeff wordt ook uitgemaakt voor communist.

Waar ik een fel rode viltstift zou hebben gehanteerd is bij het consequent gebruik van het woord "spiritistisch" waar het vaak "spiritisch" moet zijn Ja, dat krijgt een rood kringeltje, maar dat mag geen reden zijn de woorden door elkaar te halen, bijvoorbeeld bij het noemen van de titel Spiritische bladen. Spiritisch zijn de waargenomen verschijnselen, de spiritist roept ze eventueel op of "gelooft". Dat is sensu stricto iets geheel anders.

En verder ben ik nogal verbaasd over het regelmatig terugkomen op de maçonnieke achtergrond van Tenhaeff, die hij regelmatig gebruikt om erkenning te krijgen, vooral in "Den Haag". Ja, het draagt bij aan het beeld van esoterie. Ik ga niet in de bronnen duiken die blijkbaar deze rol onthullen, maar nadere toelichting zou wel gewenst zijn, liefst met citaten. Nu vind ik er een air van insinueren om hangen.

- Ingrid Kloosterman, Wetenschap van gene zijde - geschiedenis van de Nederlandse parapsychologie. Amsterdam: Boom, 2017. 326p., €24,90.

13 juli, 2017

Meer over wel heel weinig - De AS anno 2017 haalt de Volkskrant

Heeft De Volkskrant weer zoiets als een bladenrubriek? De dodebomenvariant van die courant is de deur uitgegaan toen men er fijnzinnig ging berichtgeven over demonstranten bij die demonstratieve "topconferenties" als afgelopen weekeinde weer in Hamburg. En dan bespreekt men plotseling De AS, en het lijkt wel of die mijnheer Onkenhout dit heeft gelezen, of dit via twitter (waar ik het een beetje publiciteit heb gegeven). Je weet het niet.

Maar het in dit stuk beschreven karakter van De AS komt meer overeen met waar mijn vertrek-maatje (ik hoop niet dat zij over deze kwalificatie valt) Anita de Waal meermalen op gewezen heeft: nu eens een tijd geen witte dode man met een baard graag. Een paar jaar. En toen kwam Octave Mirbeau.
Ik kon zelf op heel kleine schaal, teruggebracht tot twee pagina's, de polsslag van de tijd laten klinken in Ongedoofd vuur. Een interne notitie over het volkomen wegvallen van enig besef van dringende actualiteit op AS-redactievergaderingen kwam de meestschrijvende nog levende redacteur op een onbedaarlijke en ongetwijfeld alcoholisch geïnspireerde aanval van de met glans minstschrijvende redactrice te staan. En "de redactie" keek de andere kant op, en u weet: wie zwijgt is medeplichtig. En de verkondigde leugen heeft tenslotte dit stukje in de Volkskrant gehaald.
Bezwaren tegen geschiedenis van de arbeidersbeweging, meer speciaal de anarchistische richting, zult u van mij niet vernemen. En overigens was ik geen "medewerker" maar redacteur sinds 1998 die op deze wijze weggebonjourd is. Bij de CPN deden ze het niet anders in hun goede tijd.

12 juli, 2017

Kapitalisme als gezwelziekte

Lichamelijke of biologische vergelijkingen met betrekking tot maatschappelijke fenomenen dienen met argwaan bekeken te worden. Het afgebeelde boek heet een moderne klassieker te zijn, oorspronkelijk uit 1999, en het wordt door Wolfgang Streeck, die ik toch serieus mag nemen, meermalen genoemd.
In de eerste plaats in verband met de nieuwe kapitalistische fase, in de plaats van het klassieke marxiaanse G->W->G' treedt het G->G'. Iets wat moeilijk te bevatten is, maar karakteristiek is voor de financialiseringsfase van het kapitaal van dezer dagen. Wat dit inhoudt drong pas tamelijk overweldigend tot mij door toen ik las van de plannen van Unilever de worsten en de margarine de deur uit te doen en zich terwille van de aandeelhouders te concentreren op het inkopen van aandelen - in zichzelf. In zichzelf? Duizelingwekkend "verdienmodel". Inderdaad, de "W"-fase wordt maar helemaal overgeslagen.

McMurtry's boek is in de eerste druk online te lezen, ik signaleer het, ik heb het uiteraard zelf (nog) niet gelezen.

11 juli, 2017

Huisvredebreuk? Wiens vrede?

- door Joke Kaviaar -

Huisvredebreuk? Weet u wat dat is? Dat is als 's morgens om 6 uur de politie je woning binnendringt en zegt: “Je hebt vijf minuten om je spullen te pakken”. Huisvredebreuk, dat is als je op stel en sprong je bed uit moet en wordt opgepakt en afgevoerd naar de gezinsgevangenis op Kamp Zeist, zoals vele gezinnen met kinderen overkomt in de zeven gezinslocaties in dit land. En het is nog erger dan dat. Het is nog veel meer dan alleen maar huisvredebreuk. Het is de diefstal van het belangrijkste dat een mens kan bezitten: vrijheid. En nog meer: een toekomst. Een bestaan. Veiligheid. Het leven zelf.

Huisvredebreuk? Interesseert me niet. De zogenaamde huisvrede van congrescentum de RAI in Amsterdam bestaat slechts bij de gratie van het trekken van profijt uit het uitzuigen van een groot deel van de wereld en haar bevolking. Er is geen profiteur van oorlog, klimaatvernietiging en vluchtelingenellende die niet welkom is in de RAI. Of het nu een wapenbeurs is of een bouwbeurs: de keurige bevoorrechte zakenlui met hun verkooppraatjes kunnen er hun gang gaan.
Maar nu waren wij er. Om een tipje van de sluier te lichten in het hol van deze leeuw. Om een kleine speler op de markt van op winst beluste detentieprofiteurs te kijk te zetten.

Niets was er te zien van die gezinnen en kinderen met hun angst en hun wanhoop bij de stand van bouwbedrijf De Vries en Verburg die dag in de RAI. Niets was er te zien van de waarheid. Zelfs de leugen dat de gezinsgevangenis op Kamp Zeist er zou zijn om de kinderen te beschermen, dat die kindvriendelijk zou zijn en humaan, zelfs die leugen probeerde bouwbedrijf De Vries en Verburg die dag niet eens te verkopen. Van meet af aan heeft bouwbedrijf De Vries en Verburg vooral geprobeerd hun betrokkenheid bij de bouw te verhullen. Zij verschuilen zich liever achter de verkooppraatjes van het ministerie van onveiligheid en klassejustitie. De gezinsgevangenis is in hun taal een 'Gesloten Gezins Voorziening', of zelfs 'opvang'.

Maar ik heb daar op de muur gezeten en gesproken met mensen die bang waren om gedeporteerd te worden. Ik zeg: gedeporteerd. Want dat is het doel van deze gezinsgevangenis op Kamp Zeist.
Het kan Bas Stuij, hoofdverantwoordelijk projectontwikkelaar van De Vries en Verburg, niks schelen met welk doel hij hekken, stroomdraad en camera's om een stel huisjes op het terrein van een detentiecentrum neerzet. Als de klant, de overheid dus, maar tevreden is. Wat hem wel kan schelen is wat andere mensen daarvan denken. Niet voor niets publiceerden zij daarover niks op hun website en reageerden ze niet op vragen die hen gesteld werden. Nu moest Bas Stuij wel reageren, toen hij oog in oog stond met de harde waarheid, omdat wij deze lieten zien aan hem, en aan een ieder die langsliep. Pijnlijk voor hem. Maar lang niet zo pijnlijk als de dagelijkse praktijk die dagelijks leven is voor die gezinnen met kinderen die dankzij hem kunnen worden opgesloten en gedeporteerd.

Huisvredebreuk? Laten we het eens hebben over de vrede die al die mensen en hun kinderen hun leven lang nog nooit gekend hebben. Niet in een huis. Niet in hun woonplaats. Niet in het land waarvandaan zij kwamen. Niet tijdens hun vlucht hierheen en niet hier. Vraag hen wat huisvrede is en ze zullen zeggen dat ze nog nooit enige vrede, enige rust gekend hebben.

Het is te simpel om te zeggen dat daarvoor alleen overheden verantwoordelijk zijn. Sterker nog, het is de nationale en internationale lobby van bedrijven, van multinationals die er alles aan doen om met prestigieuze projecten geld te verdienen over de ruggen van mensen die niets in te brengen hebben. Geld verdienen aan grenscontrole, aan beveiligingssystemen, aan wapenhandel, aan de bouw van muren en hekken aan de grenzen, aan de bouw van gevangenissen. Zij bieden hun diensten aan, ontwikkelen hun 'producten' en dingen om opdrachten. Zonder deze parasieten zouden de overheden geen enkel beleid kunnen uitvoeren.

Waar zou Fort Europa zijn zonder hen? En die lobby, die voortdurende promotie en reclamehandel, die laat zich ook wel eens zien aan het publiek dat zich dan mag vergapen aan de ten toon gestelde fris en schoon ogende uitstallingen waar nog geen spatje bloed aan zit. En ja, daar lijkt vrede te heersen. De vrede van mensen die op grote afstand van hun eigen bed oorlog voeren. En de bouw van een gevangenis voor vluchtelingen: dat is oorlog tegen die vluchtelingen. En wie oorlog voert, hoeft wat mij betreft niet op vrede te rekenen.

Wie oorlog voert en mensen kapotmaakt, kan de boemerang van dat op afstand bestuurde geweld terugkrijgen. Laat er geen misverstand over bestaan dat de grootste oorlogsmisdadigers diegenen zijn die vanuit hun kantoren en vergaderzalen beslissingen nemen, bouwtekeningen maken en orders uitsturen. Lopen wij daar binnen, of voorzien wij hun verkooppraatjes van illustratiemateriaal in de RAI, dan breken wij geen huisvrede, dan verstoren wij iets van die oorlog. De stille oorlog. De stiekeme oorlog. En die oorlog maakt dagelijks slachtoffers.

* Afgelopen jaar werden, zo bleek uit beantwoording van kamervragen, in totaal tachtig kinderen opgesloten in de gezinsgevangenis. Tachtig kinderen die als door een dief in de nacht werden weggerukt en afgevoerd in razzia's. Tachtig onzichtbare kinderen. Het liefst had ik die dag in de RAI die tachtig kinderen laten zien, maar zij zijn niet meer hier. Inmiddels, ruim acht maanden na de eerste zitting in deze zaak waarin ik de rechter heb gewraakt omdat zij me niet liet uitspreken, nemen berichten over razzia's en deportaties naar vooral het onveilige – maar volgens de EU wel veilige - Afghanistan in rap tempo toe.

* In Burgum verzetten afgelopen week solidaire vluchtelingen zich tegen het afvoeren van een Afghaans gezin, opnieuw naar de gezinsgevangenis op Kamp Zeist. Maar voor ons Neederlanders wordt een negatief reisadvies voor Afghanistan gegeven. Afghanistan kleurt rood op de kaart, zoals het rood kleurt van bloed op de straten. Niet heengaan, luidt het. Maar het is wel goed genoeg voor gezinnen met kinderen om hen naartoe te deporteren!

Het liefst verzamelde ik alle tranen, die van angst, wanhoop, woede en onmacht, en stortte deze uit over het glanzende promotiemateriaal van het bedrijf dat hun ellende mee helpt veroorzaken. Het liefst had ik die oorlog geïllustreerd door de stand van De Vries en Verburg in een klap weg te vagen. Het liefst liet ik u hier de oorlog zien, het geweld tegen vluchtelingen.

Deze zaak gaat niet over huisvredebreuk. Het gaat over het aanwijzen van verantwoordelijken. Het gaat over het ontmaskeren van de façade van stropdassen, lachende gezichten en elkaar de hand schuddende misdadigers. Het gaat over het blootleggen van die oorlog. Het gaat over het opeisen van de vrijheid van elk individu, waarvandaan die ook komt en waarheen die ook wil, om te leven waar het mogelijk is. Als die vrijheid van vluchtelingen wordt afgenomen, dan zegt dat iets over de vrijheid van hen die daarvoor tekenen. Dat zegt dat die vrijheid niets waard is. Dat is de vrijheid van overheersing en onderdrukking. Dat is de vrijheid van intimidatie, dreiging, opsluiting en moord. Dat is vrijheid die ten koste gaat van de vrijheid van anderen. Dat is kapitalisme, kolonialisme, imperialisme.

Huisvredebreuk? Waar is de vrede? Ik zie geen vrede. Ik zie alleen maar onderdrukking. Wie daar vrede mee heeft, gaat in de RAI de schone schijn ophouden. Wie daar vrede mee heeft, zegt dat hij maar een radertje is in de machine en nergens voor verantwoordelijk is. Maar zonder radertjes geen machine en geen machine zonder radertjes.
Huisvredebreuk? Menig vluchteling zou willen dat een dak boven het hoofd vanzelfsprekend was. Menig kind zou in een bed willen slapen en niet op straat. Vrede? Wat is dat?

Als een bedrijf zoals De Vries en Verburg rustig met een standje op een bouwbeurs wil staan, zien ze beter af van dit soort praktijken, van het bouwen van een gevangenis voor vluchtelingen en hun kinderen. Ik lig er niet wakker van om beschuldigd te worden van zoiets triviaals als huisvredebreuk of iets anders. Laten zij daarentegen vooral maar wakker liggen van datgene waarvoor zij zichzelf verantwoordelijk hebben gemaakt. Huilende kinderen. Ouders die zelfmoord proberen te plegen of in hongerstaking gaan. Gewelddadige deportaties. Een leven in angst, zonder toekomst. En als ze daar niet van wakker liggen, laat ze dan maar wakker liggen van mensen als ik die hen hun smerige praktijken onder de neus wrijven.

Zonder vrede en vrijheid geen leven. Zonder vrede en vrijheid geen ongestoorde handel in de dood.

Laatste woord voor d emeervoudige kamer van de rechtbank in Amsterdam, 11 juli 2017