21 januari, 2007

Tolstojs evangelie


Het diatessaron, een keuze uit de vier canonieke evangeliën met de bedoeling er één samenhangend verhaal van te maken, is zo oud als het christendom zelf. De zogenaamde kinderbijbel is het voor de meeste mensen nog bekendste voorbeeld, waarschijnlijk is het thans de meestvoorkomende vorm van een dergelijke dwarsdoorsnede. Tolstoj heeft een eigen diatessaron gemaakt voor volwassenen, waarmee hij beoogde de ware kern van het christendom weer te geven, of, zoals ook wel uitgedrukt is, Christus zonder het christendom aan het woord te laten. Het was een taak die Tolstoj zich de laatste tientallen jaren van zijn leven gesteld heeft, op een manier die hem op excommunicatie uit de orthodoxe kerk is komen te staan enerzijds en die hem een schare navolgers of volgelingen heeft opgeleverd anderzijds. Zo staat hij bekend als degene die de stroming die zich uitdrukkelijk christen-anarchistisch noemt is begonnen. Zijn diatessaron, Mijn kleine evangelie, heeft - zeker in Nederland - daarbij overigens geen rol van belang gespeeld. Sterker nog, de volledige tekst is nu pas in het Nederlands vertaald: uitgeverij Vrede had er een samenvatting van uitgegeven, zo'n honderd jaar geleden. Het is een paradox: deze basistekst van de grondlegger van het christen-anarchisme was nauwelijks bekend, en het is maar de vraag of grote bekendheid tot grote bemindheid zou hebben geleid. De man die Jezus tot de kampioen van de weerloosheid - excuseer ook deze paradox - gemaakt heeft zal zeker niet onbedoeld de kerk geprovoceerd hebben door wat de Nederlandse vertaling "schriftgeleerden" noemt consequent als "orthodoxen" aan te duiden.

Tolstoj geeft geen vertaling, maar een exegetische navertelling van wat hij de kern van de evangeliën vindt, waarbij hij een opvallende voorkeur toont voor Mattheüs. Het is Tolstojs eigen exegese: Jezus is een profetisch figuur die spreekt van Vader en Geest die voor iedereen bereikbaar zijn - zijn Jezus heeft onmiskenbare trekken van de Boeddha, in overeenstemming met schrijvers die Tolstoj zelf navolgt en met wat ik maar de tijdgeest zal noemen. Die tijdgeest is er nu ook: overeenkomsten tussen boeddhisme en christendom worden naarstig gezocht, ook of juist in christelijke kringen. Godsdienst in het algemeen en het christendom in het bijzonder heeft echter inmiddels zijn vanzelfsprekende plaats verloren in de samenleving, en in het denken of voelen van de meeste mensen in de zogeheten ontwikkelde wereld (de barbaarse reborn Christians in de VS onderstrepen dit alleen maar, al denken zij het tegen te spreken). Dit maakt dat de tekst van Tolstoj zeker niet (meer) het effect zal hebben dat hij een eeuw geleden had. Jammer genoeg, want Tolstojs Jezus is inderdaad anarchist, een radicaal afwijzer van de wereldlijke overheid en het geweld dat zij vertegenwoordigt. Of zijn nogal sterk onderwijzende tekst een her- of doorlevend christen-anarchisme kan inspireren zal de naaste toekomst moeten uitwijzen. Er is in ieder geval dus nu een - zij het helaas nogal slordige - volledige Nederlandse vertaling.

- Lev Tolstoj, Mijn kleine evangelie - korte uiteenzetting van de boeken der vier evangelisten. Vertaald door Arthur Langeveld. Utrecht: Erven J. Bijleveld, 2002. Prijs: €18,50.

Geen opmerkingen: