21 januari, 2007

De tafeldans en het socialisme - spiritisme en anti-spiritisme ter linkerzijde

Het klinkt ongelooflijk, maar nog niet zo lang geleden werd de gedachte aan het voortbestaan na de dood als wetenschap gekoesterd - een wetenschap die ook nog eens de zaak van het socialisme diende. Geen geloof, al dan niet gesteund door wensdenken, maar een als weten gepresenteerde waarheid, ondersteund door dansende tafels, geschreven of doorgegeven boodschappen, diepe wijsheden geput uit "wat de geesten ons vertellen". Even wonderlijk eigenlijk als het opkomen van deze wetenschap is het stille verdwijnen - het wegzinken van het spiritisme naar enerzijds een variant van godsdienst en anderzijds een bezigheid voor gewone, al te gewone mensen die door de spraakmakende gemeente niet serieus genomen wordt. Nogal wat vooraanstaande Nederlandse anarchisten en socialisten (sociaal-democraten) achtten de wetenschappelijke waarde van het spiritisme boven elke twijfel verheven. De duiding van het fenomeen kan het best door de voor- en tegenstanders zelf gegeven worden.

Dat de voortbestaande overledenen tot de levenden kunnen spreken en dat dit gesprek in een laboratoriumachtige omgeving te organiseren is, is een teken van liberaal vooruitgangsgeloof - een geloof waaraan de diverse socialistische stromingen evenzeer "leden" (en lijden) als de liberalen. In de tijd van de revoluties in Europa, voorjaar 1848, en de verschijning van het Communistisch Manifest ("Er waart een spook door Europa") ontdekken de zusjes Fox in Hydesville, New York dat er systeem zit in de klopsignalen in hun huis. Het klopgeluid blijkt antwoord te kunnen geven, en zegt marskramer Charles B. Rosma te zijn, vermoord door de vorige bewoner van het huis, John Bell. Deze ontkent de beschuldiging van gene zijde, maar onder de kelder van het huis worden wel resten van een mens ontdekt. Was het Rosma? Bell emigreert maar, om er van af te zijn. De zusjes Fox daarentegen hebben hun beroep gevonden in het leven: medium. Waar zij komen begint het geklop en weten zij antwoorden te krijgen van de zich manifesterende intelligenties. Als een van hen later zegt dat het geklop door henzelf (ze zijn nogal knokig, zeggen de kronieken) werd uitgevoerd en dat ze de boel in de maling hebben genomen, is het te laat - de bekentenis wordt trouwens herroepen. De geestenwereld zoekt contact, en contact zal er zijn.
Dat de zusjes, eenmaal kermisattractie geworden voor willige intellectuelen, de wereld die bedrogen wil worden inderdaad bedrogen hebben, lijkt mij voor de hand te liggen. Het vergt wel erg veel behoefte tot bedrog om als kind in het ouderlijk huis al met het neppen begonnen te zijn, op je negende resp. twaalfde, toen die 31ste maart 1848 - maar misschien is dit naief vertrouwen in kinderen. Tenslotte is Arthur Conan Doyle gefopt met zijn uitgeknipte elfjes, of heeft hij ons willen doen geloven dat ze echt waren - en misschien dacht hij het wel echt, al is dit bijna niet te geloven. Maar de meisjes die hem, en met hem menige goedgelovige, ertussen namen hebben van hun ontmoeting met de kinderboekenelfjes geen levensvervulling gemaakt - en een van hen heeft in haar levensavond bekend wat iedereen meteen al kon opmaken uit de foto's.
Laat u niet misleiden door de sceptische toon die hierin doorklinkt. Ik sluit het bestaan van elven en spoken niet a priori uit. Ik heb zelf een keer te veel een deurknop op en neer zien gaan in een huis waarin ik zeker alleen was, om maar iets te noemen (ik verwijs verder naar mijn Demonologie van de demonologie, in: Arcade #5). Zeker, een bewegende deurknop is een bewegende deurknop en verder niets, maar om te zeggen dat het een prettige gewaarwording is - nou nee, dus wie er een spook achter wil zien als hij of zij ook zoiets leuks meemaakt zal ik niet als bijgelovige uitlachen. Maar een agnostische houding tegenover of geloof in, ervaring desnoods met spoken, elven en andere - tja, elementalen? - is iets geheel anders dan het geloof dat je met zijn allen bij elkaar gaat zitten en een medium uitnodigt een strijkijzer te laten vliegen of opa uit het hiernamaals te laten spreken. Toch is dit laatste precies wat er aan de hand was en is met het spiritisme, al dan niet in wetenschappelijke kledij - en dus ook wat er mis mee was en is. Er is nogal wat verschil tussen een ongevraagde en ongewenste confrontatie met wat-niet-kan en een avondje achter het ouijabord, of met omgekeerde glaasjes op tafel. Of met een medium dat ectoplasma laat verschijnen, of fluïdum en wat er verder ter dansende tafel kan komen. Om nog even op die deurknop terug te komen: een gebeurtenis die zich aan causale verklaring onttrekt of die ons verstand te boven gaat, zegt vooral iets over menselijk verstand en waarnemingsvermogen, en helemaal niets over een individueel voortbestaan na de dood. Misschien zal die verklaring ooit komen, maar niet via séances. Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd na mijn bekentenis: hier bevind ik mij in het gezelschap van Gerhard Rijnders.
Spiritisten voerden als illustratie van het wetenschappelijk gehalte van het geloof een rij namen op van hooggeleerde mannen (vrouwen waren media of gelovigen, niet wetenschapspersonen) die erin geloofden of zich met experimenten bezighielden. Nogal wat natuurkundigen, biologen en andere beta's moesten door hun status het spiritisme status verlenen. Merkwaardig onanarchistisch voert bijvoorbeeld Felix Ortt het gezag aan van deze onderzoekers-tevens-gelovigen. Constandse zegt hier terecht op dat niemand iets ziet in het katholicisme omdat Pasteur katholiek was, of gereformeerd werd omdat Van der Waals dat was - maar deze wetenschapslieden hadden geen wetenschappelijke of experimentele pretenties met hun geloof. Dat gerenommeerde natuurkundig-onderzoekers zich graag lieten foppen in het schemerduister zegt iets over hun geloof of goedgelovigheid, niet iets over de waarde van het spiritisme. De meeste media zijn als bedrieg(st)ers door de mand gevallen in de loop der tijd. Experimentele (natuur)wetenschap symboliseerde de Vooruitgang een eeuw geleden, en het bewijs van het voortbestaan na de dood was dus ook een stap vooruit voor de mensheid (en het zij ten overvloede gezegd: als het kon zou het voor velen een troost zijn, maar of zo'n bewijs de mensheid vooruit zou helpen is maar helemaal de vraag - u merkt ook in deze tegenwerping een zeker geloof in vooruitgang op, nietwaar?). De grootste stap vooruit voor de mensheid was (en is...) de overgang naar het socialisme. Dus heel wat vertegenwoordigers van een vroege generatie socialisten in Nederland, parlementair of anarchistisch, hoorden geheel te goeder trouw in hun geloof de geesten de komende broeder- en zusterschap van de mensheid verkondigen (al dan niet als een algemeen-christelijke eenwording). Zo dichtbij nog en eigenlijk zo onbegrijpelijk - maar dit komt doordat het spiritisme als bewezen wetenschap aangaande het voortbestaan na de dood vervluchtigd is als een mistflard die men voor een spook had kunnen aanzien...

Omdat met terugwerkende kracht socialisme en anarchisme tot atheïstisch verklaard zijn laten we eerst het woord aan een bijna professioneel godloochenaar en "dus" materialist en "dus" bestrijder van het spiritisme, Anton Constandse. Gelovige in de vooruitgang was hij zeker wel, maar daarbij kon hij het spiritisme missen. De primitief, de wilde, die zo heel dicht bij het dier staat, gelooft in het onzienlijke en haalt daar zijn "oorzaken" vandaan. Welnu, de primitief in de beschaafde mens wil maar niet dood, die mens wil helemaal niet dood en bedenkt een individueel voortbestaan. Een (klein)burgerlijk-individualistisch idee, speciaal voor liberale (klein)burgers die de toestand hier en nu willen handhaven zoals hij is. De socialisten van allerlei snit die iets zagen in het spiritisme vielen buiten beeld of noemt hij tactischerwijze niet - of hij schaart hen onder de vijanden van de vooruitgang. De balk in het eigen oog ten aanzien van de zogenaamde wilde zag hij niet - overigens, de spiritistische socialisten zagen de mensheid niet anders: zij hadden de wetenschap achter zich, geen geloof.
Het sterkste argument - naast het bedrog waartoe de spiritist uitnodigt - dat Constandse aanvoert is van filosofische aard. Het spiritisme gold als een weerlegging van het materialisme, en waarmee moest het materialisme weerlegd worden? Dansende tafels, geestenfotografie, ectoplasmata en allerlei andere zeer tastbare of waarneembare zaken: de antimaterialisten ontpopten zich tot materialisten van de platste soort. Geloof in geesten is volstrekt onhoudbaar, en waar geen bedrog in het spel is "hebben wij te doen met gewone verschijnselen als hypnose, suggestie en telepathie". Zeg mij wat u gewoon vindt... Constandse staat als bestrijder heel dicht bij de bestredenen; heel sterk blijkt dit als hij de "verlichting" van het idool der theosofen, Krishnamurti, aan onanie wijt - de Rein Levenbeweging was ook nog maar net ontbonden.
Rijnders laat zich voorzichtiger uit, maar hij ziet gevaar in het spiritisme. Spiritisme eist geloof, zoals je vroeger in spoken, heksen, duivels en engelen moest geloven. Hiermee ziet hij, wellicht doordat hij het zich wetenschappelijk wanend spiritisme als tijdgenoot beziet, over het hoofd dat een slikken-of-stikken-geloof een nieuw verschijnsel was, ook alweer een gevolg van de vooruitgangsgedachte. Het is mij niet bekend dat men op de brandstapel kon belanden als men niet in spoken of duivels geloofde - en de vervolging van heksen komt juist op in de tijd van de Verlichting, als er wetenschappelijke middelen zijn om hekserij aan te tonen. Er waren handboeken aan de hand waarvan men heksen kon ontmaskeren, zoals er later séances waren en tafeldansen. Spiritisme en heksenvervolging, het kan misschien niet vaak genoeg gezegd worden, zijn geen terugval of opstand tegen de Rede, maar volle producten hiervan. Rijnders ziet vier gevaren, verbonden aan het spiritisme: pathologische, psychologische, wetenschappelijke en sociale. Hij weidt echter vooral uit over het eerste, en vindt het een groot geluk dat de eerste proefnemingen met elektriciteit plaatsvond in de eeuw toen de goddelijke en andere dogmatiek alleen nog maar overwegend was voor vrouwen, de kinderen en de grote massa. Uit het laboratorium was God verwijderd; heksen en spoken waren buiten de deur gezet.

Er waren vele, ook of vooral prominente sociaal-democraten en (christen-)anarchisten die het spiritisme zeer toegenegen waren. Zij konden zich op Multatuli beroepen, maar wie deed dat ter linkerzijde niet? Bij Van Eeden lijkt, getuige Paul's ontwaken, de wens al heel sterk de vader van het geloof. Bähler vond het spiritisme als vanzelfsprekend bij hem als jongere, en dus radicale modern-hervormde dominee hoorde. Niet iedereen volgde hem hierin. Hij is er overigens opvallend terughoudend over in hoeverre hij betrokken was bij "zittingen", zoals Emants ze noemde. De bekendste (christen-)anarchistische spiritist is natuurlijk Felix Ortt, die de tafeldansen en andere materiële verschijnselen inpaste in zijn geloof en dus in zijn monistisch filosofisch stelsel. Het dient gezegd dat hij zich op een enkele uitzondering na verre hield van experimenten, en dat hij dus op gezag aannam en geloofde. Nog in een artikel in het Achtste Jaarboek Anarchisme in 2001 betreurde ik het dat Ortt zijn filosofie "vervuilde" met het spiritisme - inmiddels betwijfel ik of zonder het geloof in deze dwaallicht-wetenschap Ortt zijn stelsel ontwikkeld had. In zijn laatste jaren trad hij op als een soort voorganger bij de spiritistenvereniging "Harmonia", waarbij hij steeds verbanden legde met het christendom en indien toepasselijk met zijn politieke opvattingen - zijn geloof in het voortbestaan was tegen zijn levenseinde in toenemende mate een zekerheid geworden. Voorzover er nog anarchisten voorradig waren in Nederland in de jaren vijftig waren die zeker geen belijdend spiritist. Omstreeks deze tijd ligt ook het omslagpunt waarop het spiritisme gezonken cultuurgoed is geworden, dat voor de culturele, wetenschappelijke of politieke elite buiten de orde is - het is goed voor niet of weinig geschoolde "gewone mensen" - geïmpliceerd is haast dat het vanzelf spreekt dat zij er tussengenomen worden. Merkwaardigerwijze wordt - nu we het over geschoolde mensen hebben - het spiritisme nog wel serieus genomen in kringen van zogenaamde herboren of fundamentalistische christenen; die zien er het oproepen van de duivel in, een ongeveer even groot kwaad als het aanvaarden van de evolutietheorie. Het lijkt mij dat hiermee het zinken van dit cultuurgoed alleen maar verder onderstreept wordt.
Maar ging het speciaal de sociaal-democratische geïnteresseerden niet om de arbeiders, die tot het socialisme geroepen werden via het spiritisme of omgekeerd? De spiritistische interesse van Van Kol en Troelstra was niet bedoeld voor de massa - wonderlijk genoeg zal deze interesse wel voor de goede contacten tussen christen-anarchisten en Henri van Kols echtgenote Nellie hebben gezorgd, naast haar overgang tot het Leger des Heils. Van een latere generatie is C.H. Ketner, die evenals Ortt als een serieus onderzoeker van het spiritisme uit de tweede hand klinkt, met overigens wel meer kritische zin over allerhande media. Op of over de rand van het curieuze is de Rotterdamse spiritist L. Attema, die er van overtuigd is dat het spiritisme overtuigde strijders voor het socialisme zal werven. Met Rosma, met wie het allemaal begonnen is, waren we nog maar bij een eenvoudige marskramer, maar de geesten werden gaandeweg intelligenter en hadden steeds meer te melden. Christendom, wetenschappelijk vooruitgangsgeloof en spiritisme lopen hier zeer opmerkelijk door elkaar. Jezus voorspelde de komst van de geest der waarheid, met ander woorden het spiritisme. Wat was het uitstorten van de Heilige Geest na veertig dagen (de schrijver bedoelde natuurlijk vijftig) anders dan een goede séance? Dat wetenschap en socialisme met elkaar vereenzelvigd werden was niet uniek voor Attema. Aan een dergelijke vier-eenheid van wetenschap, christendom, socialisme en spiritisme heeft echter verder niemand zich gewaagd. Er is verder ook niets meer over te vernemen geweest. Toen het spiritisme de arbeiders eindelijk bereikte was het weer gewoon bijgeloof waarvoor je je neus kunt ophalen. Zou het daarom ook maar steeds niets worden met het socialisme?

Geen opmerkingen: