13 april, 2014

Tijd om te reizen?

Mobiliteit terwille van de mobiliteit - de overdrachtelijke betekenis van vooruitgang valt steeds meer samen met de oorspronkelijke, letterlijk op te vatten betekenis - dit is ongeveer de samenvatting van de hedendaagse industriële kapitalistische cultuur. Een Amsterdamse wethouder die zichzelf en zijn gehoor ongetwijfeld serieus neemt als hij zegt dat lijn 2 maar liefst twee (2) minuten vertraging oploopt als het fameuze weilandje van het Amsterdamse referendum niet wordt volgebouwd. En terwille van die twee minuten zou "men" massaal in de auto stappen in plaats van de tram te nemen, en dus zou het niet volbouwen pas echt een milieuramp zijn! (De wethouder is gewoon blijven zitten nadat de kiezers anders besloten hadden).

"Reizen" wordt steeds meer een geïndustrialiseerde tijdspassering, het staat bijvoorbeeld voor aansluiten in de file langs de Mayamonumenten in Yucatán. Als men de vakantie op één plaats doorbrengt wordt de mobiliteit liefst gesuggereerd door dit allermerkwaardigst gedenkteken van onze beschaving: de stacaravan. En dan te bedenken, dat wie echt reizend door het leven wil gaan, dit op alle mogelijke grove manieren onmogelijk gemaakt wordt: zigeuners, "woonwagenbewoners", de Ierse "tinkers". Hier wordt juist de atavistische angst van de sedentair tegen de nomade ingebracht, mobiliteit moet, maar een vast adres is vereist.

De "nieuwe nomaden" spelen deze maatschappij haar eigen melodie van mobiliteit voor door hun groot uitgevallen automobiel tot hun woning te maken, en dus dit vaste adres te verzaken. Hierbij stuiten ze op de grenzen van een maatschappij die zich als tolerant voordoet maar die bezeten is van de angst voor mensen die zomaar zouden gaan doen waar ze zin in hebben: trekken.
Hoe zit het met werk of uitkering? Hoe kunnen de kinderen naar school? Op welke problemen stuit je met gezondheidszorg? De problemen van de "nieuwe nomaden" blijken niet anders dan die van de oude, die al door gedwongen verblijf in een flatje of, jawel, in een stacaravan, kennis hebben gemaakt met de wrekende god van de terugtredende overheid. Het vernisje van democratie en beschaving brokkelt snel af van de machthebbers als het gaat om de strijd tegen mensen die niet zomaar slachtoffer zijn van woningnood. De verbeten jaarlijkse jacht op gratis-festivalgangers getuigt ervan.

Het "nieuwe" nomadisme is in hoge mate een Britse vinding, als men op het continent kennismaakt met nieuwe nomaden blijken die meestal ook Brits. Is Groot-Brittannië ook op dit punt een voorland? Hopelijk niet als het gaat om de totale intolerantie (maar meer dan hoop uitspreken kan men niet), misschien wel als het gaat om het voorbeeld van een aparte libertaire cultuur van mensen die in beweging blijven, ondanks alle problemen die hun daarbij in de weg worden gelegd. In A time to travel? geven nieuwe nomaden een mooi beeld van dit mogelijk andere bestaan tegen de verdrukking in, en ik heb er met stijgende bewondering kennis van genomen. De beste toetssteen voor tolerantie en beschaving is hoe een maatschappij tegenover haar zigeuners staat, dunkt mij - waarbij het niet aan de overheid is te bepalen wie een "echte" is en wie niet, want dergelijke beoordelingen getuigen juist niet van tolerantie. "A time to travel?" beveel ik van harte ter kennisneming aan aan wie het hiermee eens is of juist helemaal niet.

- Fiona Earle e.a., A time to travel? An introduction to Britain's newer travellers. Lyme Regis: Enabler Publications.

(1995)

Geen opmerkingen: