12 april, 2014

Seksisme - het gekraakte ideaal

De collectieve kwaal van mensen in de huidige hoogontwikkelde kapitalistische wereld is een steeds verder afnemend realiteitsbesef. De illusies van snelheid, mobiliteit, informatie, individualisering en wat er verder te bedenken valt staan in toenemende mate een beoordeling van hoe het er met de wereld voorstaat in de weg. Dat het niet best is kan men bij benadering vermoeden. Het belangrijkste wat te doen staat is zelf in te zien wat er echt aan de hand is en dit inzicht te verspreiden. Alleen inzicht kan tot verandering leiden.

Misschien vindt u dat hier een open deur wordt ingetrapt; zelf constateer ik dat er naar deze normen zeer weinig revolutionairen zijn in de hoogontwikkelde wereld. Het is een zware eis, denken aan doen te laten voorafgaan, maar een andere manier zie ik niet. Ik heb dan ook nooit iets revolutionairs, zelfs niets vernieuwends gezien in wat omstreeks 1980 als kraakbeweging werd aangeduid, en later kortweg 'de beweging' ging heten(*).
Lifestyle anarchism, om met Bookchin te spreken, méér is het niet. En intussen lijkt het er op dat ook dit nog te veel eer is.

In het blad Ravage, voortzetting van N.N, voorheen bekend als Bluf! en dáárvoor weer als Kraakkrant, is eind 1997 een brandende discussie geopend onder het motto: 'Oorlog tussen de seksen'. Men zou denken dat we dit ter linkerzijde wel gehad hebben. Men moet dus wel naief zijn om te denken dat 'de beweging' hier iets anders over bij te dragen heeft dan de totale zelfontluistering, een volledig en pijnlijk vertoon van gebrek aan respect voor de medemens en daarmee ook aan zelfrespect. Wie kan er in 1998 nog met verhalen wegkomen dat 'die meiden er om vragen', 'moet je kijken hoe ze er bijlopen'? En als dit woeste reacties van vrouwen uit 'de beweging' oproept, worden de protesterenden als extreem-fundamentalistische feministes betiteld. Men zou denken dat de kerels die de redactie van Ravage vormen zich lang hebben ingehouden maar nu menen met iets baanbrekend nieuws te komen dat ze toch zomaar durven schrijven. Wie zal hen tegen zichzelf in bescherming nemen?

Met een dergelijk démasqué bij de hand weet je wat je kunt verwachten bij een pas verschenen boek dat blijkens de ondertitel 'seksisme en omgangsvormen binnen radicaal links' behandelt. Het boek ademt enerzijds de geest van het volstrekte anti-intellectualisme van 'de beweging' - en het is daardoor voor een enigszins ontwikkeld buitenstaander m/v een bezoeking om te lezen - maar er worden zowaar dingen in gezegd die van realiteitsbesef getuigen. Maar laten we eerst even vaststellen waarom anarchisten zich iets van dit vlooien van een heel klein aapje (met dank aan Paul van 't Veer) zouden moeten aantrekken. 'De beweging' is namelijk gebaseerd op het anarchisme: "een politieke filosofie die gericht is op individuele vrijheid en op verwerping van elke vorm van dwang en overheersing, speciaal door de staat. Anarchisten gaan uit van de basisgedachte dat de mens in principe goed en sociaal is, gericht op het bereiken van welzijn door samenwerking met anderen. Privé-instituties moeten worden afgeschaft" (pag.7).

Mocht u nog vragen hebben, zeker over die laatste zin, dit is het, dit moet volstaan, méér komt er in het boek niet over voor. Over naar de beweging, ook wel scene geheten, waarin het eigenlijk heel goed toeven is, het is al een
voorafschaduwing van de ideale wereld en er wordt hard gewerkt aan een betere wereld (passim, te beginnen bij pag. 10 resp. 8- een hele mooie op pag. 39: "er (moet) NU iets gebeuren om de wereld te redden, omdat het morgen te laat is"). Een ontsierend vlekje is dat er een grotebekkencultuur heerst (passim, bijvoorbeeld pag. 37). Ja, er heerst zelfs seksisme net als in de burgermaatschappij (verdomd, zo wordt de grote boze buitenwereld genoemd!). Eigenlijk gaat de beweging "op dezelfde manier als multinationals, zoals Shell, met mensen om" (pag. 17). Er is "absoluut geen verschil tussen" links en rechts (pag. 37). Lesbische seksualiteit "wordt niet geaccepteerd... mannen worden agressief en menen dat het na 'een flinke beurt van hen' wel overgaat" (pag. 14).

Ik begrijp eerlijk gezegd niet waarom de schrijfster na alles wat al in de eerste veertig pagina's gezegd wordt er nog honderd nodig heeft, om te eindigen met aanbevelingen hoe het anders en beter zou kunnen in 'de beweging'. Angst voor het opgeven van de illusie? Wie blijft in godsnaam vrijwillig in een dergelijke liefdeloze omgeving rondhangen? De gedachte dat gezamenlijk een pandje kraken of stenen gooien naar de politie een bijdrage is tot een betere wereld? Dit idee zal gedeeltelijk een gevolg zijn van de volstrekte afwezigheid van maatschappij-analyse en de algemene afkeer van geschriften met meer inhoud dan de eigen blaadjes. Maar een doorslaggevende verklaring wordt mijns inziens gegeven op pag. 52: "ruim zeventig procent van de scenemensen is zwaar alcoholisch en is niet bereid om dat toe te geven". En de rest, mag men dan vermoeden, is 'gewoon' aan de drank of aan andere middelen.

Als je de wereld steeds door een zwaar waas van alcohol ziet, denk je al gauw dat je druk bezig bent een bijdrage tot het oplossen van allerhande maatschappelijke problemen te leveren - het besef dat je zelf een probleem hebt (of er een bent...) vergt een heldere blik, al was het maar voor even. Maar wie weet - 'de beweging' interesseert mij niet, maar wel de mensen die er deel van uit maken - laat ik eens een advies geven, een geheel ander dan schrijfster Judith Metz van Het gekraakte ideaal. Het laatste dat 'de beweging' collectief zou kunnen doen is zichzelf droogleggen, niet matigen, maar helemaal en voorgoed stoppen. Misschien zijn er onder de afgekickten wel enkelen die eens een verhelderend boek willen lezen, al dan niet in verband van een leesgroepje.

- Judith Metz, Het gekraakte ideaal - seksisme en omgangsvormen binnen radicaal links. Amsterdam: Ravijn, 1998; 152 pag.

* Voor de fijnproeversters: het stuk 'Waarom ik die steen gegooid heb' van 'Adder te A' in de Vrije Socialist na 30 april 1980 was een aardigheidje ten koste van mij, van de hand van Peter Scholten en Theo van de Weijer -
onthoud die namen, u zult ze nooit meer horen.

(1998)

Geen opmerkingen: