15 april, 2014

Lor van Henri Arvon over anarchisme vertaald

De reeks Que sais-je? van de Presses Universitaires de France is een van de beste series boeken die ik ken: encyclopedisch, intellectueel, Frans georiënteerd, uiteraard, maar ook weer niet te zeer - over elk onderwerp dat mij interesseert heb ik wel een deeltje in huis ('Anarcho-capitalisme' hebben ze ook!). Maar het bederf van het voortreffelijke leidt tot het slechtste. Een van de slechtste deeltjes uit de serie is nu vertaald in het Nederlands, Henri Arvons L'anarchisme. Waarom uitgerekend dit werkje, in een tijd die zeker vraagt om een eenvoudige inleiding voor geïnteresseerden? Zo'n werkje hoeft beslist niet door een anarchist geschreven te zijn, maar men mag toch intellectuele integriteit verwachten van iemand die zo'n overzicht samenstelt!

Als je dan geen nieuw boekje laat maken (mij dunkt, alleen al in het colofon van De AS staan namen genoeg van mensen die daarvoor gevraagd hadden kunnen worden), breng dan een bundeling van relevante teksten van Quack uit of, als dat te zware kost is, waarom Eltzbacher dan niet? U begrijpt, ik ben boos over deze uitgave en het lijkt mij dat er reden toe is.

Dat je bij een overzicht van anarchisme niet de hele voorgeschiedenis van voordat het woord 'anarchisme' bestond behandelt, valt te billijken in een dergelijk kort overzicht. Dat je Frans georiënteerd bent, en dus de Franse Revolutie als de grote relevante revolutie beschouwt en niet de Amerikaanse - ik zal er niet over zeuren, al acht ik het niet verstandig. De Angelsaksische wereld valt voor Arvon geheel buiten beeld, behalve Godwin - die is voor hem de eerste - dat mag, maar hij is toch niet de enige Engelstalige anarchist! Verder worden als de theoretici van het anarchisme gepresenteerd: Stirner, Proudhon, Bakoenin en Tolstoj. Daarmee houdt het op, want het anarchisme is iets typisch negentiende-eeuws. Trouwens, bij nader inzien, maar dat zal u al niet meer verbazen, de Spaanse, Italiaanse en Duitse tradities en theoretici blijven verder ook buiten beeld (alleen de Spaanse Burgeroorlog wordt ter sprake gebracht), dan hoeven we over niet-Europese anarchisten natuurlijk helemaal niets te verwachten. Nou ja, plaatsgebrek, moet kunnen, laten we niet kinderachtig zijn. Nee, dat wil ik niet wezen.
Maar hoe deskundig moet ik iemand achten die het vertoog van Marx tegen Stirner goedkeurend vermeldt onder de titel Der heilige Max (het lange derde deel van Die deutsche Ideologie, "Sankt Max" wordt bedoeld), kan ik die nog serieus nemen?

Wat moet ik er mee, dat Tolstoj mystieke natuurverering, gebaseerd op het primitieve boerencommunisme, wordt toegeschreven? Alsof Tolstoj niet zwaar beïnvloed is door Emerson, Thoreau en Schopenhauer - de bekende feitelijk-racistische riedel van het achterlijke Rusland, kortom, maar Rusland is voor Arvon weer niet te achterlijk dan dat hij Lenin met instemming citeert: "Anarchisten zijn reactionair". Weet Uitgeverij Voltaire niet wie er op de vuilnisbelt van de geschiedenis is beland de afgelopen jaren? Ik kan wel doorgaan: over de tegenstelling tussen anarchisme en socialisme die Arvon steeds weer constateert, want anarchisme is louter individualistisch; het breed uitmeten van de aanslagen op het einde van de negentiende eeuw; het toeschrijven van de Catechismus van de revolutionair aan Bakoenin, het houdt maar niet op - als het fout gaat bij Que sais-je?, dan gaat het ook goed fout. Arvon heeft ook het deeltje over 'Het boeddhisme' geschreven, ook al vertaald in het Nederlands in de zelfde reeks, ik waarschuw maar even. Wat een jammerlijk gemiste kans.

Bert Altena kan in het toegevoegde gedeelte van dertig pagina's, Anarchisme in Nederland en België (1885-2000) zijn duidelijke afkeer van het voorafgaande niet verhelen - tja, men had hèm toch beter meteen een algemeen kort boekje over anarchisme van ruim honderd pagina's kunnen laten schrijven? Nu kwijt hij zich dapper van zijn nogal ondankbare taak, allerlei namen van buiten de Lage Landen komen alsnog in zijn gedeelte aan bod, want twintigste-eeuws anarchisme bestaat voor Arvon niet, maar voor Altena natuurlijk wel. Eigenlijk vind ik het wel mooi dat allerlei mij dierbare Nederlandse namen ontbreken in dit overzicht: het is altijd prijs als je zoekt naar wie er niet genoemd wordt in zo'n overzicht van dertig pagina's voor twee landen. Dat die namen niet voorkomen - Bert Altena kènt ze natuurlijk wel - illustreert hoe rijk de traditie is in Nederland, zoals hij al schrijft (volgens hem in België minder, allez - we geven hem gelijk). Er wordt genoeg mensen in zijn overzicht wel recht gedaan en er staat geen onzin in, wat een treurige aanbeveling is, maar gezien het voorafgaande hoofdgedeelte helaas noodzakelijk. Maar of bijna dertig gulden voor dertig goede pagina's niet wat veel is, dat kunt u zich zelf wel afvragen.

- Henri Arvon, Het anarchisme / Bert Altena, Anarchisme in Nederland en België (1885-2000); 's-Hertogenbosch: Voltaire (Facta-reeks); 144 pag.

(2000)

Geen opmerkingen: