15 april, 2014

Année Rinzes de Jong

Wat zou ik graag enthousiast schrijven over de boeken van Herman Noordegraaf, die mijn interesse deelt voor religieus geïnspireerde anarchisten of socialisten in het Nederland van de afgelopen eeuw. Ik zou met bewondering en knarsetandend van jaloezie over voor mijn voeten weggemaaid gras zijn lof willen zingen - maar het valt altijd een beetje tegen, zoals het biootje (meer kan ik het niet noemen) van Henri van den Bergh van Eysinga en zijn halve biografie van Bart de Ligt (beide inmiddels verramsjt, ook dat nog...). Komt het doordat ik steeds een ondertoon bespeur van verbazing over die dekselse dwarsdenkerij - alsof Noordegraaf toch eigenlijk vindt dat een christen de bestaande orde hoort te koesteren? Komt het doordat hij degenen die hij beschrijft onvoldoende in verband en wisselwerking met niet-religieuze anarchisten en socialisten schetst? (Is 'historicus' dan echt een vak?) Met deze gevoelens, zeer geïnteresseerd maar voorbereid op een teleurstelling, nam ik Noordegraafs nieuwe biografie van Année Rinzes de Jong ter hand. En u begrijpt al dat het medegevallen is, anders had ik deze inleiding niet geschreven.

Alleen is het boek hondsberoerd geredigeerd: theologische uitgeverij Narratio heeft haar best gedaan rommelig 'anarchistisch' drukwerk af te leveren. Tot de onciteerbare titel van het boek aan toe. Maar A.R. de Jong is recht gedaan met deze biografie, zeker in intellectueel opzicht, en ook zijn levensloop komt goed in beeld. De Jong was al vroeg (vanaf 1910) betrokken bij de Bond van Christen-Socialisten, die in tegenstelling tot de Blijde Wereld-dominees niet koos voor de sociaaldemocratie en evenmin voor de 'marxtische' afsplitsing die later communistisch ging heten. De stroming die ook na de Eerste Wereldoorlog hier geen keuze in zag vond haar bedding in de Bond van Religieuse Anarcho-Communisten (1920), die in 1932 herdoopt werd in Bond van Anarcho-Socialisten (BAS). De Jong was voorganger en ondanks (of dankzij) de verschillende breuken in zijn bestaan, is hij dat tot het einde gebleven. Als in de BAS religie niet meer vooropgesteld wordt en zelfs bespot wordt, richt hij zijn eigen Onafhankelijke Religieuse Gemeenschap op (1935). Als de werking hiervan beperkt wordt tot zijn woonplaats
Haarlem wordt het de Open Religieuse Gemeenschap (1953? - Noordegraaf is hier niet duidelijk over), een vrij trefpunt voor meningen die in en buiten de kerken niet of nauwelijks te horen vielen.

De strijd voor bevrijding van geweld (tegen het militarisme, maar dat niet alleen) heeft steeds voorop gestaan voor De Jong, hierin ligt de kern van zijn anarchisme. Tot vlak voor zijn dood op 86-jarige leeftijd in 1970 bleef hij hiertegen spreken. De Open Religieuse Gemeenschap bleek na zijn dood toch geheel op hem gedreven te hebben - Année Rinzes de Jong is een van de grote eenlingen uit de geschiedenis van het Nederlandse anarchisme dat maar nooit een 'beweging' heeft willen worden. Aan de inzet van die grote eenlingen heeft het niet gelegen, dat blijkt afdoende uit de levensbeschrijving.

- Herman Noordegraaf, Revolutionair predikant en religieus bezieler: A.R. de Jong (1883-1970). Gorinchem: Narratio.

(1998)

Geen opmerkingen: