01 april, 2014

Ergerniswekkende praat van Tolstoj

Ik geef het toe, ik ben liederlijk, ik ben decadent, wat ik schrijf gaat voorbij aan "gewone mensen" die zich niet bezighouden met duisterheden op erotisch gebied. Op zoek naar de gesmade prefaëlieten kwam ik deze afbeelding tegen die mij deed denken aan het hier beschreven meisje dat echter een veel-meer onthullend jurkje aanhad (schande en een bewijs te meer van de reddeloosheid der mensheid in het algemeen en mijn verdorvenheid in het bijzonder).

In Wat is kunst? gaat Tolstoj tekeer tegen de onbegrijpelijke liederlijkheid van de beeldende kunst - naast de prerafaëlieten ook de decadenten en de symbolisten - en de literatuur van zijn tijd. Baudelaire, Mallarmé, Verlaine - het is decadent, de gewone mens heeft er niets bij te zoeken, het is onbegrijpelijk en door een door smerig. Welnu, Lew Nikolajewitsj, het ergste moest nog komen!

Ik moet zeggen dat ik zelden zo boos ben geweest op een schrijver die niets meer terug zal zeggen en tegen wie ik niet eens kan zeggen: ik ben het niet met u eens.
Mijnheer Tolstoj, uw betoog is verachtelijk, het is minachtend ten opzichte van de mensen die u met zoveel graagte "gewoon" noemt. U neemt een afstand van "de elite" die niet gepast is want daar hoort u bij en u meet zich de vrijheid aan te spreken voor die anderen die "er niets van begrijpen" (net zo min als u, als ik u mag geloven).
U heeft gejaagd, u heeft vlees gegeten, u heeft oorlog gevoerd, u bent naar de hoeren geweest, u heeft gezopen. U wijst het allemaal af. Dat kan. Men kan veranderen. Maar zo hoog van de toren blazen en toch weer vinden dat u gelijk heeft, daar is een naam voor waar ik nu even niet op kom en het is ook niet ter zake. Nu, dan een citaat van degene op wie u zich voortdurend zegt te beroepen: oordeel niet opdat gij niet geoordeeld worde.
Welaan, het is zover wat mij betreft.

Uw kunstopvatting is gezond volksondervinden, het voert naar tentoonstellingen van ontaarde kunst en verbranding van onbegrijpelijke decadente literatuur. Uw betoog is een legitimatie voor de zich noemende liberalen van heden die zeker weten dat hun neefje van vier het beter kan - o en zeker, in bepaalde situaties hebben ze nog gelijk ook, maar dan hebben we het ook niet over symbolisten of prerafaëlieten -, genoeg hebben aan hun pornovideo op het internet en al dat moeilijke gedoe iets voor "de elite" vinden. Dat museum of die bibliotheek kan best dicht van mijn belastingcenten, zegt "de gewone mens".

De elite - en waarom dan een voorwoord van Arnon Grünberg bij deze vertaling, zich noemende de eerste Nederlandse, uitgegeven in 2013 - wat eigenlijk ook niet klopt - meer hierover in het vervolg? Ik zoek naar de verschijningsdatum van de Russische uitgave en zie in het impressum dat deze uitgave mede tot stand is gekomen dankzij een gift van de Stichting Hermann & Hannelore Grünberg. Zit ik er ver naast als ik vermoed dat dit familie is van de voorwoordschrijver, zoniet de man zelf?

Hier een gewraakt gedicht, van Henri de Régnier, uit: Les jeux rustiques et divins:

L'ACCUEIL

Si tu veux que, ce soir, à l'âtre je t'accueille
Jette d'abord la fleur, qui de ta main s'effeuille;
Son cher parfum ferait ma tristesse trop sombre;
Et ne regarde pas derrière toi vers l'ombre
Car je te veux, ayant oublié la forêt
Et le vent et l'écho et ce qui parlerait
Voix à ta solitude ou pleurs à ton silence!
Et debout, avec ton ombre qui te devance,
Et hautaine sur mon seuil, et pâle, et venue
Comme si j'étais mort ou que tu fusses nue!

Geen opmerkingen: