31 augustus, 2005

Het genot van een openbaar toilet en een stille draaimolen


Wonderlijk, hoe in een land waar de Markteconomie uitgevonden heet te zijn en hoog in het zadel geacht wordt te zitten, een "publieke sector" is die aanzienlijk meer zorg voor "de burger" uitstraalt dan in Nederland, dat voor zo zorgzaam doorgaat.
In de steden openbare toiletten, gratis en redelijk verzorgd. Privacy heb je niet, vermoedelijk vanwege de altijd op de loer liggende angst voor druggebruik. In dit opzicht doet zo'n voorziening denken aan haar pendant in de voormalige Sowjet-Unie: daar moest je ook min of meer in het openbaar poepen of wateren, maar het kon. Tappunten voor drinkwater overal langs de straten.
Het openbaar vervoer in de agglomeratie is goed geregeld, goedkoop, in de binnenstad zelfs gratis, nergens vies of besmeurd.
Hoe komt het dat de Nederlandse overheid als representant (helaas) van "het algemeen" een berekenendheid en knijperigheid aan de dag legt die in een land als de VS blijkbaar niet voor de hand ligt? Ik geloof niet in de dooddoener: calvinisme. Calvijn heeft hier niets mee te maken, en bovendien hebben zijn nazaten hier meer te zeggen dan in Nederland. Evenwel: zie voorgaande bijdrage over de spoorwegen. Maar tenslotte worden die in Nederland ook vakkundig om zeep geholpen.
Ik heb het hier over de elementaire dingen die een gemeente (of gemeenschap) hoort te leveren namens en voor iedereen.
Nog een observatie: hoewel ik uit het boekenweekgeschenk van 2004 een indruk van Thomas Roosenboom als zeur en zeikerd heb overgehouden (romanfiguren scheppen waar je geen sympathie voor kunt opbrengen, integendeel - misschien is het ook een kunst), geloof ik wel dat hij een punt raakt met het wijzen op de Nederlandse behoefte tot lawaaitrappen.
Proef op de som: draaimolen aan de havenkant van Seattle. Kinderen draaien blij in de rondte. Genieten in stilte. Geen luide muziek. Geen joelende ouders. Is Nederland echt zo'n uitzonderlijk herrieschoppersland?

Geen opmerkingen: