07 juni, 2010

Zelfkennis en innerlijke zekerheid


Als ik het mij goed herinner werden de formulieren verspreid in het Oudemanhuispoortgebouw, ze zullen ergens op een tafel gelegen hebben, misschien zelfs bij een stalletje van de ASVA of de SVB. Relatiebemiddeling per computer. Het vergde het invullen van een lang vragenformulier waarin vragen opdoken die het mij gaandeweg onmogelijk maakten het geheel in te vullen. Hoe lang moet de ander zijn? Welke kleur ogen is gewenst? Als klap op de vuurpijl werd je gewaarschuwd dat vrouwen in de bovenste leeftijdscategorie en mannen in de onderste niet zo in trek zouden kunnen zijn. Ik hoorde beslist bij die laatste groep. Ik zag er weinig heil in mijn hersens te laten kraken over haar- of oogkleuren om tenslotte in de bak "Ongewenst" te landen. Laat maar.

Ik weet niet of deze koppelingsmethode een commerciële achtergrond had, maar zoveel jaar later is er klaarblijkelijk geld te verdienen aan het koppelen van mensen. We zijn er al aan gewend. Dat er geld te verdienen zou zijn aan het organiseren van vreemdgaan was tot gisteravond nog geheel onbekend voor mij. Als het leven avontuurlijk zou kunnen zijn dan valt het te organiseren en kan een ander er aan verdienen. Jetzt wird wieder in die Hände gespuckt - het Bruto Nationaal Product stijgt als u via ons bureau vreemdgaat.

Deze maatschappelijke ordening is een ondode. Of demonstreren daar nu veel tegen mag verhelpen?

*


In de internetvrije zone van het weekeinde heb ik mij voor het eerst sinds lang geworpen op mijn oude indirecte leermeester Jan Romein, cultuurcriticus en -pessimist bij uitstek. Romein geldt dan als de progressieve criticus, Huizinga als de conservatieve, maar eerlijk gezegd zie ik geen grond voor dit onderscheid. Misschien werd het destijds nog zo aangevoeld, maar in cultuurpessimisme zit bij uitstek a priori een dialectische blik op vooruitgang besloten. Dit is iets anders dan "de dialectiek van de vooruitgang" van Romein, die naar mijn mening op een onhoudbaar drieslagstelsel (these/antithese/synthese) gebaseerd is.

Romein was, partijlid of geen partijlid meer, een onverbeterlijk bewonderaar van Lenin en alleen daardoor al is Op het breukvlak van twee eeuwen onverteerbaar gezien de oppervlakkige zoniet raaskallerige benadering van het anarchisme en de anarchisten. En dan heeft hij ook niet eens zijn feiten op een rijtje: het verhaspelen van de naam van Lod. van Mierop, aan wie in zijn ogen niets deugde maar wiens naam hij niet eens kende, heb ik hier eerder vermeld, ik ga er niet naar verwijzen.

Toch kwam ik een bijzonder fraaie gedachte tegen, door iemand anders eruit naar voren gehaald, die ik in het Breukvlak, wellicht verblind door mijn ergernis, over het hoofd gezien moet hebben.
Niemand blijft wie hij is als hij tot zelfkennis komt. En daarin ligt dan ook de onmogelijkheid van zelfkennis besloten.


Het bestuderen van de geschiedenis leidt niet tot zelfkennis.
Het doet denken aan quantumfysisca. En er is niets tegen in te brengen.

En het stemt mij tevreden, nog eens struinend door zijn Theoretische geschiedenis dat hij vergelijkend ideeënhistorisch onderzoek als deel van de theoretische geschiedenis ziet. Het speuren naar overeenkomst en verschil bij denkers en doeners v/m die als christen-/religieus-anarchistisch aangemerkt kunnen worden of juist niet is dus geen "para"theologie of -filosofie of politicologie. De meester zegt het: het is theoretische geschiedenis.

Eigenlijk stemt mij dit tevreden, of om in de buurt van Romein (maar ook Ortt) te blijven: ik kan er een innerlijke zekerheid aan ontlenen.

Geen opmerkingen: