31 december, 2009

Een flits - 4

"O wat ben ik nu gelukkig".
Het was een onvergetelijke scène, althans voor mij. Zij had haar hoofd op zijn schouder gelegd, zij tweeën, ik en misschien nog wat mensen zaten op het bordes van het bezette instituut. Het was al zacht en zwoel, ook al was het voorjaar.

Het zou mij tegengeworpen kunnen worden dat ik vooral afgunstig was en ik lever zelf munitie voor zo'n reactie. Maar het was niet bepaald mijn tekort aan iemand die haar hoofd vrijelijk tegen mij neervlijde dat mij het gevoel gaf: "dit duurt niet lang". Toch nog lang genoeg om een geruchtmakende en ook voor de omstanders pijnlijke scheiding op te leveren, een paar jaar later.
En dan - op dat ogenblik, op die specifieke plaats op die tijd, zal het waar zijn geweest, bedenk ik nu. Het doet wat merkwaardig aan om het zo in het openbaar te zeggen. En verder besef ik terwijl ik het opschrijf dat ik er zelf bij dacht dat de spreekster impliceerde dat het altijd zo zou blijven. Ik weet ook nog steeds niet zeker of geluk niet vooral bij terugblik of in korte bij een ogenblik horende flitsen merkbaar is. In ieder geval is met je hoofd op de schouder van je geliefde in de zon zitten nog wel iets anders. En het gelukkigste moment? Dat moet nog komen.




*

Op Nieuwjaarsdag in Hoorn, Terschelling, heb ik een opvoering van Cor Bruijns Arjen gezien in het dorpshuis, door de plaatselijke toneelvereniging. Ik wist toen nog niet van christen-anarchisme en Bruijns oorspronkelijke betrokkenheid hierbij, waarvan ik mij afvraag of die in Arjen merkbaar zou moeten zijn.

Een groot deel van het publiek in de zaal bestond uit toeristen, volk van het vasteland. Het publiek zal ongetwijfeld welwillend zijn geweest, maar de hoofdrolspelenden waren zo vlak in het uiten van theatraal bedoelde gevoelens dat het lachwekkend  werd. Hadden ze opdracht niet te schmieren? Onverstandig, zeker voor amateurtheater. Maar we wisten nog niet dat Nederlands dagelijks televisiedrama door dit soort actreutels algemene praktijk zou worden - zo lang geleden is het alweer.

"O wat ben ik nu gelukkig" zei de toekomstige  echtgenote van Arjen tot slot zonder enige toon of emotie. Het leidde tot daverend gelach in de zaal, waar in feite een traan van ontroering weggepinkt had moeten worden.

Geen opmerkingen: