27 december, 2009

Een flits - 3



Een van de redenen waarom ik Nederlandse televisie mijd als de plaag is dat deze totaal om de reclame draait en om de kijkcijfers van het vulsel tussen de reclameblokken. Die kijkcijfers zijn het best als iedereen wordt toegesproken alsof hij of zij dertien is. Maar ik kan niet altijd vermijden iets op te vangen bij het langszappen.

Een man met een vrachtwagentje waarop een enorme roomsoes (of tompouce - iets dergelijks) staat voor de poort om zijn handel af te leveren. Twintig jaar later staat hij daar weer. Of nog. En zo door.
De suggestie is: wat een sleurbestaan. Laat die man met vervroegd pensioen gaan en van zijn leven genieten.
De Mont Blanc beklimmen. Of associeert hij Mont Blanc - Monte Bianco - met ijs of gebak? En misschien wil hij het pensioen waar hij flink voor zal moeten dokken - want waarom wordt het anders geadverteerd - wel doorbrengen met het eten van taartjes in Wenen of Zürich of waar dan ook. En met een mengeling van opluchting en spijt zal hij denken: ik maakte ze beter, Of net zo goed. Of niet zo goed. Al naar gelang.

Maar waarom hij gelukkiger zou zijn in die Konditorei of op dat cruiseschip (daar hebben ze vast ook gebak) zal nooit uitgelegd worden. De suggestie is: wat een sleurbestaan, daar wil je toch vanaf? De consumptiemaatschappij draait nu eenmaal op ontevredenheid die op alle niveaus moet worden aangemoedigd.

Maar stel dat onze zelfbezorgende banketbakker een vakman is die het bezorgen misschien niet zo leuk vindt, maar die hart voor zijn vak heeft en het een machtig mooi idee vindt dat mensen zijn gebak waarderen (en dat moet wel het geval zijn, anders staat hij niet al die jaren voor diezelfde poort). Mij dunkt dat dit wel eens het geluk van zijn leven zou kunnen inhouden. Ik kan mij eerlijk gezegd ook niet veel mooiers voorstellen: iemand maakt iets lekkers, voedzaams, moois, en het wordt gewaardeerd met lofprijzingen die ook in munt worden omgezet.

Het gelukkigste moment van zijn jonge leven was toen het tot hem doordrong hoe mooi het is, dagelijks zijn  voortreffelijke "ambachtelijke" moorkoppen en mokkapunten te bezorgen. Hij moet toch heel wat mensen plezier bezorgen met zijn handel.
Als we ons Sisyphus gelukkig moeten voorstellen, dan zeker onze banketbakker.
Niemand gaat iedere dag fluitend naar het werk. Maar zo op het oog kan ik aanzienlijk naarder werk bedenken dan dat van de banketbakker.

Er komt alweer geen sperma aan dit geluk te pas.

Geen opmerkingen: