22 september, 2009

De nieuwe tijd aangemeld


De jaren vijftig, moet u weten, waren saai en knus. Toen kwamen de jaren zestig, de naam zegt het eigenlijk al. En “(e)r is geen land in West-Europa dat in de jaren zestig een zo radicale omwenteling heeft doorgemaakt als Nederland. In tien jaar tijd transformeerde Nederland zowel op economisch, sociaal en cultureel gebied van een conservatieve achterhoede naar de progressieve voorhoede van Europa. Even opmerkelijk is dat dit hele proces zich niet alleen relatief snel, maar ook geweldloos voltrok, en zonder dat er ogenschijnlijk grote tegenstellingen werden gecreëerd.” De jaren zeventig zijn ten hoogste mat en de babyboomers betrekken het pluche. En in de jaren tachtig komen de krakers stenengooien en gaat Nederland pas echt overhoop. Een van deze krakers heet Eric Duivenvoorden van wiens stilistische en historisch-sociologische inzichten u een proefje heeft gehad zojuist (p. 437-38). Vanuit het pluche (beseft de auteur dit zelf wel?) van de Arbeiderspers en zes ondersteunende fondsen heeft hij een biografie gebakken van Robert Jasper (Robbie) Grootveld, die de hoofdrol speelt in de transformatie van Nederland, dat moeten wij goed begrijpen..

Ik vind het wel een prestatie, zeker in een land met weinig biografische traditie: bijna vijfhonderd pagina’s over iemand die bij deze lezer geen sympathie weet te wekken en van wiens levensgrote belangrijkheid (ondanks de gezwollen woorden van grootheden als Freek de Jonge, Jan Vrijman, Adriaan Morriën en Remco Campert) ik in het geheel niet overtuigd ben geraakt na het lezen van het boek. Intussen weten we dankzij wie Robbie pas echt “heeft leren n***en”, dat hij heren bediende in een peeskamertje aan de Geldersekade en zijn verdiende geld snel opmaakte aan de overkant bij de dames van plezier. Zal ik u eens wat zeggen? Ik hoef dat soort dingen eigenlijk over niemand te weten en ook, of zeker niet, over een quantité négligeable als Grootveld. Zelfs het adres van de dame die hem het n***en heeft geleerd blijft ons niet bespaard, ze woont bij mij om de hoek.


Is de auteur in meer dan een opzicht gegrepen geraakt door zijn onderwerp en is hem geen enkele beperking opgelegd bij het publiceren van wat een breed uitgemeten bronnenoverzicht lijkt? Geen enkele discipline bij het ziften van wat belangijk zou kunnen zijn en wat niet? Waar komt het op neer? Happenings bij het Lieverdje op het Spui; de Lowland Weed Compagnie die een rol heeft gespeeld bij de doorbraak tot het zogeheten gedoogbeleid; en piepschuimen vlotten gebouwd uit drijfafval, waar geen spijker aan te pas is gekomen en die tot natuurmonumentje aan het worden zijn, waar te nemen vanuit de onvolprezen leeszaal van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Als het Witte-Fietsenplan ook van Grootveld is (die conclusie mag ik uit het boek trekken) dan is dat nogal treurig, want het is altijd bij een plan gebleven – althans in Amsterdam.

Grootveld was zeker geen anarchist, zijn vader wel en misschien moest hij zich daar dan tegen afzetten. De auteur stelt zich wel als zodanig voor en betreurt het derhalve dat hij niet overal zijn urine loost of bierblikjes rondgooit zoals de diep bewonderde Robbie. Een boek dat mij de neiging geeft zelf met dingen te gaan gooien of uche uche roepend bij het Lieverdje een zekere bundel papier plechtig te verscheuren (nee, niet verbranden).

Wacht tot het in de ramsj ligt, raad ik u aan.

- Eric Duivenvoorden, Magiër van een nieuwe tijd – het leven van Robert Jasper Grootveld. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2009. 481 p., prijs: €29.95.

Geen opmerkingen: