16 juli, 2008

Steun onze beulen!


R.V. Sampson heeft de achtergronden van Tolstojs denken over oorlog en vrede onderzocht, en komt als vroegste nog-net-bijna-eigentijdse denkers naast Rousseau uit bij de Savooise diplomaat Joseph de Maistre (1753-1821). Een aartsreactionair, zou men hem kunnen noemen, maar wat hij schrijft kan door iemand die er voor openstond - zoals Lew Nikolajewitsj dus - ook in ander perspectief gezien worden.

De Maistre stelt vast dat de mens een van harte dodend wezen is. Om de onnozelste redenen brengt hij medewezens om zeep (die uitdrukking zal ook veelbetekenend zijn). En hij (vooral toch: hij) brengt zijn medemensen met evenveel gemak om het leven. De Maistre voert reizigers van een andere wereld ten tonele, Marsbewoners natuurlijk die niet weten dat hun planeeet naar de god van de oorlog is vernoemd, sterker nog: ze weten niet eens wat oorlog is. Ze begrijpen er niets van, hun moet uitgelegd worden waarom mensen elkaar doden. Doet iedereen dat maar?

Nee, daar hebben we twee beroepen voor, is het antwoord - ik parafraseer het verhaal - er is een man die mensen doodt die iets misdaan hebben waarom zij gedood moeten worden, misdadigers dus. De beul, heet die man. En er zijn mannen die anderen doden, even onschuldig als zij zelf. Die noemen we soldaten.

De Martianen komen tot de conclusie dat de beul een zeer gezien en geëerd man moet zijn. Immers, hij bestrijdt het kwaad, helpt het de wereld uit. En de soldaat moet toch met de nek aangekeken worden als iemand die onschuldigen doodt.

Nee nee, het is precies andersom.
De Martianen begrijpen er niets van.
Het is ook niet te begrijpen. Er rijden in de VS echt geen bumperstickers rond: Steun onze beulen! Het is zelfs denkbaar dat tegenstanders van de doodstraf toch: Steun onze soldaten! op hun bumper hebben.

Geen opmerkingen: