12 februari, 2007

Een wolf tussen de lammeren

Groet
Gez. 6:1,5
Lezing
Gez. 306
Overweging
Psalm 117
Voorbede
Gez. 393
Psalm 134
Hoogpriesterlijke zegenbede
Gez. 456,3

Moge onder ons de gezindheid zijn van Jezus Christus, van Wie wij de uitzending van apostelen vandaag gedenken.

----------------------------------------------

Het kan bijna niemand ontgaan: het is vandaag St. Valentijnsdag. Het is merkwaardig dat naarmate het christendom in het openbare leven onzichtbaarder wordt, er allerlei heiligen en feestdagen als nieuw opduiken. Het wonderlijke met de heilige Valentinus is dat er eigenlijk niets met zekerheid over zijn bestaan vaststaat. Er was in de vierde eeuw in Rome al een kerk aan hem gewijd, we kunnen vermoeden dat hij een martelaar omwille van het geloof is geweest - en daar houdt het mee op. Er is niets wat wij van Valentinus weten dat rechtvaardigt dat er kaartjes verstuurd worden, laat staan roze hartjes, dat er gehengeld wordt naar verkering, dat de eenzamen zich extra eenzaam mogen voelen en dat de kassa van allerlei winkels en van de posterijen rinkelt. Het klinkt flauw, maar je hoeft niet eens christelijk te zijn om in te zien dat liefde, verliefdheid of genegenheid geen onderwerp van concurrentie kunnen zijn, dat het hier niet om dingen gaat, en dus ook niet om handelswaar. In een Nederland waarin de rol van het christendom in het openbare leven zo goed als verdwenen is, is het al helemaal een beetje vreemd dat de heiligenkalender op deze dag opeens een rol speelt. Daarbij komt ook dat de kerken van de hervorming in Nederland van al die oude heiligen niet veel willen weten - wij moeten van die santenkraam eigenlijk niets hebben. Valentijnsdag heeft iets liefs dat best gekoesterd mag worden, jammer van de commercie, jammer van die heilige, zou ik willen zeggen.

Maar als we toch de heiligenkalender raadplegen voor deze dag, dan blijken er twee namen aan deze dag verbonden van mensen van wie we veel meer weten dan van Valentinus. Het is vandaag de dag van St. Cyrillus en St. Methodius, de apostelen van de Slaven en daarmee patronen van Europa. Het gaat om twee broers, geboren in Thessaloniki, ze leefden in de negende eeuw. Hun geboortestad was Slavischtalig, dat is zij trouwens tot in de twintigste eeuw gebleven. Zij waren zendelingen, of missionarissen, die vooral in Moravië werkzaam waren, dat was destijds een groot koninkrijk dat onder andere het huidige Servië omvatte. Cyrillus heeft het Slavische alfabet ontworpen, hij heeft de landstaal in de liturgie geïntroduceerd en mensen bekeerd. De broers Cyrillus en Methodius waren ook nog tegen wil en dank speelbal in het opkomende geschil tussen de bisschop van Constantinopel en die van Rome - de breuk tussen de orthodoxe en de katholieke kerk zat er al aan te komen. Dat de Slaven die
zij bekeerden ondanks dit conflict bekeerd werden, werd een handje geholpen door hun koningen: als de koning christen werd in die tijd, kon het volk eigenlijk niet achterblijven.
Juist door de breuk die in die dagen vorm kreeg in de Europese Kerk werd de grens tussen (rooms-)katholicisme en orthodoxie in de dagen van Cyrillus en Metodius getrokken: de grens tussen katholieke Kroaten en orthodoxe Serviërs bijvoorbeeld. Het is een scheiding die tot op deze dag tot strijd heeft geleid en in verband met de actualiteit van nu mogen we de geschiedenis van Cyrillus en Methodius gedenken om vast te stellen dat er niet zoiets als een verschil tussen een oud en een nieuw Europa is. Cyrillus en Methodius werkten niet aan een nieuw Europa, tenzij men de bekering van de Slaven van wat we nu het Balkan-schiereiland noemen zo wil noemen. Zij hadden een missie, een zending. De tekst van deze avond uit het Lucasevangelie verwijst naar deze zending.

Het verhaal van de uitzending heet de "uitzending van de zeventig", maar de vertalers hebben van begin af aan tussen haakjes gezet dat het er 72 geweest kunnen zijn. Met andere woorden: de oorspronkelijke teksten laten die mogelijkheid open. Zowel de getallen zeventig als 72, zes maal twaalf - het aantal eerste discipelen dus - hebben een zekere symbolische waarde, dus de vertalers hebben geen knoop doorgehakt. Bij de uitzending geeft Jezus de merkwaardige opdracht niemand langs de weg te groeten. Hoe moeten wij dit opvatten? In wat wij het Midden-Oosten noemen is het ook in grote steden heel gewoon een vreemdeling te begroeten. Ik spreek uit ondervinding, en voor iemand die uit een flinke stad komt doet het merkwaardig aan. Je zou kunnen denken dat je als Westeuropeaan wel opvalt en dus aandacht trekt, en dan word je begroet - in de stad zowel als buiten. In Aleppo, Damascus, Caïro - maar ook in een grote Israëlische stad als Haifa, waar er Westeuropees uitzien niet opvalt. Men zal je blik proberen te vangen en op bijna dwingende toon zeggen: "Sjalom", "salaam", "sjlama" of "sjlomo" (op zijn Aramees). Buiten de stad ben je voor je het weet aan de praat, ben je uitgenodigd om thuis iets te gebruiken, word je voorgesteld aan de dochter des huizes en lacht men om de wederzijdse verlegenheid bij dat voorstellen. Afwijzen van de gastvrijheid is er niet bij: "Iedereen zou schande van mij spreken als jullie niet bij mij bleven eten," zei Abu Mohamed tegen ons, die ons door Noordsyrische velden geleidde op zoek naar ruïnes van christelijke kerken.

Je komt de dag wel door als je gegroet bent, in het Midden-Oosten. Niet groeten wordt niet begrepen, wordt mogelijk zelfs als vijandig opgevat. Groeten is trouwens in veel streken, niet alleen in het Midden-Oosten, een gewoonte, een goede gewoonte zou ik zeggen, want het drukt ook uit dat je de ander welgezind bent. Als je zonder bagage en zonder te groeten op pad gaat trek je meer aandacht dan met bagage en met groet. Misschien was dat ook de bedoeling, en wie zich niet als wolf opstelde tegenover de lammeren, dat zou onderweg wel blijken. Dan zou ook wel duidelijk geworden zijn wie in een huis van vrede woonde, wie een medelam was een wie een wolf. Van die wolven moest je weggaan en het stof van je voeten afslaan. Je zou kunnen besluiten dat het niet groeten een schifting mogelijk maakte van echt goedgezinden en van niet-goedgezinden, en dat het niet groeten zoveel mogelijk afhield van wat er niet toe deed.

Ik geef aan de wat moeilijk te begrijpen zinnen van de uitzending van de zeventig of 72 een uitleg die aan het alledaagse leven ontleend is. Maar dat gaat moeilijk voor de zin: het koninkrijk Gods is u nabij gekomen. In het oorspronkelijke Grieks staat er ῎Ηγγικεν, en deze werkwoordsvorm geeft niet alleen het naderen aan, maar ook het er zijn: het koninkrijk Gods is u genaderd en is nu bij u. Verwijst dit naar de vrede over het huis, en over het genezen der zieken? In ieder geval óók, kunnen wij vaststellen.

Ongewapend, ongeschoeid, zonder bagage, in vrede komend en de zieken genezend - zo diende de komst van Jezus aangekondigd te worden. Zo zag zending er in opdracht van Christus uit. Het is wel zeker dat de apostelen der Slaven, Cyrillus en Methodius, zo niet het christendom gebracht hebben aan de Serviërs, Macedoniërs en Bulgaren. En er is wel meer zending of missie nu niet direct op deze manier bedreven, de meeste zending en missie, vermoed ik. Wat de eigenlijke opdracht is om het koninkrijk Gods nabij te brengen is iets om in gedachten te nemen op deze dag waarop wellicht een besluit genomen wordt tot oorlog in naam van de christelijke beschaving.

---------------------------------
Bidden wij voor hen die werken aan de nabijheid van het koninkrijk Gods. Bidden wij voor allen die het nodig hebben deze nabijheid in het bijzonder te ervaren: de stervenden, de zieken, de eenzamen. Bidden wij voor allen die ons dierbaar zijn, denken wij op deze dag St. Valentijn ook aan de dierbaren die om welke reden ook niet bij ons zijn.

Laten wij bidden dat het goede van hen die boven ons gesteld zijn ons ten goede zij, en dat hun slechte kanten ons niet ten kwade mogen zijn. Moge er vrede zijn in onze dagen en alle komende dagen. Wij mogen ook voor onszelf bidden: Heer, toon U barmhartig.

Onze Vader
-------------------------------------------------
Psalm 134
Ons zegene uit Zion de Heer, Die gemaakt heeft hemel en aarde.
De Heer zegene en behoede ons. De Heer doe Zijn aangezicht over ons lichten en zij ons genadig. De Heer verheffe Zijn aangezicht over ons en geve ons vrede!

Geen opmerkingen: