22 november, 2009

Onder zeil in de storm



1.


Ooit, om het hammarskjöldiaans uit te drukken, ben ik geroepen geweest - voor een doel dat bereikt is. Inclusief ontvangst en borrel en een speldje met de vlag, verstrekt in wat het gebouw van de vertegenwoordiging van het land zou worden. Bangladesj.

De aanleidingen tot het stichten van deze staat waren een overstroming - niet de eerste en niet de laatste; het verwaarlozen van de slachtoffers door de centrale overheid, ver weg in Rawalpindi/Islamabad; de niet-erkende verkiezingsoverwinning van de Awami League, die in geheel Pakistan de grootste partij was geworden en die als onafhankelijkheidspartij voor Oost-Pakistan/Oost-Bengalen nooit zou mogen regeren in Islamabad; het militaire regime dat de hierop volgende opstand onderdrukte; de miljoenen vluchtelingen die door India gehuisvest moesten worden - hetgeen op den duur door India als casus belli werd opgevat en leidde tot een korte en zeer effectieve oorlog die de onafhankelijkheid van Bangladesj tot stand bracht. Niet volgens de geweldloze idealen, maar dit is standaard op het Subcontinent.

De Volksrepubliek Bangladesj bleek al gauw een autoritair bestuurde voortdurende ramp te zijn waar volgens oud-Pakistaans gebruik regelmatig een militaire staatsgreep plaatsvindt, te beginnen in 1975.



2.


Moordenaars Moejiboer Rahman krijgen doodstraf, zegt het ochtendnieuws. Ruim vierendertig jaar later? Spreek het vonnis uit, voor mijn part, en geef die lui gratie - de doodstraf is in het algemeen al niet acceptabel en zeker niet na zoveel jaar.



3.


Het waait, het is zacht, het is november. Ik heb de afgelopen tijd regelmatig rondgestruind op zeezendersites en heb het verhaal van het het op drift raken van de MEBO II speciaal op mij laten inwerken. Ik was die dag in de buurt, weet nog hoe zacht het was en hoe weinig je van de wind merkte als je onder een zeildoek vertoefde in liggende houding. En ik heb het van het anker slaan van RNI gemist juist doordat ik in de buurt was.



Amar sonar Bangla, volkslied van Bangladesj, een gedicht van Rabindranath Tagore.



4.


Het is de enige gelegenheid geweest waarbij ik in het Anne Frank-huis ben geweest - een openbare vergadering waarbij opgeroepen werd tot actie in verband met Oost-Pakistan/Bangladesj. Ik was er bij en heb meegedaan.
Verdere bijeenkomsten vonden plaats in het Martin Luther King Centrum aan een van de allermooiste grachten (eigenlijk een zijtak van het IJ) van Amsterdam. Een verontrustende bijzonderheid was de aanwezigheid van een meisje bij de eerste bijeenkomst daar dat de volgende keer niet meer aanwezig was. Zij had na afloop van de bijeenkomst een eind aan haar leven gemaakt - wat althans mij het akelige gevoel gaf: had ik aardiger moeten/kunnen zijn, zou dat iets gescheeld hebben?

Ik denk dat de verdere geschiedenis van het pand waar het MLKC in gevestigd was een aanwijzing levert. De man achter het centrum stelde zijn huis in de zomer open voor leuk-geweldloze hippietoeristen. Die wilden nog wel eens verslaafd zijn aan heroïne - het begin van de jaren zeventig was de tijd waarin het spul driftig gepusht werd op straat en elders in Amsterdam. Het was ook de tijd waarin mensen die er achter kwamen dat zij in de val waren gelopen vrijwillig uit het leven stapten - soms spectaculair: "er waren tijden dat ik er iedere week een van de vlaggemast moest halen" vertelde een buurtgenote mij eens met griezelig-trefzekere laconiciteit bij de borrel.
Het Martin Luther King Centrum werd op den duur het centrum van de Junkiebond. Maar dat was aan de toekomst.

De man achter het MLKC was Johan W.E. Riemens, en het spijt mij te moeten zeggen dat ik ook op de afstand van al die jaren geen warm gevoel voor hem kan opbrengen. De man speelde het klaar om met iedereen ruzie te maken die hem niet geweldloos genoeg was. Hij was (mede-)oprichter van De Derde Weg, de PSP, het Centrum voor Geweldloze Weerbaarheid en tenslotte de Evangelische Volkspartij. Of hij bij de laatstgenoemde met ruzie weg is gegaan weet ik niet, maar overal elders was het raak. Mijn motivatie om mee te doen was de overeenkomst die ik zag met Biafra: een onafhankelijkheidsstreven, ingegeven door genocidaal aandoende onderdrukking, in de publiciteit vervolgens gepresenteerd als "zielige donkere mensen met honger". Riemens' derdewegideaal werd belichaamd door de leidende politici van Zweden, Joegoslavië, Zambia en Tanzania. Eigenlijk moest er een vierde weg komen, die hij in een boek uitlegde, ik heb er geen kennis van genomen (wacht deze geschiedenis op mij? schrijft u haar, alstublieft, u weet mij bij vragen te vinden).

Op een bijeenkomst noemde hij Biafra een keer "een fascistisch opzetje" - met Labour-Engeland en de Sowjet-Unie tegen zich en met hulp van Portugal en Haïti, dat moest toch duidelijk zijn. Het zal als provocatie tegen mij bedoeld zijn geweest, want hij kende mijn actieverleden. Als laatste troef kon ik tegen hem inbrengen dat nu juist Zambia en Tanzania - zijn Afrikaanse lievelingslanden - de onafhankelijke republiek Biafra hadden erkend. Maar feiten mochten zijn oordeel nooit in de weg staan.

Moejiboer Rahman zou dan ook de volgende derdewegleider worden, en dit verklaarde zijn inzet op Bangladesj. Ik denk dat alle deelnemenden hun eigen motivatie gehad zullen hebben - Riemens was op de een of andere manier in staat een gezelschap jongeren om zich heen te verzamelen, ook zonder drugs. Hij kon wel organiseren (of kon de secretaresse van het MLKC het?).



5.


En zo belandde ik met de andere leden van de voorbereidingsgroep in de nacht van 21 op 22 november 1971 onder zeil voor de Pakistaanse ambassade in Den Haag. Wij keerden, was de motivatie, het geweld tegen onszelf door vierentwintig uur demonstratief te vasten op die plaats. Van de storm merkte je eigenlijk niet veel, in liggende houding onder het doek. (Het KNMI heeft op zijn site het weer van allerlei plaatsen doorheen heel Nederland in kaart, over de afgelopen eeuw, en ik kan terugvinden dat de storm alleen aan de kust en op zee was, niet in het binnenland.)

Tegen het einde van de vierentwintig uur konden enkelen van ons naar de begrotingsbehandeling voor buitenlandse zaken in de Tweede Kamer, die aan de orde was op die dag. Bangladesj zou op zijn minst ter sprake moeten zijn daarbij. Ik moet zeggen - nooit anti-parlementair geweest zijnde - dat ik het een ontluisterende vertoning vond. In de eerste plaats werden de speeches alvast uitgedeeld aan de tribune. Handig, het betekende dat ook het publiek van Kamerleden zelf niet aanwezig hoefde te zijn. Van een heus papiertje iets voordragen in een zo goed als lege zaal: de Vertegenwoordigende Democratie in actie!

En toen was de vastendag voorbij.




6.


Een dag later kondigde het militaire regime van Pakistan de staat van beleg af. Tien dagen later, op 3 december, viel de Pakistaanse luchtmacht Indiase bases aan. Pakistan was een trouw bondgenoot van de Verenigde Staten, neutraal India had inmiddels een verdedigingspact gesloten met de Sowjet-Unie.
Maar er kwam geen wereldoorlog. Het Indiase leger kon het gedemoraliseerde Pakistaanse bezettingsleger in Oost-Bengalen gemakkelijk aan, en op het westelijk front gebeurde niet veel. Op 16 december was het afgelopen en kon Bangladesj door iedereen behalve Pakistan erkend worden.
De nederlaag van het Pakistaanse leger betekende voorlopig het einde van het militaire regime in Pakistan. De grootste partij van (West-)Pakistan mocht alsnog het bestuur vormen - een nieuw militair regime zou vervolgens de winnaar Bhoetto opknopen.

Er waren mensen die de vierentwintiguurs-vastenactie juist zo mooi vonden omdat het een "geweldoze actie" was. Hoe had het dan gemoeten, vroeg ik mij af - en Bangladesj was ook al niet door de eigen guerrillabeweging Moekti Bahini bevrijd - het zal juist een overweging zijn geweest voor de regimes in Islamabad en Delhi dat dit in geen geval gewenst was.
Bangladesj is geboren in een bloedbad en de verdere geschiedenis zou er naar zijn - tot nu toe.

Geen opmerkingen: