04 november, 2009

Kikker en plas - een oude tekst die nog meekan (maar niet lang meer)




Vrijdag 12 juni 1998 plaatste de Volkskrant in de vaste buitenlandcolumn op pagina 5 een bijdrage uit de New York Times van de hand van Thomas L. Friedman, onder de titel: Een wereld zonder kikkers. Een zeer verontrustend verhaal, dat extra beklemmend wordt als je weet dat het een zeer rechtse Amerikaanse scribent is - en daarbij overweegt dat de Volkskrant als lijfblad van paars ook niet direct een ecologisch tractaat mag heten.

    In 1989 is in Canterbury het eerste internationale amfibieëncongres gehouden, waarbij het zwaartepunt lag bij de kikvors. Kikvorsen en padden sterven uit, nogal snel.
    Dankzij een staking van radiotechnici werd de week voor de publicatie van Friedman het nieuws van de BBC World Service afgebroken voor een verhaal over merkwaardige broedgewoonten van dieren. Hierbij kwam een kikkersoort uit Queensland ter sprake, waarbij de jongen parasiteren op hun vader - vivisectie had uitgewezen dat ze opgroeiden in diens ingewanden (zoiets drong tot mij door, ik was eerlijk gezegd licht verbijsterd dat dit verhaal het nieuws verving). De beschreven kikker, waarop men dus wel vivisectie had uitgeoefend om te zien hoe de merkwaardige broedzorg in zijn werk ging, was sinds 1959 niet meer waargenomen. Het gaat niet goed met de kikvors in het algemeen, blijkbaar.

    Derhalve is er, schrijft Friedman, "onlangs" een conferentie gehouden van de Amerikaanse National Science Foundation te Washington, om te bezien waaraan het uitsterven nu precies ligt. Conclusie: het gaat om de gecombineerde "aanslagen op het milieu" van de afgelopen halve eeuw. Slotzinnen, voor het Amerikaanse publiek geformuleerd: "Het lot van de kikkers roept twijfels op over het verschil tussen thuis en ver weg, tussen beschermde en niet-beschermde gebieden. Thuis is waar je alles schoon houdt, en ver weg is waar je de boel vervuilt. Misschien maken de kikkers uit Canada en Costa Rica, uit het Yosemite Park en Australië, duidelijk dat ver weg ook thuis is, en dat je als je het een vervuilt je dat met het ander ook doet. Misschien waarschuwen deze kikkers ons iets te doen aan de stille soorten die we kwijtraken door ontwikkeling en ontbossing." Tot zover Thomas Friedman, en juist omdat zo'n man van rechts die alles nog zo voorzichtig en bedekt houdt verontrusting toont is het verhaal zo beangstigend.

    Het recht op totale vervuiling, het recht op potverteren ten koste van komende generaties van de eigen soort laat staan van levende en komende generaties van andere soorten, het recht van de sterkste geïmpliceerd in het onvermijdelijke ideologische pleidooi voor "de markt", het recht bijvoorbeeld te handelen in zogeheten vervuilingsruimte (Rusland krimpt dus kan de VS extra vervuilen - nu Japan ook nog, enzovoort enzovoort), het recht vooral in de Eerste Wereld zich ten koste van fossiele brandstoffen de onnozelste verplaatsing op vier wielen te volbrengen - voor Friedman staat het alemaal uiteraard niet ter discussie. Maar de kikkers sterven uit, en het geeft te denken.

    Ik vrees dat de meeste lezers m/v van een dergelijk artikel niet zullen beseffen dat hun huidige levensstijl, wat ze wellicht de kwaliteit van hun bestaan zullen noemen, rechtstreeks verantwoordelijk is voor het verdwijnen van een gehele orde van dieren. Dat de keuze nu en in de toekomst gaat tussen leven en gefabriceerde dingen, dingen en nog eens dingen.

   
Kikkers, of eigenlijk de amfibieën, zijn als klasse in het dierenrijk uniek, doordat ze drie ademhalingswijzen verenigen: longen, kieuwen (in het algemeen in het larvestadium) en huidademhaling. Long en huid kunnen elkaar aanvullen. Kikkers drinken geen water, ze moeten vocht ook door hun huid opnemen. Of ze, als hoger georganiseerde dieren, daardoor vatbaarder zijn voor schadelijke gevolgen van de menselijke dingenproductie en -consumptie, is misschien moeilijk bewijsbaar, maar uitsterven van beschermde soorten in beschermde omgeving kan moeilijk aan andere factoren worden toegeschreven, zoals Friedman concludeert. Het is niet geheel duidelijk of de andere orden van de amfibieën, de wormsalamanders en de salamanders, evenzeer bedreigd zijn als de kikvorsen - het valt niet goed in te zien wat het voor verschil zou moeten uitmaken als het om vervuiling gaat: deze orden zijn niet minder kwetsbaar.

    Kikkers zijn bekend als handig slachtoffer bij vivisectie, "in de fysiologische geneeskunde bewijzen zij als proefdieren goede diensten" schrijft Brehm. Tot in deze eeuw was het in Zeeland gewoonte kikkers te vangen, de achterzijde af te snijden en de nog voortlevende voorzijde weg te werpen om deze traag en jammerlijk te laten afsterven: de lekkernij van de kikkerbil, daar ging het om - in India is deze handelwijze naar verluidt nog steeds gewoon. Als het uitsterven hierdoor niet verklaard kan worden, dan kan men toch wel zeggen dat kwaliteit van het bestaan en de kwantiteit van de soort(en) door het vreten van kikkerbillen niet gediend is, en het minste dat nu gedaan kan worden is handel in deze schandelijke delicatesse onmiddellijk verboden wordt.





kikkerlink


Declining amphibian populations task force

Geen opmerkingen: