27 juni, 2008

1968 et moi et...


Natuurlijk, ik ben pas 28, al maakt(e) Graves soms dat ik mij 29 voel(de) - en ik zal nooit borstklopperig doen over de jaren zestig, alleen daarom al. Wie ze zich herinnert heeft ze niet meegemaakt, ziedaar mijn excuus. Pak van mijn hart, ik heb de jaren zestig niet meegemaakt.

Ik ben lang niet de enige die zich 14 augustus 1967 nog maar al te goed herinnert. A day in the life, de stem van Paul Kay: Big L time is three o'clock and Radio London is now closing down - Big Lil - stilte. Ongeloof. Doorschakelen naar Caroline, Robbie Dale horen stamelen over the sister that just has left us, een minuut stilte - het was maar al te waar. Het was nog een hele tijd voor middernacht, Radio 270 en Radio Scotland waren nog over en kwamen door, ze rekten het tot middernacht. Toen brak ook daar de stilte uit. Caroline ging door, nog ruim een half jaar. Jammer genoeg stelde het zich voor een groot deel van de tijd niet ten doel interessant te klinken met een lange lijst van plugplaten die vaak niet om aan te horen waren. Voor wie zo verwend was met De Muziek werden het schrale tijden.

Er was ons jongeren - ja, hier weet ik dat de eerste persoon meervoud gepast is - iets ontnomen om geen andere reden, leek het, dan dat het politiek haalbaar was en omdat "we" toch niets terug konden doen. Ja, bij de verkiezingen drie jaar later werd in Groot-Brittannië de rekening wel gepresenteerd, maar de Tories draaiden de situatie niet terug. En dan, de Tories? Wat moest je daar nu mee?

Als jongere weet je alles, begrijp je alles en zie je de wereld zo eenvoudig als hij is. De wereld moest op zijn kop. Uit wat ik had begrepen van geschiedenis trok ik toen al de conclusie dat revolutie daadwerkelijk betekende: alle macht aan de raden. Dus niet zoals het gegaan was in Rusland, maar echt. Om redenen die mij inmiddels geheel ontgaan dacht ik destijds dat dit een liberaal standpunt was. Overigens vind ik het nog steeds, dus geef het maar een naam. In het algemeen heet het anarchistisch, al mag radencommunistisch ook. Een paar jaar later ontmoette ik JOVD-ers die dit streven zelfs in hun programma hadden en toen ik hierover mijn verbazing uitsprak zeiden zij zonder een spier te vertrekken: daar zijn wij liberaal voor. Inderdaad, als jongere heb je het allemaal door, op je achtentwintigste ben je dit inzicht kwijt (en de JOVD is ook nogal veranderd inmiddels).

Goed, de wereld moest dus op zijn kop, onontkoombaar. En het gebeurde, als iets waar je naar uitgekeken hebt maar ook weer niet verbaasd over bent. Nieuws om intens mee te leven, voorzover het zich niet onder je ogen ontrolde. Maar eigenlijk was mijn belangrijkste preoccupatie het slagen voor het eindexamen. Dit begon met de moord op Martin Luther King, bij het eerste geslaagd-feestje was het nieuws dat senator Robert Kennedy was neergeschoten, wat vooral ongeloof opriep. De eerste moord leidde tot de grote reeks opstanden in de zwarte wijken in de Verenigde Staten en het journaal bracht de onwaarschijnlijke beelden van brandende steden. De woede was begrijpelijk, de geweldloosheid die King voorstond was met hem gestorven, leek het.

Een week later werd Rudi Dutschke neergeschoten, voorman van de Westduitse studentenbeweging. Hij was niet dood, wel zwaargewond (en hij zou er wat jaren later toch nog aan bezwijken). Nu stond ook West-Duitsland op zijn kop. Nieuws over Tsjechoslowakije leek wel bij de rubriek gemengde berichten te horen inmiddels. En tenslotte was er dat voorjaar Frankrijk.
Onvoorstelbaar achteraf dat je je op de hoogte gesteld kon weten met twee Nederlandse televisienetten, die hetzelfde journaal uitzonden, radio en kranten of weekbladen. Waarschijnlijk ook beter op de hoogte gesteld dan nu door dezelfde media. Mei '68 was voor mij - en natuurlijk niet alleen voor mij - wel intens meeleven maar intussen ook het mondeling eindexamen. Op de 29ste, een hete dag in Nederland en Frankrijk, werden de diploma's uitgereikt en was De Gaulle zoek, omdat de staking niet op zijn bevel werd afgebroken - het hoogte- en achteraf ook keerpunt van de meirevolte.

Mijn enige onvoldoende op de cijferlijst bij het diploma was voor geschiedenis. Ik was niet voor het historische ambacht in de wieg gelegd, vond mijn leraar. Het heeft wat tijd gekost om er achter te komen dat dit niet klopte en dat de docent - met al zijn goede bedoelingen - geen vonken heeft doen overslaan, wat de universitaire docenten wel konden. De leraar is als ik het wel heb ook naar de universiteit gevlucht, voor de Mammoetwet - hoe geslaagd dat was weet ik niet.
Wiskunde, jarenlang - naast lichamelijke oefening - het zorgenkindje onder mijn schoolvakken was dit de laatste maanden niet meer geweest, en ook helemaal niet op het examen. Ik weet niet wat het verband kan zijn met het aarzelend opgeschreven hiernavolgende - een endocriene kwestie? Boze woorden over vrije liefde...



Het stond in de sterren dat het zou gebeuren, zij had het zelfs min of meer aangekondigd en ik was niet verbaasd, toen ze zich deels op mij neervlijde, op dat klassefeestje dat nuffig-gymnasiaal symposion werd genoemd, en waar dan ook wijn werd gedronken. Op de platenspeler speelde 7-rooms of gloom van de Four Tops, op dat ogenblik een recurrent, een herinnering aan een regenachtige zomer waarin de Britse zeezenders hun laatste dagen beleefden.
Niet verrast, wel blij, maar hoe nu verder, om de vaste dialoogwendingen van Plato aan te houden. Niet dus. Hoe men het klaar kan spelen intiem te zijn zonder intiem te zijn, ik weet het niet want nu ben ik niet meer groen en misschien zelfs niet meer onbeholpen, al doet dit er eigenlijk alweer niet meer toe. Een urenlange staat van zekere opwinding en ingehouden blijzijn en niet nader komen. En het was uiteraard wederzijds maar terecht zal zij een initiatief verwacht hebben van de andere kant. Het werd lang wachten. Het werd nooit iets. De volgende dag ging zij naast mij zitten in de klas. Wat mij er van weerhield wat dan ook te doen of te zeggen - plotseling merk ik dat ik het als het ware over iemand anders heb die ook net zo goed iemand anders kan zijn. Amen - binnen het halve jaar had zij de definitieve levenspartner gevonden in een andere (oud-)klasgenoot, en nee, ik moet er ook niet aan denken. (Zingt zachtjes Sittin' on a fence. Dus weet misschien wel het antwoord).

Zeg ik als degene die ik geworden ben. In een parallel universum - wie weet. Maar goed, lascia le donne e studia la matematica. Met wiskunde geen problemen meer gehad. Alles heeft zijn zin onder de zon.



Een raadsel blijft er. Op de dag af een jaar later luister ik naar een programma van Rob Out op Veronica, zo diep moest je intussen zinken zonder behoorlijke stations, en hij draaide een Goud-van-Out op verzoek, dat soort gedoe was toen allemaal nog nieuw.. Ik was er zeker van dat 7-rooms of gloom was aangevraagd, Nee, niet door mij.
En jawel. En nu voor (onverstaanbaar) van (onverstaanbaar) vanwege (onverstaanbaar). I see a house, a house of stone, filled with gloom...

You can say that again. Op de plaatsen die als onverstaanbaar staan aangegeven zei mijn moeder iets, nooit te beroerd om de aandacht te vragen. Waarvoor, deed er natuurlijk niet toe. Zal ik ooit weten hoe het zat?
Wim de Bie's Frank, die ervoor behandeld is, is een vrijwel archetypische angstdroom van menige man. Hij biedt wel wat stof tot herkenning, maar ook weer niet te veel, gelukkig. Allen die iets van Frank herkennen zullen ook die opluchting herkennen.

1968 was het jaar van mijn eerste banen als loontrekker. In de zomer stierf de dierbare kater van mijn jeugd, Goofy, aan een dubbele longontsteking. Hij sliep op de grond naast mij, zijn dodendans heeft hij op mijn hoofd uitgevoerd tot mijn schrik, ik werd er wakker door. Opgedragen aan hem, Days van The Kinks, zoals we hen ons niet willen herinneren (uiterlijk dan).

Geen opmerkingen: