09 augustus, 2006

Op de camping

De niet-opvoedingsmethoden zijn inmiddels gezonken cultuurgoed geworden. Misschien komt het doordat van overheidswege kennisverwerving aan de school wordt toegedicht en de leerplichtige leeftijd langzamerhand geen ondergrens meer kent - nu wordt er al gezwetst over driejarigen die wel naar de basisschool (het woord alleen al!) kunnen. Dus als ouder hoef je ze niets te leren - en al helemaal niet hoe om te gaan met anderen. Ram die maar met je eigen winkelwagentje. Als ze er last van hebben komen ze wel voor zichzelf op. (Gaan ze In Overleg met jou).

De buren hebben zich nooit voorgesteld. Ze waren er al te lang om dit initiatief dan maar zelf te nemen. Misschien moet het nog steeds eens, na zo'n zes jaar. Maar de lust vergaat je wel.
Ze snijden steeds een stukje pad af rakelings langs de tuin. Groeten is er niet bij, hoezeer je ook steeds merkt dat ze langslopen. De kinderen hebben ook geleerd dat je zoiets niet doet: groeten. We hebben geld genoeg om niet te hoeven groeten, is bij deze mensen de houding. De kinderen worden zoveel mogelijk losgelaten op het openbare algemene grasveld. Uit het zicht van de ouders, die gezellig een glaasje op hun terras drinken, dat een kwartslag gedraaid ten opzichte van het kindergedoe ligt. Zij horen en zien niets. Dat genoegen is voor de anderen. Tenzij er onder leiding van ma bloemen geplukt worden uit de tuin van een ander die het niet ziet, en daarna op de grond gegooid. Hier worden geen manieren onderwezen, maar het volstrekte tegendeel ervan.

De kinderen hebben zoveel spullen - het valt niet te categoriseren, is het speelgoed? - dat zij het overal kunnen laten slingeren. Liefst ook in de tuinen van anderen. De eerste paar keren dat ik zo'n bal of een ondefinieerbaar ding zag liggen gaf ik het nog een formidabele trap, onbekende verten in. Omdat ik niet zo'n trapper ben viel de uitkomst meestal tegen. Zodoende ben ik inderdaad de boze buurman geworden die ieder kind haat en vreest: de bal gaat, na degelijk lekgeprikt te zijn, de vuilnisbak in. Evenals de meeste andere dingen - en ik ben toch ook weer niet de boze buurman, want ik heb nog nooit gemerkt dat ze het missen. Anders zou het trouwens nooit in mijn tuin achtergelaten zijn - hij is er niet, gauw terugpakken... ben je gek - deze kinderen hebben zoveel dingen dat ze waarschijnlijk aan geen ding gehecht zullen zijn. Ook al gaat alle brabbelige praat altijd over wat er "van mij" is, echt iets "van mij" is er niets.

Ze stralen dan ook een verveling uit die laat weten: ik heb het wel al gezien. Dit zal bevorderd worden doordat ze zijn toegerust met namen van wereldberoemde filmsterren die hun houdbaarheid evenwel bij de geboorte van de koters allang gepasseerd waren: Kevin en Keanu. Klinkt ook lekker, op zo'n Nederlands grasveld. En dat voor de rest van je leven. Nee, het zijn geen Takes of Jan-Jaapjes, dat is duidelijk.
Omdat wij ons door deze naaste buurtjes die voortdurend in ons gehoors- en blikveld van hun ledigheid moeten getuigen geterroriseerd voelen hebben we wel eens steun gezocht bij anderen.

Aan hun Andere Kant verblijft een echtpaar van tachtigplussers. Ze berusten en blijven zo veel mogelijk weg uit het hoogseizoen. Pretmakers maken meestal alleen in dat seizoen pret - en inderdaad, in voor- en najaar is het weldadig rustig (in de winter is de camping onbewoonbaar).

Reactie een, onze Buurvrouw Andere Kant: dan moet je maar op een hutje op de hei gaan zitten. (Haar puberdochter wordt regelmatig letterlijk besprongen door de jongetjes, wat natuurlijk met veel herrie gepaard gaat - "o, ik geniet zo van het geluid van trappelende kindervoetjes" zegt Ma Puber fijntjes). Nu dachten wij eigenlijk al in een hutje op de hei te zitten.

Reactie twee, van vrouw die wel degelijk zelf opvoedt: "Ja, het zijn mensen die wat moeilijk zitten in de stad. En ze zijn zo hartstikke, zo helemaal gek van de zee." Gek van de zee - dit betekent dat de lawaaiverveling liefst ook op het strand uitgeleefd moet worden - dat weet deze vrouw dan in ieder geval! Hebben ze zich aan haar voorgesteld? Blijkbaar.
Beseffen deze mensen hoe neerbuigend zij praten over wat ze natuurlijk nooit licht-asociale volkse types zullen noemen - "ze zijn zo gek op de zee?"

Merkwaardige gedachte dat ik dit niet zou zijn. Maar ja, ik kom ook voor het duin, het bos, de weidsheid van de polders, en om rustig te kunnen lezen of schrijven, dus helemaal gek van de zee (nu ik over deze uitdrukking nadenk - maar goed...) ben ik natuurlijk niet. Afgezien van het feit dat ik alleen al hoorbaar meer Ons Soort Mensen ben, die de pech heeft de herrie uit de eerste hand te mogen genieten.

De Volkskrant en de VPRO - en eigenlijk zijn ze zelf al niet levend genoeg meer om te beseffen dat deze geliefde media al sinds mensenheugenis niet meer Verlicht of Progressief zijn.
Aanleiding: Kopje koffie, Buuf?

Geen opmerkingen: