02 april, 2013

Bij een foto

Ik heb bij het blogstuk rond deze foto het commentaar gegeven dat er bij staat. De omgeving van deze foto mag schuldig stedelijk landschap zijn, maar in hoeverre is zoiets totaal zo? Het huis op de hoek achter in beeld meen ik te herkennen als Amstel 31, een eenvoudig raadplegen van joodsmonument.nl - de site die ik ontdekt heb in verband met filosoof Herman Wolf, die er door mijn toedoen zijn erkenning als vermoord filosoof heeft gekregen, afschuwelijk het vast te stellen - levert het gegeven op dat er zes mensen uit dit pand gesleurd zijn en vermoord.

Als ik het goed heb hoort de hoek waar de vernederde en ten dode opgeschreven mensen bijeengedreven zijn bij de Zwanenburgerstraat, een van de straten die geheel verdwenen zijn ter wille van de metrobouw respectievelijk de aanleg van de stadhuis-operacombinatie. De Jodenbuurt, zoals het gebied tot 1940 zonder speciale bijbedoelingen heette - ik heb hier het verband tussen mijn naam en de voddenhandel in deze omgeving ter sprake gebracht. Waarbij mij nu te binnen schiet dat in de Franse tijd het Waterlooplein natuurlijk niet zo geheten heeft, maar nog de combinatie Houtgracht/Leprozengracht geweest is. De voddenhandel vond plaats op de Jodenbreestraat.

In een tijd waarin het grootste deel van de passanten een camera bij de hand heeft is het ook al moeilijk te bedenken dat het onwaarschijnlijk is dat deze foto onopgemerkt door de gehelmde man gemaakt kon worden. Moest het geheel gedocumenteerd worden? Kon het "nog even" in de gelijkgeschakelde krant (plaatste die dit dan?)? Wat gaat er om in de fotograaf - misschien wel niet veel op het ogenblik van afknippen.
Dan blijkt de foto gemaakt te zijn tijdens de razzia die aanleiding was tot de Februaristaking. De dagen waarin het Amsterdamse proletariaat boven zichzelf uitgroeide waarna de schijnbare stilte weer toesloeg. De razzia was een vergeldingsactie tegen een daad van zelfverdediging door Joden die bedreigd waren door WA-ers, de "Weerafdeling" van de NSB.

Het gezin dat uit Amstel 31 is gehaald en vermoord heette Sijes. De geschiedschrijver bij uitstek van de Februaristaking was Ben Sijes, die mij in 1973 persoonlijk geschreven heeft over wat hij zag als de historische taak van de arbeidersklasse. Nu vraag ik mij af of hij als marxist/radencommunist bij de gedachte aan deze historische taak ook de Februaristaking meetelde, als daad van proletarische zelforganisatie. Niet alleen ik in mijn jeugdige radicaliteit, maar ook Sijes moet nog enig optimisme hebben gehad, veertig jaar geleden. Ik kwam niet op het idee het hem te vragen en nu kan het allang niet meer.
Ik kijk naar de foto en voel mij het optimisme ontzinken. Of dat het mij al ontzonken is. Tegelijkertijd weet ik dat aan pessimisme toegeven een vorm van zelfmoord is.
Meer dan dit kan ik hier en nu niet schrijven.

Geen opmerkingen: