09 april, 2006

Het evangelie van Judas


Als iemand mij voor het christendom gered zou hebben, is het de schrijver Arthur van Schendel. In de eerste plaats door De waterman, in de tweede plaats door zijn ogen-openende Bijbelse verhalen en niet te vergeten door zijn Mensch van Nazareth.
De schrijver voert hier de apostel Judas op als degene die het meest in Jezus geloofde en als iemand die ervan overtuigd was dat het niet erg was, integendeel, deze godgelijke over te leveren. Hij werd juist teleurgesteld in zijn groot geloof. Annie Romein vond dat Van Schendel hier maar een beetje Ernest Renan's Vie de Jésus navolgde. Is dit zo? Dit boek is integraal op het internet na te lezen voor wie wil.
In ieder geval: Judas als de gelovigste apostel die deed wat moest gebeuren (en dat klopt toch immers, als de opstanding en de verlossing nodig en onvermijdelijk waren) was al bekend, voordat het Evangelie van Judas opdook. In de vroegste Kerk vond men het blijkbaar vanzelfsprekend er zo tegen aan te kijken. Wat het antwoord op de vraag "Wanneer ging het mis?" wellicht nog vroeger dan Constantijn plaatst.
Wikibijdrage over het evangelie, waarbij aangetekend dient te worden dat de Kainieten waarschijnlijk niets met het Evangelie van Judas te maken hebben.

Geen opmerkingen: