23 februari, 2014

De mythe van de winter van 2013-14


Een stukje van honderdtwintig woorden voordragen vergt het vermogen op de juiste manier te laten blijken dat het is afgelopen. Dat is nogal snel. Hoe je het ook voordraagt, twee minuten haalt het nooit.
Dus op de juiste manier stilte laten vallen en misschien (bij afhankelijkheid van leesbril lastig) door op de juiste manier de zaal in te kijken laten merken: het is echt afgelopen. U mag klappen. U moet klappen.

Een geslaagde middag in Heesch waarbij mij opviel dat schrijvers van voorgedragen stukjes het soms nodig vinden te vermelden of iets echt gebeurd is. In het geval van een verhaal met een chute die inhield dat er iemand dood ging op het eind vond ik eigenlijk een kleine pauze wel gewenst. "En dan is het gelukkig fictie."

Het universum van de verteller v/m staat los van de vraag of iets waar gebeurd is, ook al was het al in middeleeuwse tijden gebruik te vermelden dat iets een fraaie historie en geheel waar was.
Het vertelde universum bevindt zich ergens tussen het beleefde (maar pas op - want beschrijven is al vertellen en dus een afpslitsing) en het mythische.

Geen opmerkingen: