18 augustus, 2013

Kosmisch bewustzijn en de revolutie

door Le Roi danse

Een mens is een geestelijk en geen materieel wezen. Het gaat er niet om wat je omringt, maar of je bijvoorbeeld gelukkige momenten en liefde kent, blij kan zijn, je niet al te eenzaam voelt en niet teveel zorgen aan je hoofd hoeft te hebben over je oude dag of als je ziek zou worden en hulp nodig krijgt.

Niets van dit alles kan dit kapitalistische systeem ons garanderen. Simpelweg omdat “het” leven zijn gang toch wel gaat, inclusief onze dood, ziekte en andere pijn. Geluk wordt ons beloofd, ellende krijgt de mensheid. Waarom schreef ik “het” tussen aanhalingstekens? Leven is geen tijdelijke aangelegenheid en niet vastomlijnd. Het is niet begrensd, er is geen overgang in de verschillende fasen. O jawel, het lichaam stopt met functioneren en doet het niet meer. Maar ben je dan ook weg? Voor de naasten lijkt dat wel zo. Ze kunnen niet meer tegen je praten en hebben verdriet (naja, soms).

Zo’n 15 jaar geleden werd ik ondergedompeld in wat Boeddhisme ook wel een kosmische ervaring of kundalini noemt. Er ging veel, heel veel, aan vooraf, maar dat doet nu niet terzake. Deze ervaring heeft me ogenblikkelijk en blijvend een alomvattend inzicht gegeven in “de” werkelijkheid. Erna was ik nooit meer de oude. Dat kon niet meer. Het was een transformatie naar ruimere mogelijkheden om contact te maken met Bewustzijn. Vaag hè? Valt wel mee.

Je leest er wel eens over in mystieke geschriften, het wordt ook wel schouwen genoemd. Toch is het anders als je er pardoes in ondergedompeld bent. Wat zag, voelde, wist en ervoer ik in die weken?

Alles is met alles verbonden tot in de kleinste deeltjes. Atomen en nog kleiner. Ik zag ze bewegen dwars door materie en mijzelf. Eén en dezelfde basismaterie. Alles reageerde op elkaar in harmonie. Er was geen IK, er was geen JIJ en was geen HIER er was geen DAAR, er was geen TIJD. In ieder klein deeltje van de kosmos zit ook de hele kosmos. Iedere atoom bevat het AL.

Boeddhisme bleek voor mij gelijk te hebben, voorwerpen zijn gestolde energie *). Ook mijn lichaam. Na mijn fysieke dood los “ik” gewoon op in alles wat er voortdurend is. Dat is de Geest. En geloof het of niet, maar die geest is Liefde. Het zoekt de verbondenheid, herstelt zich, is in feite het Leven (nu zonder aanhalingstekens).

O, nog even de revolutie ja. Juist omdat alles met alles verbonden is, doet het er wel degelijk toe wat je denkt en doet of nalaat. Hoe klein je handeling ook lijkt, het heeft direct en onmiddellijk invloed op alles. Dat is hoopvol. Een sprankje goede wil, een goede handeling, het komt alles en iedereen ten goede. Voor altijd. Als je dat gaat voelen en beleven kan je niet anders meer dan juiste keuzes proberen te maken. Erover nadenken wat je doet. Zo kan het gebeuren dat op een volledige vreedzame wijze er toch ineens een sociale wereld ontstaat. Als vanzelf. Zonder vergieten van bloed, zonder oorlogen. Dan leven we ineens in een andere wereld. Hoe dat kwam? Geschiedkundigen zullen analyseren tot ze een ons wegen.

---------------------
*) In de oorspronkelijke publicatie staat "materie", de auteur is met geen van beide formuleringen gelukkig.
Het bovenstaande sluit nogal aan bij wat nu even hier het vaste thema is in verband met het boek van Paul Cudenec, of het toeval is of niet is niet ter zake. Overgenomen, zoals u begrijpt, in overleg met de auteur.

Geen opmerkingen: