19 augustus, 2013

Filosofie als gevecht voor geestelijke onafhankelijkheid

In de wetenschap dat de vertaling niet compleet is en dat de provenance eenvoudigweg niet vermeld wordt - en dat bij wat ik toch als mijn uitgever mag beschouwen... - enige speciale punten van Karl Jaspers' Inleiding in de filosofie aan de hand van de Nederlandse vertaling dus.

Wijsbegeerte is aangeboren aan de mens en in feite is er geen vooruitgang in het denken dat de wijsbegeerte inhoudt. Alle vragen die nog steeds leven zijn ter sprake gebracht in de Achsenzeit, Spiltijd, van Socrates, de Boeddha, Zarathoestra, de profeten van Israel. De eeuwige wijsheid.

Mystiek omschrijft Jaspers als het overwinnen van de subject-objectrelatie. Alle objectiviteit verdwijnt en het ik dooft uit. Is dit wat de boeddhisten nirwana noemen, of is het kundalini zoals Le Roi danse het noemt?

Plotinus volgens Jaspers:
Vaak als ik uit de sluimer van het lichaam ontwaak en tot mezelf kom, zie ik een wonderbaarlijke schoonheid: ik ben er dan rotsvast van overtuigd dat ik tot een betere en hogere wereld behoor, verwek met kracht in mezelf het heerlijkste leven en ben één geworden met de godheid.
De ervaring is verder onuitsprekelijk.

Het vrij-zijn van de mens noemen we ook zijn existentie. God is voor mij een zekerheid met dezelfde stelligheid waarmee ik existeeer. Hij is geen zekerheid als kennisinhoud, maar als tegenwoordigheid voor de existentie.

Voor de beroepsatheïsten die zich vooral na haar dood op Moeder Theresa hebben gestort:
De God in wie wordt geloofd is de verre God, de verborgen God, de onbewijsbare God.
Daarom moet ik niet alleen toegeven dat ik God niet ken, maar zelfs dat ik niet weet of ik wel geloof. Geloof is geen bezit. In het geloof bestaat niet de zekerheid van wetenschappelijke kennis, maar alleen de stellige overtuiging in de praktijk van het leven.

Bien étonnés de se trouver ensemble? Zowel Jan Romein als Felix Ortt spraken met het vorderen der jaren over "een toenemende zekerheid".

Hier spreekt de filosoof die belangrijk is voor (religieus-)anarchisten [en ik stem in met Paul Cudenec's afwijzing van "streepjesanarchisme" in de praktijk in ieder geval]:

De onafhankelijkheid van de mens wordt door al het totalitaire verworpen, of het nu als religieus geloof het alleenrecht op waarheid opeist, of dat het als staat bij de versmelting van het menselijke in de opbouw van het machtsapparaat niets eigens meer overlaat, wanneer zelfs de vrijetijdsbesteding met de ideologie moet stroken. Wanneer heel het bestaan overspoeld wordt door het typische, door gewoontes, door vanzelfsprekendheden waarbij geen vraagtekens worden geplaatst, lijkt onafhankelijkheid geruisloos verloren te gaan.
Filosoferen daarentegen betekent onder alle omstandigheden vechten voor je geestelijke onafhankelijkheid. (......)
Onze mogelijke onafhankelijkheid is steeds afhankelijkheid van de transcendentie.

Hierbij aansluitend, we schrijven 1950:
[De] zelfvergetelheid wordt door de technische wereld in de hand gewerkt. Haar stipte orde, volgens de klok de uren opgedeeld in veeleisend of nutteloos werk, dat steeds minder mensen als mensen bevredigt, leidt tot het extreem dat de mens zich een radertje voelt, dat nu eens hier dan weer daar wordt ingezet, en dat in zijn vrije tijd niets is en niets met zichzelf weet te beginnen. En als hij net tot zichzelf begint te komen, wil de kolos van deze wereld hem toch weer in de alles verterende machinerie van onbenullige arbeid en onbenullige vrijetijdsbesteding inschakelen.

Werk, werk en nog eens werk, het Nederlandse regiem heeft het dezer dagen weer gezegd. Maakt niet uit wat, werk. Abstracte arbeid, arbeid omwille van zichzelf. Wordt het ter discussie gesteld, juist in deze crisistijd? De kans is klein.

De staat, de techniek gedicteerd door het kapitaal en tenslotte de kerk:

Zolang de kerken met het eeuwige zijn verbonden, is hun uiterlijke macht tegelijk vervuld met iets wat uit het diepst van de ziel komt. Hoe meer ze het eeuwige in dienst stellen van hun wereldse macht, des te beklemmender blijkt die macht, die net als elke andere een kwade macht wordt.

- Karl Jaspers, Inleiding in de filosofie. Vertaald door Mark Wildschut. Nijmegen: Vantilt, 2013. 128 pagina's,
€ 15,00

2 opmerkingen:

Sonja zei

Ik heb me door een Noord-Amerikaanse vriend laten vertellen dat wanneer een Neerd-Amerikaan spreekt van een "philosopher", dat daarmee een bum wordt bedoeld, een zwerver, iemand die zijn kostje bij elkaar scharrelt door bedelen, of re 'lenen' van zijn vrienden, een freeloader, een uitvreter. Hij viel van zijn stoel toen ik hem vertelde dat filosofie hier een wetenschap is en een vakgroep op universiteiten. Dat hebben ze niet in de VS.

AdR zei

Eggheads, een scheldwoord ja...