04 oktober, 2010

Oorlog tegen de jeugd


Terwijl ik dit schrijf cirkelen boven de stad helikopters, zoals ze al zoveel jaar cirkelen. Op koopavond rukken ze als vanzelfsprekend uit, bij voetbalwedstrijden zijn ze in actie en bij ontruimingen van panden.

Afgelopen vrijdag zag ik de samenscholing bij het Lieverdje. We wisten niet wat er zou gaan gebeuren, wanneer en na een bezoek aan de Abdijwinkel (het is wat behelpen in Amsterdam, maar het moet maar) hadden wij eigenljk vooral een onweerstaanbare behoefte aan het eerste bockbier van het jaar. Het was er.

Maar ik liet de beelden van de samengeschoolden tot mij doordringen. Er was veel politie, te voet en te paard. Ik kon mij indenken in de rol die ik indertijd speelde in de zogenaamde kraakbeweging - een deel van die rol was ontkennen dat er zoiets als een kraakbeweging was.
Maar het was immanente kritiek. De beweging was er wel. Door mij quasi erbuiten te plaatsen was ik deel ervan. Als ik nu kritiek zou uiten zou het ouwemannenpraat zijn van een buitenstaander. Ik zal mij er niet aan bezondigen.


Vanuit zijn kraakpand in de Nieuwmarktbuurt wees Waling naar buiten, naar het drukke gedoe op en rond de Lastageweg. Alsof hij vergat dat ik leeftijdgenoot was van de bezigen buiten en dat ik een generatie met hem scheelde zei hij: "Kijk nou toch eens. Dat zijn kinderen! Wie gaat er nu met traangas en tanks tegen kinderen in."
Ik moest wel tuttut doen, want ik voelde mij geen kind. Wij droegen de last van de hele wereld op onze schouders, het imperialisme, het laatkapitalisme, de onwil van een zich links noemend gemeentebestuur om rekening te houden met de mensen in de stad. Kinderen?

Maar vrijdagmiddag bij het Lieverdje drong het tot mij door. Dit is een oorlog tegen de jeugd. Het kraakverbod en de drang op de jongeren die desondanks denken te kunnen kraken, in te rammen. De onbedaarlijke behoefte van het regime om nozems tot terroristen te verklaren, te "denaturaliseren", een oorlog te beginnen tegen de vermeende godsdienst van hun ouders (of henzelf). Een oorlog voer je niet tegen een godsdienst maar tegen mensen. En ik moet denken aan de bestempeling tot waterterrorist van de zwemlustige durfallen die van bruggen af het water inspringen.

Oorlog tegen de jeugd is oorlog tegen het leven. Natuurlijk, alle oorlog is tegen leven gericht.
Van de zomer had ik nog wat twijfels. Ze zijn weg.

Foto: Nijmegen, 2 oktober 2010.
Het zwart-wit symboliseert voor mij dat het net zo goed in mijn twintigerstijd had kunnen zijn. De oorlog is al zo lang aan de gang.

Geen opmerkingen: