17 januari, 2019

Natuur is mooi maar je moet er wel wat bij te lezen hebben

Je moet er de tijd voor nemen en de rust. Heel kleine vijvers of meertjes zijn wel te vinden, waarschijnlijk is er geen plaats in Nederland te vinden waar ze niet zijn. Wees niet moedeloos maar maak wel een wak in het kroos, ga zitten bij de oever, aan de rand en wacht. Het kan even duren. Laat je schaduw niet boven het water vallen.

Op een niet dichtgegroeid watertje zul je al snel schaatsenrijders zien. Zij bewegen zich over het water, op het wateroppervlak. Dankzij microscopisch kleine haartjes aan hun poten kunnen ze de oppervlaktespannning vergroten zodat ze op het uiteinde van hun poten blijven staan en zich kunnen voortbewegen. Er zijn ook vliegen die zich kunnen voortbewegen op het water en misschien ook nog andere insecten. Er zijn vissen die gespecialiseerd zijn in het weghappen van deze insecten, en zeker van per ongeluk in het water terechtgekomen beestjes. De schaatsenrijders kunnen zich trouwens collectief ook op zo'n ongelukkige storten. De kans dat je dit te zien krijgt als je rustig aan het water zit is niet groot. In tegenstelling tot wat de natuurdocumentaire altijd suggereert, onderstreept door dreigende muziek soms, zijn dieren bepaald niet permanent aan het loeren op prooi. Documentaires zijn ideologisch gestuurd, sociaal-darwinistisch, of ze van de evolutiegedachte houden of niet.

Nu de rust is ingetreden en je daar zit te kijken zul je ook rugzwemmertjes zien opduiken: wantsen die met hun buik naar boven lucht komen halen aan de oppervlakte. Met de schaatsenrijders zijn het waarschijnlijk de eerste met het blote oog te ontwaren dieren die je zult zien. Als het water minder dan tien centimeter diep is zul je gemakkelijk ook kringelende beestjes zien die ook af en toe aan de oppervlakte komen: larven van muggen. Ze zullen je niets doen als je je hand in het water steekt (als je alles rustig wilt bekijken moet je dat trouwens nalaten), steekmuggen hebben alleen bloed nodig voor hun voortplanting - het zijn dan ook de vrouwtjes die steken en wellicht kronkelt het resultaat van je bloeddonorschap daar in het water. Maar het hoeven geen larven van steekmuggen te zijn. De meeste muggen steken niet.

Vijvers of water in het algemeen gaan voor rustgevend door. Ik heb geen idee of de "waatren der rust" van psalm 23 ook zo bedoeld zijn. Er is een tijd geweest waarin ik probeerde te mediteren omdat, zo was mij verteld, dit de vrede kon bevorderen. Dat is makkelijk!
Nou nee - of er vrede uit voortkomt is nog maar de vraag maar het mediteren zelf is hartstikke moeilijk. Lang genoeg geen speciale gedachte hebben speel je echt niet zomaar klaar. Ik begin er over omdat ik in de tijd waarin ik merkte dat mij dat niet lukte ik wel eens een tijd aan een water der rust had doorgebracht en gedachteloos naar het water keek, met mijn blik de wantsen, slakken en kevers begroetend die zich in mijn blikveld meldden maar zonder verder gedachten over hen te hebben. Tenslotte besloot ik dat dit het dus was. Sindsdien noem ik het meertje waar ik dit "meemaakte" Meditatiemeer. Waar ik verder eigenlijk vooral gelezen heb, af en toe gestoord door een haas of een paartje kraaien dat zijn zang op mij oefende.



Een meditatief gedicht. In drukwerk van Van Eeden, en voor een tijd ook van zijn medestrijders, werd de waterlelie, lotus, als vignet gebruikt ter afsluiting van stukken. Waar komt die lotus vandaan, behalve uit de diepte van het water dat niet heel diep kan zijn? Ik heb een tijd aan Tagore gedacht, de dichter van water- en dus lotusrijk Bengalen, maar Van Eeden heeft, lees ik in zijn Dagboeken, pas in 1913 kennis gemaakt met diens gedichten die hij spoorslags uit het Engels ging vertalen. Heine kan ook een inspiratiebron zijn, diens gedicht getoonzet door Robert Schumann. Er is ook sprake van dat Van Eeden al dan niet bewust een door De Nieuwe Gids geweigerd gedicht van Elize Knuttel-Fabius heeft laten meespelen. Omdat ook in dat gedicht Heine echoot denk ik dat dit een ontlening te ver of te dichtbij is - en al met al is Van Eedens gedicht uit 1901 (of eerder) te eigen dan dat het een rechtstreekse bron behoeft.

Ik heb de witte water-lelie lief,
daar die zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in 't licht.

Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.

Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenscht niet meer…

- Dit heb ik bijna vier jaar geleden op Krapuul geplaatst. Ik kijk er met verwondering op terug, en plaatst het nu pas ook hier.

Geen opmerkingen: