21 december, 2012

Belofte en dorre bladeren van 1970


Ernst Stern beschrijft een gesprek tussen hem en Tom de Booy op het congres Kapitalisme in de jaren zeventig in Tilburg.
Ik heb geen herinnering (een van) beiden daar ontmoet te hebben maar dit zegt niet zoveel. Het congres vond plaats in 1970, in de bewogen dagen van de Rotterdamse havenstaking waarin gemakkelijk maoisten en vervolgens "gewone" partijcommunisten een belangrijke rol speelden, tot schrik van de burgerij.

Stern doet veel autobiografisch' in zijn Wat zal men doen? en de betrokken passage is niet anders op dit punt:

De schaarse tientallen die kerk en staat trachtten te democratiseren zaagden dus de tak door waarop ze zaten.
Een vriend die mij omstreeks 1962 hierop wees, de violist, chemicus en ouderling Van der Giessen, was het niet met mij eens dat doorzagen mijn taak was en mij opvangen die van de kerkeraad. Toen ik daarover later sprak met Tom de Booy op het internationale congres over Capitalism in the seventies, Tilburg 1969, zei deze dat we waarschijnlijk zouden belanden in een zacht bed van dorre bladeren. Mij werd inderdaad, drie jaar nadat ik in 1985 van mijn ambt ontheven was, een vervroegd pensioen verleend.

Sterns perspectief op 1970 moet een ander zijn geweest dan het mijne, het zal een leeftijdskwestie zijn geweest (dat strekt tot het onthouden van het jaartal). Van de sprekers zijn enkele prominente naamdragers, Gorz en Mandel, alweer een tijd niet meer in leven. Van de nog-actief en levenden kan ik Elmar Altvater vermelden en de jongste inleider, die als een belofte werd gepresenteerd.
Hoe lang kun je een belofte zijn? Richard D. Wolff is inmiddels zeventig en geeft vrijwel dagelijks een analyse. Hier vermeldt hij wat in de VS hoog wordt opgespeeld door gek-rechts, maar het is niet alleen het Republikeinse gekkenhuis dat de klasseoorlog heeft verklaard aan wie zij klaplopers, schooiers en handophouders noemen, die zo veel mogelijk getrapt dienen te worden. De Tories en de VVD zijn niet anders en hebben geen andere retoriek.

Ik denk dat de opbouw van socialisme zoals Wolff in het gemelde laatste stuk beschrijft inderdaad de weg is, zoniet altijd dan zeker nu: coöperatief werken in niet te groot verband. Er dient evenwel een overheid te zijn die deze organisatie- en werkvorm zoniet bevordert dan in ieder geval beschermt. Vroeg of laat komt er op dit punt een machtsvraag. Wel opmerkelijk dat ik dit als anarchist toevoeg aan de veelbelovende marxist Wolff.

Zoals zo vaak vat Ron Cobb de kwestie in een enkele cartoon helder samen.

Geen opmerkingen: