11 februari, 2008

Een hoge lat


Jaren geleden maakte een vriendin van Vietnamese afkomst ons attent op een boeddhistische Meester, landgenoot van haar, die meditatie voor de vrede aanbeval. Nu ben ik bereid van alles te doen voor de vrede en als meditatie helpt, des te beter.
Ik ben een aantal ochtenden vroeg naar een asjram geweest waar gezamenlijk de stiltemeditatie werd beoefend. Er was meestal trouwens niet iemand anders, dus waren wij er met zijn drieën/tweeën/alleen, met de beheerder van de asjram. Zeven uur 's ochtends, voor je naar je werk gaat, het is misschien wat veel gevraagd. Maar dat was het punt niet.

Het viel mij in die dagen niet gemakkelijk mij te concentreren op waarop je je moet concentreren bij deze meditatie, en op den duur gaf ik het op. Op andere tijdstippen, onder eigen omstandigheden, bleek het wel te lukken.
Over de wereldvrede hoeven we het niet te hebben in dit verband. De Vietnamese Meester is in die acht jaar wel erg bekend geworden: Thich Nhat Hanh. Bij Bonhoeffer las ik dat het al heel wat is als je het klaarspeelt een minuut echt te mediteren, dus wellicht lag de lat voor mijzelf te hoog.

Op reportage bij bijeenkomsten die de trekken van een kerkdienst kunnen hebben wordt meer dan observatie gevergd - het wordt nog wel eens participerende observatie, zoniet geheel participatie. Als een Avondmaalsviering/eucharistie deel uitmaakt van de bijeenkomst is het wat moeilijk aan de kant te blijven zitten: nee, daar ben ik hier niet voor. Of als de vredesgroet wordt doorgegeven - of juist niet wordt doorgegeven: dat is geen leuke ervaring, dus is participeren wel degelijk het parool.

Afgelopen zaterdag maakte ik een voortijdig afgebroken inleiding van Christa Anbeek over het boeddhisme mee ("Boeddha is van ons!", was het remonstrantse motto). Zij deelde rozijnen rond, die gebruikt werden als oefening om in het hier en nu te zijn.
Ik pakte uit het schaaltje net een conglomeraat van een stuk of vijf rozijnen. Dus concentreren op die ene rozijn was er niet bij. En dan; het pakken van een rozijn uit een schaal verplaatste mij nu precies naar wat achteraf mijn laatste warme maaltijd in mijn datsja zou blijken te zijn geweest, 31 oktober jongstleden dus - het pakken van een handje rozijnen voor het dessert kwam mij weer voor ogen. Met alle emotie van toch nog onverwacht verlies daarna en de schijnbare gewoonheid van de handeling toen, die voor het laatst bleek te zijn geweest, op die plaats. Zulke gewaarwordingen gaan in een flits, ze beschrijven vergt veel meer tijd dan ze duren. Hoezo, in het hier en nu door middel van een rozijn?

Dus bij de publieksvraag wat men beleefde bij het zich concentreren op die rozijn bracht ik - er waren heel weinig opgestoken handen - deze flits ter sprake: de herinnering aan een vorige rozijn. "Was het een prettige of een nare herinnering?" Zij had beide kanten. "Maar had je die herinnering in het hier en nu?" Wat kun je op zo'n vraag anders antwoorden dan: ja. Dit bleek voldoende. Ik ben hier maar matig tevreden mee. Maar misschien ligt mijn lat te hoog, nogmaals.

Voor een uur stilte om mij heen draai ik echt mijn handen niet om, bij dit remonstrantse treffen bleken het nog geen vijf minuten voor stiltemeditatie te zijn. Het was voor meer dan een aanwezige al te veel achteraf. Zich stilhouden en stilte om je heen is eng, dat heb ik inmiddels wel begrepen van en over De Anderen. Intussen voel ik mij gesterkt door de vermaning van Bonhoeffer, ik moet wel aantekenen dat ik in minder dan vijf minuten niet tot een volle minuut aaneengesloten kan geraken. Een uur is geschikter om die minuut zoniet ietsjes meer over te houden.

Misschien ben ik toch boeddhistischer dan ik zelf denk.

Geen opmerkingen: