23 september, 2006

Tien maanden na de brand


Het affiche van na de brand. Een officier van justitie oordeelde het beledigend met de suggestie van een concentratiekamp in de foto. De foto is nota bene gemaakt op het terrein van de opsluitcontainers (fabrikaat: Ursem te Wognum) op Schiphol, na de brand.
Ruim tien maanden later struikelen alsnog twee ministers over de brand. Maar niet de op het affiche genoemde.

Van Rudolf de Jong, in zijn hoedanigheid van AS-redacteur, maar tekenend als lid van de Liga voor de rechten van de Mens, ontving ik de volgende tekst:


De elf doden

Er zijn elf mensen gestorven bij een brand. Zij zaten gevangen. De Nederlandse overheid was daarom voor de volle honderd procent verantwoordelijk voor hun welzijn en veiligheid. In de Tweede Kamer werd een spoeddebat gehouden. Er werd gezegd wat er doorgaans gezegd wordt: De verantwoordelijke bewindslieden moeten – straks! – met een goed verhaal komen anders hebben zij een groot probleem; het gebeurde wordt onderzocht en de onderste steen moet boven komen.

Alleen, de onderste stenen staan al boven. Elf grafstenen. Om dat te constateren zijn geen onderzoeksteams nodig. Die kunnen misschien tot de conclusie komen dat een strafrechtelijk onderzoek tegen ministers of tegen ondergeschikten op hun plaats is. De politieke verantwoordelijkheid staat vast, nu al. Die ligt bij de regering en in het bijzonder de ministers Verdonk en Donner. Maar geen minister die zijn verantwoordelijkheid genomen heeft en aftrad.Geen volksvertegenwoordiger die dit, al dan niet in een motie, geëist heeft. Rapporten zullen straks wel uitwijzen dat niet aan de voorschriften was voldaan en dat de regels niet goed werden nageleefd. Voorschriften en regels zullen worden aangescherpt. En niemand die zich afvraagt waarom regels moeten worden aangescherpt als bestaande regels niet worden nageleefd en voorschriften ter zijde gelegd.

Inmiddels wordt iets zichtbaar van de wijze waarop de gevangenen die niet dood of gewond waren zijn behandeld tijdens en na de brand. Op een wijze, eerder passend bij een fascistisch regime dan bij een rechtsstaat. Direct zichtbaar was wat de verantwoordelijken deden. Een persconferentie waarop al direct gelogen werd (personeel heeft adequaat gereageerd) geen woord van mededogen werd geuit met de overlevenden die werden aangeduid als ‘illegalen’. Mensen zijn niet illegaal. Het is een term die past in een totalitaire samenleving waar abortus verplicht is en vrouwen toch een ‘illegaal’ kind ter wereld brengen; mensen die geen mens mogen zijn. In zo’n samenleving zal de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (art. 5 ‘Een ieder heeft, waar hij zich ook bevindt, het recht als persoon erkend te worden voor de wet’. Art. 13.1 ‘Een ieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en te vertoeven binnen de grenzen van elke staat’) waarschijnlijk voor subversieve lectuur, ja misschien wel voor apologie van terreur, worden gehouden. Maar welk Nederlands parlementslid heeft deze Universele Verklaring op zijn lessenaar liggen?

Advocaten, hulpverleners, vrienden en verwanten hadden geen toegang tot de slachtoffers die het overleefden. Ze moesten het doen met een telefoonnummer. Dat geen minister hen in hun oude of nieuwe cellen of in een ziekenhuis opzocht is misschien wel begrijpelijk. De politici hebben het immers druk met de voorbereiding van de herdenking van de moord op Theo van Gogh waarbij ongetwijfeld grote woorden zullen vallen over ‘aanslag op de rechtsstaat’, ‘moord op het vrije woord’ en ‘respect voor elkaar’. Men zal daarbij vergeten dat de vraag of de rechtstaat wordt bedreigd niet bepaald wordt door de wandaden van een moordenaar maar door de vraag hoe de overheid zich gedraagt en vooral, hoe zij mensen behandelt.

De brand trof niet alleen de elf doden, de gewonden en medegevangenen. Door de politiek van de regering en door de houding van 225 volksvertegenwoordigers reken ik de rechtsstaat, de parlementaire democratie en de rechten van de mens eveneens tot de slachtoffers van de nationale ramp op Schiphol.

Geen opmerkingen: