05 september, 2006

Ikke wel hoor


Bart Schmidt, zo heette de rancuneuze ex-CPN'er die aan het hoofd stond van de Amsterdamse zender radio STAD en van Radio Noord-Holland. Ik had de tip gekregen dat zij een muziekprogrammeur zochten en mijn tipgever had ook gezegd: doe iets van Paul Anka bij je proefprogramma, dat vindt hij leuk. Ik moest er niet aan denken, had ook niets van deze kwijlerige zanger in huis. Maar omdat het ook weer niet om mijn smaak moest gaan begon ik de band met Gloria Estefan. Op de wijze die ik gewend ben - dus niet vettig genoeg voor de Nederlandse radio - kondigde ik af en sprak mijn motto voor het nieuwe format uit: "Zo jong nog en toch al volwassen." Ik vind het geen schrale troost dat ik achteraf van mensen die ik dit vertelde te horen kreeg: "Dat ze die niet genomen hebben..." Ach, de Nederlandse omroep - hier was eens een CPN-mannetje gedumpt in plaats van een van de vaste Partijen.
De afwijzing en alles wat er aan vastzat leidde er toe dat ik bij De Waarheid belandde en het einde van deze krant leidde weer tot mijn poging te schetsen hoezeer dit geen communistische krant meer was, die laatste jaren. Zat Nederland daar op te wachten? Volgens mijn uitgever wel. Maar daar gaat het nu niet om.
De Waarheid was de krant waar deze Schmidt (ik heb de naam moeten opzoeken) als ik het wel heb adjunct-hoofdredacteur was geweest. Toen Jullie deugen niet! net uit was zwaaide hij nog de scepter bij Radio Noord-Holland. En Radio Noord-Holland had een afspraak laten maken voor een interview over het boek. Dit zou gehouden worden door voormalig boekhandelaar Jan Meng, die inmiddels kennelijk radiopresentator was geworden.

Noem mij naief - ik vond het wel pikant daar geïnterviewd te worden maar verwachtte van deze Meng ook dat hij een serieus interviewer zou zijn. Een misrekening. Hij begon het programma met Lonely boy. "Ha, veelbetekenend," zei ik hierop. "Hoezo?" vroeg Meng op een onschuldige toon.
Zodra de microfoon openging begon de man te schelden en te tieren. Dat er zulke radio gemaakt wordt in Nederland - maar ik had het moeten weten - zie ook Met het oog op morgen - het ego van de debiel van dienst achter de microfoon is het belangrijkst. Naast de partijen achter de omroep, en de reclame. De geïnterviewde is vulsel dat zijn of haar plaats moet kennen.
Vooral verbaasde mij de volgzaamheid van de man jegens zijn opperhoofd dat kennelijk niet tevreden was over het feit dat hij als de ongeletterde was afgeschilderd die hij nu eenmaal was. Tja, moet je maar geen spelfouten maken in je afwijzingsbrieven, mijnheertje.
Een platenkoelie met toch nog een groot ego, deze Meng.
"Ik lees in je biootje dat je jarenlange radioervaring hebt," zei hij, "maar daar merk ik hier niets van." "Tja, ik had wat andere vragen verwacht," kon ik alleen maar moeizaam terugzeggen. Nog steeds denk ik in gedachten dat ik snedig terugzeg: "Hoezo - je gaat mij toch niet vertellen dat je radio aan het maken bent hier?" Tegenover de quasi-gevatheid van het lompe leeghoofd moet je in ieder geval snel lomp terug zijn. Ik ben niet geschikt als Nederlander, vrees ik.

En ach, het is zo'n vluchtig medium. Alleen het gevoel misbruikt te zijn blijft. Vulsel voor het vullis.

Geen opmerkingen: