18 mei, 2006

Lucubratieve consideraties

Mijn moeder was dezer dagen nogal van streek van een telefoontje dat anoniem gebleven is. "Ik ben een jonger zusje." Mijn moeder gooide de hoorn op de haak. Zij heeft twee broers, een van hen is overleden. Dat pa het niet heel nauw had genomen met de echtelijke trouw wist ze wel - maar een dergelijke directe confrontatie is toch wel kras.
Het leidt tot enig zelfonderzoek naar hoe die mevrouw het dan had moeten aanpakken, hoe je het zelf had aangepakt aan een van beide zijden van de telefoon. Zowel mijn moeder als mijn oom legden verband met een televisieprogramma dat ik niet ken en dat om dit soort drama zou draaien. En het was in ieder geval niet De kleine waarheid die al dan niet toevallig herhaald wordt. Ik kan mij niet goed voorstellen dat men een dergelijk contact zoekt op grond van een televisieprogramma.

Een jonger zusje kan redelijkerwijs alles tussen de 48 en 83 zijn in dit geval. Zij kan dus ook nog jonger zijn dan ikzelf, of van mijn leeftijd. "Son, I have to say no, that girl is your auntie but your granny don't know." De wereld steekt gevaarlijker in elkaar dan men wel zou kunnen denken.
Vrouwen kunnen de levende resultaten van buitenechtelijk geslachtsverkeer moeilijker wegstoppen dan mannen, al zou de bellende mevrouw het hebben kunnen meemaken dat zij van de moeder is afgenomen, dat deze is weggstopt in een tehuis voor gevallen vrouwen en de dochter bij een pleeggezin. Ik denk dat ik er wel benieuwd naar zou zijn - of nog ben. Zoveel tantes heb ik niet.
De kans dat ik een dergelijk telefoontje zou krijgen lijkt mij nul. Maar dan - dat zou ik ook denken van de kans op onbekend nageslacht van mijzelf dat rond zou kunnen lopen op deez' aardkloot en dat een keer zou opbellen: "pappie, eindelijk." Nul procent? Bij benadering - en in die "benadering" schuilt net de onzekerheid en verbijstering die je ongetwijfeld bekruipt als je zo'n telefoontje krijgt.

Geen opmerkingen: