23 juni, 2014

Het leven een cabaret



Schrijvend over Wij eisen geluk besefte ik dat ik reden had gehad mij gelukkig te voelen in het restant van de jaren zeventig en nog erna. Het is wijsheid achteraf. Het drong wel dramatisch tot mij door toen ik, retourkaartje op zak, op weg was naar het huis van mijn geliefde - het Keizer Karelplein rondend zag ik Jeroen, een plaatselijke anarchist, fietsen. Hij zag mij niet, wij hebben elkaar niet gegroet. Hij was in contact met haar geweest en uit haar verhalen moest ik begrijpen dat zij bij zijn stoeien "haar grenzen moest aangeven". Met een klap drong tot mij door dat ik hier gelukkig was geweest en dat het nu voorbij was, bij dezen. Ik ben niet meer bij haar teruggeweest, zij kwam nog wel een tijd bij mij op bezoek en logeerde alsof wij nog geliefden waren, wat we ook nog waren. Tot dit voorbij verklaard werd, door haar. Genoeg! De ongelukkigheid hierover heb ik van mij afgeschud, en wel liefst eind 2012, begin 2013, via Roel van Duijn.

Ongelukkigheid is goed te koesteren, ook als zij niet je hele leven beheerst, wat in mijn geval maar even zo geweest is en zelfs toen niet. Het zou onzin zijn het geluk dat ik heb mogen meemaken de afgelopen zoveel jaar terzijde te schuiven voor het besef van ongeluk waar ik het zojuist over had. Of is dit mijn particuliere eigenaardigheid? Ik heb afgelopen week de beschouwingen, tevens niet zo genoemde memoires van mijn literaire makker Arjen Mulder gelezen, en ik ben niet de enige, dat weet ik wel (meer over zijn boek weer eens: later).

Mijn afgelopen vrijdag gewekte vriendelijke gevoelens over Wij eisen geluk zijn intussen naar de periode zelf bijgesteld: een larmoyante oproep aan Nina Hagen van een fan. Een tweederangspopartieste toespreken als een soort heilige, wat heeft het nog met "eigen ervaringen" te maken? Deze Duitse zangeres hield zich op in de Amsterdamse kraakscene, ik heb haar naar mijn weten nooit ontmoet maar ik kende de verhalen. Was zij daarom zo geliefd in Nederland "in onze kringen"? Ik heb er nooit wat aan gevonden, wat muziek betreft, en haar Unbeschreiblisch weiblisch (die uitspraak alleen al) wekte mijn woede op. Je maakt geen lofzang op abortus. Het was zeer hautnah voor mij en dat zal het blijven. Het geschiedde ook in die dagen dat ik in het café van de studentenflat getrakteerd werd op Cabaret, waar Hagen leentjebuur bij gespeeld zal hebben in haar optreden. Nee, mijn geluk was niet in het "nu", het ongeluk van ervoor maakte mijn "nu" uit. En dus irriteerde Wij eisen geluk mij, toen. De gesel der mildheid slaat nu toe, maar ik weet nog...
Mijn "eigen ervaring" op dit punt zou ik niet naar W.E.G. hebben willen/durven sturen, het is nu hier voor het eerst dat ik een tipje van deze sluier oplicht.

Het cabaret uit de filmtitel lijkt mij beter te vertalen met "nachtclub" maar het woordenboek vertelt mij bars dat het het zelfde woord is als het Nederlandse. In ieder geval zou het geen goede titel opleveren voor dit stukje.

Wat het "nu" is, is een van de thema's in het boek van Arjen Mulder, Wat is leven?. Alles hangt met alles samen.

Geen opmerkingen: