24 mei, 2010

Bericht van de buitenparlementaire opoesitie


Zo ging dat. Van die nuffig-geschoold symposia genoemde klassebijeenkomsten waarbij wijn gedronken werd, buiten de schoolorganisatie om. In het algemeen vond ik de avondjes aan het rand van eng maar ik vermeed ze niet. Eng, want er werden stellen gesmeed, klasgenoten van wie je dat toch niet eerder verwacht had bleken elkaar plotseling intens graag te mogen en uitgebreid te kussen en weet ik veel wat verder meer. Een probaat middel om je buitengesloten te voelen, nee te weten. Was het conspicuous consumption, extra leuk om dit in groter verband te doen? Wie weet. De betrokken stellen waren geloof ik geen van alle blijverdjes. Misschien was er allang helemaal niks meer aan als het publiek dat het nakijken had vertrokken was. Iets wat ik mij overigens nooit heb afgevraagd. Een vrolijk avondje groepsseks zal het toch nooit geworden zijn.
Een van de dofste van die avonden viel in the cruelest month destijds, staat mij nog goed bij.

Het gevoel kwam teruggolven een paar jaar later, en tegelijkertijd wist ik mij niet meer de tamelijk willoze toeschouwer van andermensen opzichtige verkleefdheid. Ik was in gesprek met een zeldzaam mooi meisje op het bordes van het bezette instituut. Ik geloof wel dat ik mij met de bewerkelijke maar in principe vrijblijvende bezigheid van het flirten bezighield. Maar je weet nooit waar het op uitloopt. Je weet zelfs niet of je er mee bezig bent. Plotseling dook er een Bons op, al door en door leninist (smeet met citaten van zoals hij zei "kameraad Lenin" namelijk) en vermoedelijk al lid van de enige echte partij voor alle werkers. Hij greep haar hoofd om dit ter hand te nemen voor een landurige tongzoen. Ik weet niet waar deze bezitsvertoning vandaankwam of waar zij naartoe moest. Ik geloof dat ik maar een broodje pindakaas ben gaan maken voor mijzelf. Er was, moet u weten, een enorme pot pindakaas, eigenlijk meer een ton, het broodbeleg bij uitstek. Iemand zal een Makropas gehad hebben (namens de studievereniging wellicht).

Toen ik terugkwam was de bons verdwenen en het mooie meisje meende dat wij ons gesprek zouden voortzetten. Maar ik reageerde kortaf en gebeten, ik merkte dat zij teleurgesteld was. Spijtig genoeg was ik met dat gevoel net wat eerder, en natuurlijk gekwetst door de aanblik dat zij zo met zich liet omgaan. Geen pardon.

De bons werd een linientreu CPN-er, toen de tijd daar was dat homoseksualiteit voor het genootschap geen bourgeoisafwijking meer was maar een aan te moedigen breekijzer voor de bestaande verhoudingen ofzoiets was hij een Prominente Flikker die namens De Flikkers op de hetero's schamperde in de partijkrant waarbij ik in de nadagen nog gewerkt heb.
Het meisje woonde in latere dagen samen, niet met de bons, op de studentenflat waar ik ook gehuisvest was. Herinneringen als de dag van gisteren, ik wilde er niet aan doen, maar het is een kroonjaar, veertig jaar.

Nou vooruit, een vriendelijke groet aan C., M., andere M. en toch ook maar N., allen aan wie ik tenslotte mijn onschuld niet verloren ben. God hoorde mij speciaal ten aanzien van de eerste achteraf brommen. Ik moet mijn oude kamer in mijn ouderlijk huis ontruimen na al die tijd, mijn moeder is naar een bejaardentehuis en ik vrees de confrontatie met de papieren getuigenissen die er nog liggen.

(Verder prousten over de titel: het geschiedde in die dagen dat ik driftig colporteerde met het blad Stadsfront, orgaan van de Amsterdamse buitenparlementaire oppositie; een grappig dronken meisje dat het afnam stelde voor dat het opoesitie moest wezen, dat vond zij leuker. Het is genotuleerd, proost).

Geen opmerkingen: