13 april, 2007

Bereid de weg des Heren!

Jac. 5:7-9:
7 Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen.
8 Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt.
9 Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur.

De algemene vermanende brief, die de terugkeer van Christus niet als iets voor over tweeduizend en nog wat jaren ziet, maar iets wat voor de dan levende generatie geldt. Slechts een van de desbetreffende teksten uit het Nieuwe Testament.
Het verwachten van de verrezen Heer is geheel verbonden met het christendom. De vroege Kerk wist niet beter of het ogenblik was aanstaande. De zondeval van het christendom komt juist als er geschipperd en gehandeld moet worden met wereldse machten - met de keizer, die terwille van sukses in de oorlog het christendom aanneemt. De merkwaardige gedachte dat het nu allemaal even niet uitkomt, die terugkeer, en dat oorlog en zelfverrijking wel even kunnen.

Bij de benedictijnse orde is de gastvrijheid voor wie aan de deur staat een gebod: het kan de verrezen Heer zijn.

Als iemand als Maarten 't Hart - en wie die deze treurige figuur zo nodig gelijk wil geven - met het verwijt komt dat de adventisten zomaar de wederkomst van Christus verwachten, zegt het iets over hun denkbeelden, niet over de adventisten. Ik kom er op terug, omdat een prominent adventist vandaag in Trouw zijn denominatie verdedigt tegen de scheldpartijen. Er is zelfs een zaak aangespannen voor de raad voor de Journalistiek (uitzichtloze onderneming, dunkt mij).

Niet verrassend maar wel aardig in dit verband: de remonstrantse schrijver, G.J. Heering, van De zondeval van het christendom verwachtte wel de spoedige komsst van het Rijk Gods. Van de antigodsdienstige maffia mag men vast ook niet remonstrant zijn.

(Hier een sympathiek stuk van het Nederlands Dagblad (!) over Heerings magnum opus).

Geen opmerkingen: