23 mei, 2014

Waarom het werk van Provo niet voltooid is


Provo is voor wie de opstandige bewegingen in de Noordatlantische wereld van de jaren zestig bestudeert zo ongeveer het startschot. Nederland had "1968" in 1966, zo kun je het nog steeds zien - inclusief arbeidersopstand die verder niet met Provo te maken had. Deze erkenning zou de gedachte oproepen dat de basisteksten van deze "beweging" steeds te vinden zijn in druk. Dan ziet men het verkeerd. Nummers van Provo zijn op een zeker moment objecten van speculatie geweest, een echte heruitgave - fragmenten zijn uitgebracht door Roel van Duijn - is tot gisteren uitgebleven.
De uitgave is gistermiddag 22 mei 2014 gepresenteerd in Athenaeum Boekhandel, vlak bij het Lieverdje, waarvan de bestrating - werd ons verteld - de vorm van een Gnotappeltje heeft, iets wat mij, hoe vaak ik er ook langsloop, nooit is opgevallen. Het Lieverdje zelf heeft geen gedenksteen. Het klopt.
De laatste waterglas-12 uit de verkiezingstijd van 1966 (Stem Provo lijst 12, kejje lachen) is alweer wat jaren geleden harteloos weggeverfd door een fotogalerie die zich ging vestigen op de Elandsgracht en die allang weer weg is.

Een facsimile-uitgave in een doos getooid met baksteenpapier van toenmalige speciaalzaak Vlieger aan de Binnen Amstel, zoals het eerste nummer zelf. Inclusief het klappertje, dat als munitiestuk reden was voor een overval op het huis waar de voorraad was (zodat duidelijk was dat de Dienst dichtbij was). Of dergelijke realia nu echt bij een steeds leverbare verzameling teksten zouden moeten horen - ik weet het antwoord wel.

En jammer dat Jan Donkers en Roel van Duijn bij de presentatie serieus meenden dat dankzij Provo van alles was veranderd in Nederland. Ik denk aan Joke Kaviaar, wier teksten ook hier herplaatst worden omdat haar vrijheid van meningsuiting van staatswege strafbaar wordt gesteld. Ik denk aan 1 mei 2012, Amsterdam, waar een anarchistische demonstratie bij het begin uit elkaar geramd is en in de gelijkgeschakelde pers als "krakersoptocht" werd aangeduid. En zoveel meer. (Ik las dat bij Leo Adriaenssen de moedeloosheid toesloeg na het verschijnen van tanks in de Amsterdamse straten, 1980 - en laten we Nijmegen niet vergeten, een jaar later). Er is geen reden tot zelfvoldaanheid. Er valt te strijden, toen en nu.

Een kleine groet in dit verband aan oud-mederedactrice van De Vrije, Febe, aanwezig bij de presentatie - we herkenden elkaar niet op dat ogenblik, mijn kwartje viel toen zij wegfietste. Vijfendertig jaar is veel.
En verder was ik enigszins teleurgesteld toen Roel van Duijn mij niet herkende. Mijn naam zei hem wel meteen iets. Maar ja... geen gelegenheid hem te bedanken voor het via zijn boek uit de weg ruimen van bijna even oud liefdesverdriet als het papieren-Vrijeredacteurschap dat ik net noemde.

Spoedig meer over de uitgave.

Geen opmerkingen: