
In 1962 stelde zij, in navolging van Robert Jungk, de onverenigbaarheid vast van atoombewapening en democratie. Toen de (West-)Duitse herbewapening in gang gezet werd met de bijbehorende noodtoestandswetgeving (men bedenke dat de studentenbeweging in West-Duitsland in de eerste plaats hiertegen actie voerde in de jaren zestig) was de conclusie dat de Duitse democratie aardig geprobeerd was en inmiddels alweer voorbij.
En niet alleen de Duitse.
9 mei 1976. Eigenlijk is het met de dood van Ulrike Meinhof als met die van Salvador Allende, hoe onvergelijkbaar de twee verder ook zijn. Toch eigen keuze als laatste bewijs van gevoel van eigenwaarde. Geen van beide heb ik tot voor kort geloofd. Maar tenslotte maakt het niet uit. Zij zijn onmiskenbaar indirect vermoord door de Macht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten