09 oktober, 2013

Dan krijgen we geen kruik mee

Tijdreizen met Han - slot


Aan het haard- of kampvuur vertellen is iets anders dan Een Geschiedenis schrijven. Het spijt mij dat ik de vertelling van Han van der Horst in De mooiste jaren van Nederland als zodanig moet afwijzen. Er ontbreekt eenvoudigweg iedere verwijzing naar al was het maar een omvattend wel historisch verantwoord verhaal over de onderhavige periode. En misschien is hij ook wel de eerste die de tweede helft van de twintigste eeuw als de gouden tijd van Nederland aanduidt. De bronnen variëren nu van (vermoedelijk) knipsels uit het dagblad Het Vrije Volk, allerhande andere bladen, soms boeken, veel songteksten (ik vind The reflex van Duran Duran totaal irrelevant, maar dat is een keuze wellicht). Ik ben opgehouden de slordigheidjes en fouten bij te houden - een dan toch nog: NEEN, Dolle Mina is niet vernoemd naar Wilhelmina Drucker die echt NOOIT Dolle Mina heeft geheten (p.225). Vraag het Selma Leydesdorff.
Dit soort geschiedverhalen is zelf legende dus houdt legenden in stand.

"Het buitenland" is een vaak afwezige categorie in het boek. Soms komt het wel aan de orde en niet op een wijze die mij aanstaat. De staatsgreep in Chili, de val of het einde van fascistische regimes in Portugal, Griekenland en Spanje komen niet aan de orde. Argentinië alleen aan de hand van de wereldkampioenschappen voetbal van 1978 ("Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat"). Hij weidt wel opvallend uit over de Sandinistische revolutie in Nicaragua en de aantrekkelijkheid van de strijdsters in hun combat dress - als ik illustraties zoek die daarnaar verwijzen vind ik FARC-vrouwen. Van mij mag hij verliefd (geweest) zijn op zo'n vrouw, maar waarom het er niet even bij vermelden?

Maar goed: wat hij duidelijk maakt, en wat voor iedereen die niet de verhalen die van hogerhand geloofd moe(s)ten worden accepteerde allang bekend was: de vreemdelingenhaat in Nederland is niet nieuw, niet met de vliegtuigen van de Twin Towers uit de lucht komen vallen, het is alleen het nu aanvaarde algemene vertoog van iedereen die de dienst uitmaakt in Nederland geworden. "Elite" en "gewoon (autochtoon) volk" zijn het in het openbaar eens. Of Bolkestein en Fortuijn daar echt een belangrijke rol in gespeeld hebben zal de geschiedenis die hiermee niet geschreven is moeten uitmaken. Als "we" er ooit nog aan toekomen. Het omslagpunt zou de algemeen-culturele contrarevolutie die eind jaren zeventig werd ingezet kunnen zijn. Het verbaast mij dat Van der Horst een opportunist als Achterhuis aanduidt als "anarchistisch filosoof". Onder de Namen van Nederland voldoet alleen Ton Lemaire aan deze aanduiding, en die is geen Naam in de opinieindustrie. Toen het getij keerde kon Achterhuis gemakkelijk de welzijns"industrie" aanvallen waarvoor hij eerst juist geschreven had. Voor zo iemand kan ik geen respect opbrengen om dat veelmisbruikte woord toch maar te laten vallen.

Wat is de remedie tegen de rijksvoorgeschreven malaise, het jammerverhaal over de tering en de nering dat overigens naar mijn weten altijd de Nederlandse politiek heeft gedomineerd? Geestkracht, besluit Van der Horst. Collectieve geestkracht. Hier komen we plotseling in de buurt van Landauer of Berdjajew. Geen idee dezer dagen hoe het verval in barbarij dat Nederland in zijn greep heeft gekeerd kan worden, nu. Door te verwijzen naar hoe mooi de achter ons liggende nabije jaren waren?

- Han van der Horst, De mooiste jaren van Nederland 1950-2000. Amsterdam: Prometheus Bert Bakker, 2013.

Geen opmerkingen: