16 november, 2012

Liefdesbrieven in het zand


Wonderlijke parallel wellicht.
Na onze eerste nacht samen zijn wij van ergens in Voorburg naar het Scheveningse strand gelopen. Ik kende een beetje de weg inmiddels in Den Haag, was er eerder dat jaar wekelijks geweest. Ik moet met haar hand in de mijne door de stad gezweefd zijn, van het strand herinner ik mij meer. Haar plotseling opkomende behoefte tot stoeien dat op een soort gevecht neerkwam waarbij ik mij met genoegen gewonnen gaf, zij dreigde met kietelen. Mijn overgave herstelde de situatie die ik wilde: in het zand liggen vrijen.

Onze laatste wandeling voordat zij het uitmaakte was ook in de duinen, maar dartel zwevend kan het niet geweest zijn. Het kan haast niet anders of ik sprak mijn verwijt uit over haar vreemdgaan, dat zij weigerde zo te noemen want wij waren niet getrouwd - dat telde plotseling zwaar. Of ik het echt nog heb uitgesproken tijdens het lopen weet ik eigenlijk niet meer.
In het pannekoekenhuis waar wij neerstreken heb ik mijn boosheid/verdriet wel op de tafel gelegd, waarbij zij mijn hand in de hare nam en deze streelde. In deze houding begroette ik het meisje van een paar tafeltjes verderop. Mijn eerste vriendin zat daar.

Zij was in mannelijk gezelschap maar dat leek er voor mij helemaal niet toe te doen. "Zullen we eens afspreken?" vroeg zij alsof dit zo hoorde, ruim drie jaar nadat zij onze relatie had laten uitdoven. "Zullen we doen". Achteraf vertelde zij mij dat zij geïntrigeerd was door de aanblik van degene van wie zij wel kon nagaan dat zij mijn vriendin was. De man in haar gezelschap was een vriend, niet de vriend.
Toen onze tweede afspraak in korte tijd op een gezamenlijke overnachting uitliep voelde ik dit in tegenstelling tot de enkele losse ontmoetingen die ik gehad had sinds zij vreemdging niet als vreemdgaan van mijn kant. Het wanhopige element van iemand anders zoeken ontbrak. Het was het oppakken van een draad die niet gebroken was. Die in zekere zin nooit helemaal zal breken. Waarin het verschil zit tussen momenten van pijn en brekend hart van daarvoor en erna en de telefonische opzegging die volgde op mijn openhartige melding. Ik werd opgezegd. Zonder dank.

Je weet, opschrijven is beter worden.
Dit naar aanleiding van het boek bij de website. Wat moet u er mee? Dat weet ik ook niet.
Maar opschrijven is wel verhelderend voor mij, merk ik, en ik kan het net zo goed hier doen. Op Roel van Duijn kom ik terug.

Geen opmerkingen: