15 november, 2012

Het koninkrijkswiel van Marten Toonder


Wim Hazeu laat - wellicht welbewust - een ontluisterende indruk achter van Toonders collega-schrijvers, en in het eerste geval zelfs collega-stripverhaalschrijver, Bomans en Hermans. De eerste is sjagrijnig dat hij voor zijn gevoel te weinig betaald krijgt voor een openingsrede voor Rommeldam ergens in Noord-Brabant (Oisterwijk). Hermans valt als peeveeveejer avant la lettre door de mand (1994):
Kunstenaars worden in ons land gehaat, in tegenstelling tot asielverschaffers, die het hier fijn hebben. Maar dat heeft niets met het calvinisme te maken. Kijk maar naar Schotland. Dat is zeer calvinistisch en toch heeft het veel dichters van grote faam opgeleverd.
Beroerde bron. Volgens Hazeu gaat hij verder; "Kunstenaars zouden het in Nederland eigenlijk ook wel fijn willen vinden, maar de zorg voor lijf en goed drijft hen er dikwijls toe zich over de grens te vestigen." Het benul dat hij daarmee ook bij de zo gesmade asielzoekers hoorde had Hermans niet.

Theologisch-filosofische inzichten heeft Toonder buiten zijn Bommel- en autobiografische boeken niet op schrijft gesteld. In de biografie komt ter sprake dat hij zeer hechtte aan de zinsnede Het Koninkrijk Gods is binnen in u, de Diesseitigkeit van dit Rijk beklemtonend. Uit de toch al summiere lijst van door Hazeu genoemde door Toonder gelezen boeken blijkt geen kennis van Lew Tolstoj. Toonder heeft het tolstojaanse inzicht dus als nieuw uitgevonden wiel ontdekt.

Geen opmerkingen: