26 juni, 2007

Let op de S


...maar er was toch iets met het Leger des Heils, speelde door mijn hoofd terwijl ik licht ontroerd door die ene passage mevrouw Bosshardt uitluidde. En het was niet Nellie van Kol, mikpunt van spot en afkeer in De Vrije Socialist in de begintijd, omdat zij naar het Leger des Heils was "overgelopen" - je liep al gauw over in de ogen van de Vrije Socialist. In christen-anarchistische kringen werd zij in die tijd juist als geestverwant gezien. Nellie was het niet.

Ik ben deels opgegroeid aan de Weesperzijde in Amsterdam. Dichtbij het armzalige pand waar wij woonden (het is nu kantoor van een moskee) was een statig gebouw met een - toen in mijn ogen - heel hoge trap, een gebouw van het Leger Desijls (zo sprak je het uit). Het was een opvang voor gevallen vrouwen - meisjes die ongehuwd zwanger waren geweest en wier kinderen hun uiteraard ontnomen waren. Eens is zo'n meisje bij ons binnengelopen om te schuilen voor het dickensiaanse regime in het gebouw, maar het was in de jaren waarvan je alleen kunt zeggen: mijn herinnering is enigszins vaag, dus hier blijft het bij.

Zo'n twintig jaar later - ik baan mij moeizaam met de fiets een weg rond de Nieuwmarkt tussen hekken en opbrekingen terwille van de metrolijn. Die overhoophalingen leken al ingrijpend en eindeloos, maar achteraf was het niets vergeleken met hoe Amsterdam nu tot onpasseerbare zandbak wordt gemaakt, ook al wordt er dan minder gesloopt.
Een treurig kijkend meisje spreekt mij aan. of ik haar een eind achterop wil meenemen, ze kan - zegt zij - niet meer tegen die puinzooi, ze wordt er zo droevig van. Altijd bereid prins op wit paard, nou vooruit groene fiets dan, te zijn stem ik in. "Ik wil verder niets van je hoor," zegt zij, maar dat leek mij wat overbodig. Ik vraag waar ik haar eventueel kan afzetten. Ze blijkt in de buurt van de metrobouwput te wonen, noemt een adres op de Nieuwe Herengracht. Dichtbij, en zij stapt af, nog even beklemtonend dat zij niets van mij wil en verdwijnt de nacht in en de gracht op.
Niet lang daarna kom ik het adres dat zij genoemd had tegen in een verhaal - ik heb het zelf staan rapen en vouwen - over speculatie-activiteiten van het Leger des Heils. Dit stelde er een eer in de bewoners weg te pesten, dus ook "mijn" bagagedragermeisje. Let op de kleur van de S op hun uniform, werd voor de zekerheid vermeld in het stuk. Een rode is fout, van de speculanten, een paarse is goed. Iets waar ik onwillekeurig op ben blijven letten, zonder precies te weten of dit verschil echt bestaat. Ik meen alleen rode S-en te zien.

Mijn moeder, die steeds tobt als alleenstaande diabete, heeft eens geïnformeerd naar een soort aanleunwoning in de zogeheten Goodwillburgh. De huur was formidabel. Maar daar moest zij zich niet door laten afschrikken, werd er bij gezegd, daar kon altijd subsidie bij. Dit stond haar tegen als bijzonder berekenend van het Leger des Heils, en "tenslotte betaal je er dan toch zelf voor".

Het meisje heb ik meermalen teruggezien. Ik weet niet meer of de eerste keer twee jaar later was - zij was inmiddels diep verzonken in mijn herinnering - op een feestje van de subfaculteit waar ik studeerde, en zij dus ook. (Er waren zoveel studenten in die tijd dat je elkaar niet per se daarvan hoefde te [her]kennen). Ik moet de anekdote verteld hebben aan degene met wie ik zat te drinken, die pesterig-geamuseerd keek naar het bagagedragermeisje en vaststelde dat zij zwanger was. "Niet van jou dus," zei zij, wat ik flauw vond (in my faithful heart she will be forever thirty, twee jaar later was mijn metgezellin er niet meer). Hoe het wegtreiteren uit het Leger-des-Heils-speculatiepand verder in zijn werk is gegaan weet ik niet. Iets meer contouren, maar niet te duidelijk - wat was er ook alweer mis met het Leger des Heils?

Geen opmerkingen: