13 juni, 2006

De toekaumende taid van laifen en daud


HET LIED VAN DE OPSTANDING

De steppe zal bloeien.
De steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan
vanaf de dagen der schepping,
staan vol water, maar dicht,
de rotsen gaan open.
Het water zal stromen.
het water zal tintelen, stralen,
dorstigen komen en drinken,
de steppe zal drinken.
De steppe zal bloeien.
De steppe zal lachen en juichen.

De ballingen keren.
Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde,
één voor één, en voorgoed,
die keren in stoeten.
Als beken vol water,
als beken vol toesnellend water,
schietend omlaag van de bergen,
als lachen en juichen.
Die zaaiden in tranen,
die keren met lachen en juichen.

De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan
en onder stenen bedolven:
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond
en wij zullen horen
en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.


Het meestgeliefde geestelijke lied volgens de NCRV. Ik heb niet zo'n behoefte mij te verdiepen in de mogelijke betrouwbaarheid van de steekproef.
Men wordt geacht zich bezorgd en boos of verdrietig op te stellen over het feit dat dit vers niet (meer) in diocesaan goedgekeurde bundels staat. Het vervelende is dat dit conciliaire vers niet verbannen wordt om zijn poëtische onwaarde, maar vanwege de persoon van de dichter.

Enkele dieptepunten uit het geheel:
  • De steppe zal bloeien.


  • Meteen mis. De steppe bloeit. Ieder jaar. Niet in een vage werkelijkheid als Hongarije of Rusland, al ligt dat nu ook weer niet zo ver van de streken waar dit gezongen wordt - weilanden zijn zogeheten cultuursteppen. En zelfs als zij met turbogras zijn ingezaaid bloeien ze. Heusjes. De volgende regel
  • De steppe zal lachen en juichen


  • verwijst naar rivieren die juichend klappen in de handen, dat is dan wel weer aardig. Maar de psalmist weet er iets mooi duisters van te maken. Volgens mij is dit geschreven door iemand die gegrepen is door Disneys De woestijn leeft. En dat doet-ie. Nu al. - O nee, ga mij niet vertellen dat dit een vrije bewerking van psalm 98 is...

    Enfin, voor de zekerheid: wie of wat zijn die rotsen die er vanaf de schepping staan? En hebben ze plotseling een volle blaas of zo?

  • Zij keren met blinkende schoven.


  • Is dit een soortement verwijzing naar Roland Holst (Adriaan, wel te verstaan)? Wie zijn die ballingen, wie heeft hen verbannen waarheen - naar de uiteinden der aarde? Waar zijn die?
    Sinkels klinken sikkels blinken. Schoven die blinken?

  • De dode zal leven.
    De dode zal horen: nu leven.


  • Er zit misschien een mooie gedachte achter dit couplet, maar deze wordt door de onbeholpenheid van de dichter krachtig om zeep geholpen. Is het tweede "leven" hier een infinitief die deel uitmaakt van een futurum? Ik zou denken van niet. Is het het zelfstandig naamwoord? Of toch een infinitief die een gebiedende wijs uitdrukt? De onbeholpen duisterheid van deze regels zullen "de mensen" dan wel juist mooi en diepzinnig vinden. Ik vermoed alleen dat er niets achter zit verder.
    Mooi en diepzinnig als een hit van Celine Dion of Robbie Williams, ook beregeliefd bij de hoi polloi. Helaas zal de kerk van Rome er niet veel beters voor in de plaats stellen, dat weet je dan ook wel weer vantevoren.

    Geen opmerkingen: