04 november, 2015

Een vergeten viering in de binnenstad: Dankdag

De slaapkamer biedt uitzicht en gehoor op de schuurkerk van de Gereformeerde Gemeenten, binnenstad Amsterdam. Ik probeer er iets van Tolstoj te lezen waarvan ik eerlijk gezegd moeite heb er bij wakker te blijven. Orgel en de slepende gemeentezang klinken op. Woensdagavond?

Een moslima uit Overijssel laat mij weten dat het Dankdag is, voor mij iets ondoorgrondelijks uit de schoolagenda - Dankdag voor het Gewas. Het klinkt agrarisch maar waarom zou men het niet in steden vieren? Van gewas zijn wij allen afhankelijk. Het onbekende wordt iets moois. De adder onder het gras is dat het van hogerhand is ingesteld:

Een dankdag is een gebruik uit de Middeleeuwen, want toen waren er vaste bededagen. In 1578 werd door de Synode van Dordrecht bepaald dat er tijdens oorlog en andere rampen massaal gebeden en gedankt moest worden. Wanneer er vervolgens een bid- of dankdag nodig was, werd dit door de landelijke of provinciale overheden uitgeschreven.

Een vaste dag om te danken werd in 1653 in Overijssel vastgesteld. Besloten werd om op de eerste woensdag van november te danken voor het gewas; het eten waarin iedereen dagelijks werd voorzien. Toen de industrialisatie toenam, is de viering veranderd in dankdag voor gewas én arbeid. Tegenover de dankdag werd later ook een vaste dag om te bidden ingesteld, en wel op de tweede woensdag van maart. Deze dag wordt biddag voor gewas en arbeid genoemd. Dankdag wordt gehouden op de eerste woensdag van november, met uitzondering van Zeeland waar deze wordt gehouden op de laatste woensdag van november. Lokaal kunnen er afwijkende data zijn.

Toelichting en verdere informatie.

Geen opmerkingen: