06 maart, 2014

Neen tegen de werkelijkheid - Leonardo Boff

In de huidige toestand van verlatenheid waarin de mensheid zich bevindt is het van het hoogste belang de heest van de utopie te redden. Waarlijk, wij leven in een wereldwijde crisis van de beschaving. Iedere crisis echter biedt mogelijkheden tot transformatie en het gevaar van mislukking. De crisis mengt vrees en hoop, vooral in deze tijd van het broeikaseffect. Wij hebben hoop nodig, die wordt uitgedrukt in de taal van utopieën. Naar hun aard zullen ze nooit geheel verwezenlijkt worden, maar ze houden ons gaande. De Ierse schrijver Oscar Wilde zei het juist: "Een kaart van de wereld waar Utopia niet op staat is de moeite van het bekijken niet waard, want zij ontkent het enige gebied waar de mensheid de pas inhoudt en direct op weg gaat naar een nog beter land." In Brazilië stelde de dichter Mário Quintana terecht vast: "Als dingen onbereikbaar zijn, ach, dat is geen reden ze niet te willen. Hoe treurig zouden de paden niet zijn zonder de magische aanwezigheid van de sterren."

De utopie is niet het tegengestelde van de werkelijkheid; de utopie behoort meer tot de werkelijkheid, want de werkelijkheid bestaat niet alleen uit wat is, maar wat nog slechts potentieel is, en wat er eens zou kunnen zijn. De utopie ontstaat in deze onderstroom van mogelijkheden die in de geschiedenis en in ieder mens aanwezig is. De filosoof Ernst Bloch heeft de uitdrukking "Het principe van de hoop" in omloop gebracht. Met het principe van de hoop, wat meer is dan de deugd van de hoop, vat Bloch het onuitputtelijk potentieel van het menselijk bestaan en de geschiedenis, dat het ons mogelijk maakt "Neen!" te zeggen tegen iedere concrete werkelijkheid, tegen de beperkingen van ruimte en tijd, tegen de politieke schema's en de barrières die het leven, de kennis, het verlangen en de liefde beperken.

De mens zegt "neen!" omdat zij eerst "ja" zei. Ja tegen het leven, ja tegen onderscheidingsvermogen, tegen dromen en tegen de verlangde volkomenheid. Ook al ziet de mens de totale volkomenheid niet verwerkelijkt aan de horizon van de historische concretiseringen, dit betekent niet dat hij er niet meer naar zou verlangen met nooit eindigende hoop. Job, op de drempel van de dood, kon tot God uitschreeuwen: "Ook al doodt U mij, ook dan is mijn hoop op U." Het aardse paradijs verhaald in Genesis 2-3 is een tekst over hoop. Het is niet het verhaal van een verloren verleden waarnaar wij verlangen, maar hte is een belofte, een hoop voor een toekomstige ontmoeting waarnaar wij streven. Bloch gaf het commentaar: "het ware Genesis is niet het begin, maar het einde." Slechts op het einde van het proces van de evolutie zullen de Schriftwoorden waar worden: "En God zag dat alles goed was." Terwijl wij evolueren is niet alles goed, maar het is vervolmaakbaar.

Wat essentieel is in het Christendom is niet dat het de vleeswording van God stelt - andere godsdiensten hebben dat ook gedaan -, maar dat het stelt dat utopia (dat wat niet plaats heeft) in eutopia (een goede plaats) heeft veranderd. Er was Een in Wiens dood niet slechts de dood is verslagen, wat op zich nog steeds een kleine verworvenheid zou zijn, maar in Wie al de innerlijke en uiterlijke mogelijkheden, verscholen in de mens, naar buiten braken. Jezus is de "nieuwe Adam," naar een uitdrukking van Paulus, de onthulde homo absconditus. Maar Hij is slechts de eerste onder vele broeders en zusters, wij zullen Hem volgen, besluit Paulus.

Dergelijke hoop verkondigen in de huidige sombere context is niet irrelevant. Zij transformeert de eventuele tragedie van de Aarde en de Mensheid, als gevolg van sociale en ecologische dreigingen, in een zuiverende crisis. Wij zijn op een gevaarlijke tocht, maar het leven zal gewaarborgd zijn en de Planeet zal toch hersteld worden.

De groepen die deze boodschap brengen, religies en de christelijke kerken, zouden dergelijke hoop van de daken moeten schreeuwen. Er groeide geen onkruid op het graf van Jezus. Te beginnen met de crisis van de Kruisiging op Goede Vrijdag heeft het leven getriomfeerd. Daarom kan de tragedie het laatste woord niet hebben. Het leven, in zijn zonneglans, heeft dit!

Geen opmerkingen: